Neil startte de wagen en zwijgend vertrokken ze. Hoe dichter ze bij acht uur kwamen, hoe slechter Neil zich ook voelde. En de waarheid was dat dat op zijn beurt alleen maar meer zorgen aanwakkerde. Als hij niet oplette sleurde de empathie die hij voor May had hem zo de afgrond in.
May zei pas weer iets toen ze alweer bijna bij haar appartement waren en Neil keek op. Ze bleef hem verbazen; als iemand bij hem had geflikt wat hij eerder vandaag had gedaan, bijna vertrekken en dan doodleuk besluiten te blijven na gevraagd te zijn weg te gaan, zou hij niet zo vergevingsgezind zijn geweest. Of ze had echt een enorm groot zwak voor hem, of ze had gewoon enorm hard iemand nodig. Hij wist niet welke optie hem oncomfortabeler maakte.
“Je had de kans om me alleen te laten en je deed ’t niet. Ik ben blij dat je hier bij me bent.”
“Allemaal jouw schuld, dat gebeurt er als je me als een geslagen puppy aan gaat zitten kijken,” zei Neil, zich niet echt raad wetend met haar lof.
Niet veel later zaten ze opnieuw in de auto. Dit was het dan. Neil’s handen waren klam, maar hij liet niets merken. Hij zorgde dat hij er aan de oppervlakte volkomen beheerst uitzag, opdat het leek alsof hij het volste vertrouwen in de situatie had.
“Ik rij je erheen, maar ik ga niet mee naar binnen,” legde hij uit, terwijl hij opnieuw de wagen startte, “want als dat de bedoeling was, hadden ze dat expliciet gezegd. Dit zijn geen mensen die je wil verrassen."
De wagen rolde de straat uit.
“Ik blijf wel wachten tot je klaar bent. Als iemand ons samen aanspreekt doe ik alsof ik ’t alleen doe omdat ik er geld voor krijg. Veiliger voor ons allebei."
May zei pas weer iets toen ze alweer bijna bij haar appartement waren en Neil keek op. Ze bleef hem verbazen; als iemand bij hem had geflikt wat hij eerder vandaag had gedaan, bijna vertrekken en dan doodleuk besluiten te blijven na gevraagd te zijn weg te gaan, zou hij niet zo vergevingsgezind zijn geweest. Of ze had echt een enorm groot zwak voor hem, of ze had gewoon enorm hard iemand nodig. Hij wist niet welke optie hem oncomfortabeler maakte.
“Je had de kans om me alleen te laten en je deed ’t niet. Ik ben blij dat je hier bij me bent.”
“Allemaal jouw schuld, dat gebeurt er als je me als een geslagen puppy aan gaat zitten kijken,” zei Neil, zich niet echt raad wetend met haar lof.
Niet veel later zaten ze opnieuw in de auto. Dit was het dan. Neil’s handen waren klam, maar hij liet niets merken. Hij zorgde dat hij er aan de oppervlakte volkomen beheerst uitzag, opdat het leek alsof hij het volste vertrouwen in de situatie had.
“Ik rij je erheen, maar ik ga niet mee naar binnen,” legde hij uit, terwijl hij opnieuw de wagen startte, “want als dat de bedoeling was, hadden ze dat expliciet gezegd. Dit zijn geen mensen die je wil verrassen."
De wagen rolde de straat uit.
“Ik blijf wel wachten tot je klaar bent. Als iemand ons samen aanspreekt doe ik alsof ik ’t alleen doe omdat ik er geld voor krijg. Veiliger voor ons allebei."