Zucht. De merrie gaf een diepe zucht. Ze stond verveelt in haar stal en wist niet wat ze moest doen. Haar heldere bruine ogen gleden over de gangen waar gewoon weg niemand te zien was. Paarden stonden te slapen omdat ze zichzelf ook verveelden. Veel paarden stonden hier gewoon binnen, maar een paar paarden hadden geluk en mochten op de weide staan. Of hun eigenaar nam hun mee om te gaan rijden of wandelen. Langs de deuren die open stonden scheen de zon binnen. Het maakte alles verleidelijk. Dream sloeg kort en luid met haar hoef tegen de staldeur. Sommige paarden werden geschrokken wakker en keken zuur naar de overkant. Meteen schoten de oren van de merrie in haar nek en dreigend schoot ze naar voren. Gelukkig was de gang breed genoeg zodat ze niet aan de andere kant kon. Anders had ze de paarden daar allang gebeten. De merrie draaide haar oren alle kanten op en draaide haar chagrijnig om. Ze sloot heel even haar ogen en leek in slaap te vallen, maar voor ze in slaap viel ging de staldeur open. Meteen draaide ze haar oren naar opzij en keek ze naar het jonge meisje in de deuropening. Ze klikte het touw aan haar halster en nam haar mee. Ze mocht eindelijk in de wei staan. Hopeless Dream sloeg kort met haar staart opzij naar een zuur paard dat ze nog een minuut geleden wou bijten. De oudere merrie schoot achteruit en keek de twee zuur na. De merrie spitste meteen vrolijk haar oren naar voren en begroette de andere paarden die op de wei al stonden te wachten op haar. Sinds ze hier stond en gekocht was door een meisje genaamd Mac, kende ze veel paarden. Haar bruine ogen glommen door de felle zon en zodra ze de wei in mocht galoppeerde ze naar voren. Sommige paarden volgden haar ook en samen liepen ze door de wei. De merrie sloeg af en toe eens speels uit en trippelde verder. Haar manen wapperden in de wind en na een tijd stopte ze met spelen. Ze remde af, liet haar hals zakken en begon heerlijk te grazen. Ze zwiepte met haar staart heen en weer om de vliegen weg te jagen. Dat was niet echt een voordeel, maar ze had er geen problemen mee. De zon was lekker warm op haar vosse vacht. Als ze een mens was, kon ze zonnen. Bij haar maakte het alleen niet uit. Haar oren draaiden af en toe opzij als een paar paarden voorbij kwamen. Ze briesde luid van genot en keek weer naar de omgeving terwijl ze op wat gras kauwde. Best jammer dat hier wel een omheining was. Ze vond het vroeger veel fijner. Wild en vrij. Nu was dat niet meer. De merrie zuchtte en begon rustig langs de hekken te lopen. Het gras was écht groener aan de overkant. Chagrijnig begon ze te schrapen tegen het hek. Het was van hout en alleen door te bijten kreeg je het in stukken, maar niet veel kreeg je opgegeten. De merrie keek om haar heen en zocht steeds naar een open plek. Ze wilde niet tussen de hekken staan. Ze wilde weg hier en aan die kant grazen. De merrie stapte rustig achteruit en merkte op dat het hek om door te lopen niet moeilijk dicht was. Omdat het jonge meisje nog paarden moest halen had ze het niet goed dicht gezet. Meteen in volle galop stoof ze op het hek af. Ze remde af en knabbelde aan de ketting die het opgaf. Ze duwde het hek open en netjes weer dicht. Het was haar idee en niemand anders mocht meegenieten. Meteen stoof ze naar de andere kant waar het gras veel groener was en rustig genietend begon ze te grazen.
Niet meteen vangen aub #
Niet meteen vangen aub #