“Hé, als je me je rekeningnummer geeft, dan kan ik je terugbetalen. Ik kan je ook appen wanneer dat gebeurd is, als je je mobiele nummer geeft?”
Goed, lang had ze niet gebeld en dit stuk zou hij ook hebben gereden zonder iemand in zijn auto, maar Neil zat in geldnood, dus hij waardeerde het gebaar. Het was in ieder geval het eerlijkste geld dat hij in geruime tijd had verdiend.
"Moment," mompelde hij. Hij viste ergens een stukje papier en een pen vandaan. Voor zijn rekeningnummer moest hij even op zijn pinpas spieken; een groot deel van de transacties in Neil's bestaan waren in cash, dus hij gebruikte het nummer niet vaak genoeg om het uit zijn hoofd te kennen.
Zijn telefoonnummer, dat hij eronder zette, kende hij wel uit zijn hoofd. Hij zorgde ervoor dat hij niet per ongeluk zijn zaken-nummer erop zette - al was het geen ramp geweest, ze zou het niet door hebben gekregen, gokte hij.
Ze bedankte hem voor zijn hulp, maar noemde in een adem dat het vermoedelijk uit eigenbelang was en Neil grijnsde even. Niet opgelaten of betrapt; er was een stuk meer nodig om Neil zich te laten generen voor zijn gedrag.
"Jij bedankt dat je niet knock-out gegaan bent of over m'n bekleding hebt gekotst," was zijn luchtige reactie. Ze had gelijk, het was grotendeels eigenbelang, maar het had hem ook niet honderd procent lekker gezeten als hij haar daar achter had gelaten. Dat laatste ging haar uiteraard geen fuck aan.
"Hier." Hij reikte haar het ietwat verfomfaaide papiertje aan. Even liet hij zijn blik over het plein gaan. Er was wat volk op de been, maar niets om gealarmeerd om te zijn. "Één pond is prima, trouwens," zei hij, na uit zijn hoofd snel te hebben berekend hoeveel kilometer ze vermoedelijk hadden gereden van de kliffen naar hier.
Zijn blik viel op een man die hem erg bekend voor kwam en een idee vormde zich in zijn achterhoofd.
Goed, lang had ze niet gebeld en dit stuk zou hij ook hebben gereden zonder iemand in zijn auto, maar Neil zat in geldnood, dus hij waardeerde het gebaar. Het was in ieder geval het eerlijkste geld dat hij in geruime tijd had verdiend.
"Moment," mompelde hij. Hij viste ergens een stukje papier en een pen vandaan. Voor zijn rekeningnummer moest hij even op zijn pinpas spieken; een groot deel van de transacties in Neil's bestaan waren in cash, dus hij gebruikte het nummer niet vaak genoeg om het uit zijn hoofd te kennen.
Zijn telefoonnummer, dat hij eronder zette, kende hij wel uit zijn hoofd. Hij zorgde ervoor dat hij niet per ongeluk zijn zaken-nummer erop zette - al was het geen ramp geweest, ze zou het niet door hebben gekregen, gokte hij.
Ze bedankte hem voor zijn hulp, maar noemde in een adem dat het vermoedelijk uit eigenbelang was en Neil grijnsde even. Niet opgelaten of betrapt; er was een stuk meer nodig om Neil zich te laten generen voor zijn gedrag.
"Jij bedankt dat je niet knock-out gegaan bent of over m'n bekleding hebt gekotst," was zijn luchtige reactie. Ze had gelijk, het was grotendeels eigenbelang, maar het had hem ook niet honderd procent lekker gezeten als hij haar daar achter had gelaten. Dat laatste ging haar uiteraard geen fuck aan.
"Hier." Hij reikte haar het ietwat verfomfaaide papiertje aan. Even liet hij zijn blik over het plein gaan. Er was wat volk op de been, maar niets om gealarmeerd om te zijn. "Één pond is prima, trouwens," zei hij, na uit zijn hoofd snel te hebben berekend hoeveel kilometer ze vermoedelijk hadden gereden van de kliffen naar hier.
Zijn blik viel op een man die hem erg bekend voor kwam en een idee vormde zich in zijn achterhoofd.