Iseco zuchtte vermoeid. Jezus, wat een drama, dacht hij, al was hij niet verbaasd door haar reactie.
"Fijn te horen dat het goed met je gaat," zei hij, met een vleugje sarcasme in zijn stem. Toen werd hij weer serieus.
"Ik weet dat je hem wil zien, maar wat ik net al zei; hij heeft zijn rust nodig."
Hij zuchtte licht toen ze weer begon te huilen en de deken over zich heen trok. De boodschap was duidelijk en hij stond op. Normaal gesproken zou hij wellicht een poging hebben gedaan 'r te troosten, maar ze had zelf aangegeven dat ze geen gezelschap wenste. Hij legde een hand op de arm van een verpleger.
"Laat het me weten wanneer Riot bezoek aan kan," zei hij zacht. De arts knikte. Iseco liep de kamer uit.
Riot had het geschreeuw gehoord en fronste. Wat was er aan de hand? het klonk als Chloë.
De zuster keek zeer geërgerd op.
"Het moet niet gekker worden," bromde ze en ze verliet de kamer.
Riot benutte de kans om overeind te komen.
Er zaten geen snoertjes en dergelijken aan hem vast, dat scheelde.
Voorzichtig liet hij zich van het bed glijden. Duizelig bleef hij even zitten, maar hij voelde dat hij alweer aardig wat sterker was dan toen hij hierheen was gebracht.
Hij liep langzaam naar de deur, zich op zijn ademhaling concentrerend, zodat hij niet van zijn stokje zou gaan.
Net toen hij op de gang was keerde de zuster terug.
Haar ogen schoten vuur.
"Jij.. terug.. naar.. je.. kamer!!" snauwde ze, ieder woord benadrukkend.
"Nee." Riot hief koppig zijn hoofd op. Zijn vertrouwde rebellie was weer terug.
"Je hebt botbreuken, kneuzingen en bent er lichamelijk nog minder aan toe dan de gemiddelde zwerver. Bed. Nu."
Riot leunde tegen de muur om zich overeind te houden en betwijfelde of hij dit zou gaan winnen.
"Chloë?" riep hij daarom maar. Zijn stem had niet veel kracht, dus erg luid klonk het niet. Hij kon slechts hopen dat ze hem hoorde.
De zuster greep zijn arm beet en hij vloekte zacht.
"Fijn te horen dat het goed met je gaat," zei hij, met een vleugje sarcasme in zijn stem. Toen werd hij weer serieus.
"Ik weet dat je hem wil zien, maar wat ik net al zei; hij heeft zijn rust nodig."
Hij zuchtte licht toen ze weer begon te huilen en de deken over zich heen trok. De boodschap was duidelijk en hij stond op. Normaal gesproken zou hij wellicht een poging hebben gedaan 'r te troosten, maar ze had zelf aangegeven dat ze geen gezelschap wenste. Hij legde een hand op de arm van een verpleger.
"Laat het me weten wanneer Riot bezoek aan kan," zei hij zacht. De arts knikte. Iseco liep de kamer uit.
Riot had het geschreeuw gehoord en fronste. Wat was er aan de hand? het klonk als Chloë.
De zuster keek zeer geërgerd op.
"Het moet niet gekker worden," bromde ze en ze verliet de kamer.
Riot benutte de kans om overeind te komen.
Er zaten geen snoertjes en dergelijken aan hem vast, dat scheelde.
Voorzichtig liet hij zich van het bed glijden. Duizelig bleef hij even zitten, maar hij voelde dat hij alweer aardig wat sterker was dan toen hij hierheen was gebracht.
Hij liep langzaam naar de deur, zich op zijn ademhaling concentrerend, zodat hij niet van zijn stokje zou gaan.
Net toen hij op de gang was keerde de zuster terug.
Haar ogen schoten vuur.
"Jij.. terug.. naar.. je.. kamer!!" snauwde ze, ieder woord benadrukkend.
"Nee." Riot hief koppig zijn hoofd op. Zijn vertrouwde rebellie was weer terug.
"Je hebt botbreuken, kneuzingen en bent er lichamelijk nog minder aan toe dan de gemiddelde zwerver. Bed. Nu."
Riot leunde tegen de muur om zich overeind te houden en betwijfelde of hij dit zou gaan winnen.
"Chloë?" riep hij daarom maar. Zijn stem had niet veel kracht, dus erg luid klonk het niet. Hij kon slechts hopen dat ze hem hoorde.
De zuster greep zijn arm beet en hij vloekte zacht.