“Luister, Neil, er hoeven helemaal geen gekke dingen te gebeuren,” zei de man die May bij haar keel had gegrepen. Hoewel hij zelf minstens net zo ontstemd leek als Neil, klonk hij ook nerveus. Neil wist zelf niet eens of hij nog moeite zou hebben te vuren na alles wat er gebeurd was en de man leek het zich te beseffen.
“Mee eens. In die auto, allebei, en optyfen,” commandeerde Neil. De macht die hij over het tweetal had gaf ergens zowaar iets van een kick, vooral omdat het tweetal deed wat hen opgedragen werd. Met frisse tegenzin bewoog het tweetal zich weer richting de auto, langzaam achteruit lopend. Geen van beiden verloor het vuurwapen ook maar een seconde uit het oog. Dit waren mannen die er eerder een op zich gericht hadden gehad, besefte Neil zich. Een voor een stapten ze in de wagen en Neil voelde iets van opluchting, ook al ging zijn hart nog als een razende tekeer.
In zijn achterhoofd wist hij echter dat hij hiermee een enorme fout had gemaakt. Als dit bij de Manager terecht kwam - want hij twijfelde er niet aan dat dit tweetal voor hem werkte - dan had hij een probleem. Maar dat was van later zorg.
Hij keek de wagen na terwijl deze met gierende banden de straat uitreed en liet toen, ineens uitgeput, het wapen zakken. Hij stak het opnieuw in zijn broeksband en beende richting zijn voordeur, die hij hard achter zich dichtsloeg. Het was verdomme wel alsof de situatie met het uur slechter werd.
Hij zag May zitten.
“Nou, mocht je je nog steeds afvragen waarom ik weinig vertrouwen in je handelen heb, dan heb je nu je antwoord,” zei hij nijdig. Hij had er een bijtende opmerking aan toe willen voegen over misschien toch maar een taxi voor haar bellen zodat ze alsnog op kon rotten, maar leek haar toen pas echt goed te zien, waarna zijn uitdrukking verzachtte. Het bange hoopje op de stoel leek amper nog op het meisje waar hij nog niet eens zo lang geleden mee had zitten blowen op zijn bed. Hij was in twee stappen bij haar en hurkte voor haar neer, zijn blik nu vooral ernstig en haast bezorgd. Hij trok haar hand weg en tilde haar kin iets op om haar hals te inspecteren. De rode afdrukken staken akelig af tegen haar huid.
“Godsamme,” mompelde hij.
Neil stond weer op en schonk bij de gootsteen een glas water in dat hij naar haar toe bracht en in haar handen drukte.
“Hier. Drink op,” zei hij. Hij liet langzaam zijn adem ontsnappen. Tering. Net als hij dacht dat deze hele puinhoop niet nog erger kon worden.
“Mee eens. In die auto, allebei, en optyfen,” commandeerde Neil. De macht die hij over het tweetal had gaf ergens zowaar iets van een kick, vooral omdat het tweetal deed wat hen opgedragen werd. Met frisse tegenzin bewoog het tweetal zich weer richting de auto, langzaam achteruit lopend. Geen van beiden verloor het vuurwapen ook maar een seconde uit het oog. Dit waren mannen die er eerder een op zich gericht hadden gehad, besefte Neil zich. Een voor een stapten ze in de wagen en Neil voelde iets van opluchting, ook al ging zijn hart nog als een razende tekeer.
In zijn achterhoofd wist hij echter dat hij hiermee een enorme fout had gemaakt. Als dit bij de Manager terecht kwam - want hij twijfelde er niet aan dat dit tweetal voor hem werkte - dan had hij een probleem. Maar dat was van later zorg.
Hij keek de wagen na terwijl deze met gierende banden de straat uitreed en liet toen, ineens uitgeput, het wapen zakken. Hij stak het opnieuw in zijn broeksband en beende richting zijn voordeur, die hij hard achter zich dichtsloeg. Het was verdomme wel alsof de situatie met het uur slechter werd.
Hij zag May zitten.
“Nou, mocht je je nog steeds afvragen waarom ik weinig vertrouwen in je handelen heb, dan heb je nu je antwoord,” zei hij nijdig. Hij had er een bijtende opmerking aan toe willen voegen over misschien toch maar een taxi voor haar bellen zodat ze alsnog op kon rotten, maar leek haar toen pas echt goed te zien, waarna zijn uitdrukking verzachtte. Het bange hoopje op de stoel leek amper nog op het meisje waar hij nog niet eens zo lang geleden mee had zitten blowen op zijn bed. Hij was in twee stappen bij haar en hurkte voor haar neer, zijn blik nu vooral ernstig en haast bezorgd. Hij trok haar hand weg en tilde haar kin iets op om haar hals te inspecteren. De rode afdrukken staken akelig af tegen haar huid.
“Godsamme,” mompelde hij.
Neil stond weer op en schonk bij de gootsteen een glas water in dat hij naar haar toe bracht en in haar handen drukte.
“Hier. Drink op,” zei hij. Hij liet langzaam zijn adem ontsnappen. Tering. Net als hij dacht dat deze hele puinhoop niet nog erger kon worden.