Riot rolde met zijn ogen toen hij vernam dat Chloë pretendeerde dat ze sliep. Als hij heel eerlijk moest zijn vond hij dat ze zich aanstelde als een motherfucker; hoe langer ze weigerde eens fatsoenlijk te vreten, hoe langer ze hier zou blijven. Hij zei er echter niets van, wetend dat hij dan vermoedelijk weer allerlei verwijten naar zijn hoofd zou krijgen omdat hij dan blijkbaar een verrader was. So be it.
Als hij eerlijk moest zijn zou het hem ook een zorg zijn. Zijn emoties hadden de afgelopen tijd zozeer onder druk gestaan dat hij zich dit soort dingen niet echt meer aan kon trekken. Hoewel hij het dom vond om niet te eten moest ze het zelf weten.
Hij zag een zuster naar het bed van het blonde meisje lopen, misschien om haar te wekken, hij wist het niet, maar hij besteedde er verder niet teveel aandacht aan en at zijn eigen eten snel op.
Het was maar goed dat hij kwalitatief middelmatig eten gewend was; hij was daardoor ontzettend snel aan het laffe ziekenhuisvoedsel gewend geraakt en proefde het eigenlijk amper nog.
Toen hij het op had, lieten ze hem weer alleen. Hij ging liggen, met zijn gelaat naar de muur en sloot zijn ogen.
Al snel gleed hij weg in een turbulente slaap.
Zijn ogen bewogen snel achter hun leden en hij bewoog zo nu en dan onrustig in zijn slaap.
Hij rende door een druk winkelcentrum. De mensen om hem heen veranderden langzaam. Hun ogen werden helderrood en hun ledematen groeiden en krompen.
Voor hem versperde een zwangere vrouw de weg en slippend kwam hij tot stilstand. Het licht in de ruimte kleurde rood en de buik van de vrouw scheurde open.
Een klein, duivels wezen kroop eruit. verbijsterd week Riot achteruit. Er ging een raar gevoel door zijn handen en hij hield ze voor zich.
Tot zijn afgrijzen begon zijn huid grijs te kleuren. Hij schreeuwde en begon weer te rennen.
De muren golfden en er weerklonk een dof gegons.
Riot rende een winkel in, die spontaan in een lange, donkere grot veranderde. Op de bodem stond een laag van een helderrode vloeistof die al snel Riot's schoenen en broekspijpen doorweekte.
Toch rende hij door, terwijl hij demonisch gekrijs achter zich hoorde dat een aanval op zijn trommelvliezen uit leek te voeren.
De grot liep door en in zijn haast tot stilstand te komen, gleed Riot uit, languit in het bloed op de grond vallend.
Haastig krabbelde hij overeind. De ijzerachtige geur die zijn neus binnendrong was misselijkmakend.
De muren kwamen op hem af, dichter en dichterbij. Hij wilde rennen, maar kon plotseling geen kant meer op..
Als hij eerlijk moest zijn zou het hem ook een zorg zijn. Zijn emoties hadden de afgelopen tijd zozeer onder druk gestaan dat hij zich dit soort dingen niet echt meer aan kon trekken. Hoewel hij het dom vond om niet te eten moest ze het zelf weten.
Hij zag een zuster naar het bed van het blonde meisje lopen, misschien om haar te wekken, hij wist het niet, maar hij besteedde er verder niet teveel aandacht aan en at zijn eigen eten snel op.
Het was maar goed dat hij kwalitatief middelmatig eten gewend was; hij was daardoor ontzettend snel aan het laffe ziekenhuisvoedsel gewend geraakt en proefde het eigenlijk amper nog.
Toen hij het op had, lieten ze hem weer alleen. Hij ging liggen, met zijn gelaat naar de muur en sloot zijn ogen.
Al snel gleed hij weg in een turbulente slaap.
Zijn ogen bewogen snel achter hun leden en hij bewoog zo nu en dan onrustig in zijn slaap.
Hij rende door een druk winkelcentrum. De mensen om hem heen veranderden langzaam. Hun ogen werden helderrood en hun ledematen groeiden en krompen.
Voor hem versperde een zwangere vrouw de weg en slippend kwam hij tot stilstand. Het licht in de ruimte kleurde rood en de buik van de vrouw scheurde open.
Een klein, duivels wezen kroop eruit. verbijsterd week Riot achteruit. Er ging een raar gevoel door zijn handen en hij hield ze voor zich.
Tot zijn afgrijzen begon zijn huid grijs te kleuren. Hij schreeuwde en begon weer te rennen.
De muren golfden en er weerklonk een dof gegons.
Riot rende een winkel in, die spontaan in een lange, donkere grot veranderde. Op de bodem stond een laag van een helderrode vloeistof die al snel Riot's schoenen en broekspijpen doorweekte.
Toch rende hij door, terwijl hij demonisch gekrijs achter zich hoorde dat een aanval op zijn trommelvliezen uit leek te voeren.
De grot liep door en in zijn haast tot stilstand te komen, gleed Riot uit, languit in het bloed op de grond vallend.
Haastig krabbelde hij overeind. De ijzerachtige geur die zijn neus binnendrong was misselijkmakend.
De muren kwamen op hem af, dichter en dichterbij. Hij wilde rennen, maar kon plotseling geen kant meer op..