Rowan
Hij knikte eens. 'Tuurlijk.' Hij maakte zich los van het aanrecht, liep door de kamer heen en begon in zijn rugzak te zoeken, tot hij een wit doosje tevoorschijn trok. Hij haalde er twee eveneens witte pilletjes uit, liet er één in zijn zak glijden en liep toen weer terug naar het aanrecht, waar hij zijn glas opnieuw vulde, deze keer met water. Hij legde het pilletje op zijn tong en werkte die met een slok water naar binnen.
Kael
Hij klopte aan bij Paul.
"Binnen," klonk het slaapdronken. Paul knipperde verbaasd met zijn ogen toen Kael binnenkwam.
"Ga je trouwen of zo?"
"Nee, ben uitgenodigd voor een of ander chique partijtje. Ze denken dat ik nog op goede voet sta met Mortimer geloof ik."
"Help ze niet uit de droom, knul."
"Was ik ook niet van plan." Kael ging zitten op het smalle, oude bankje in Paul's kamer. Paul zelf zat nu rechtop in bed. Hij droeg een mouwloos shirt waarin zijn armen nog gespierder leken. Kael wist inmiddels wel beter dan geïntimideerd te zijn door de jongen voor hem. Het duurde nooit echt lang voor je dwars door dat ruige uiterlijk heen prikte.
"Je bent hier voor je vriendje, of niet?" bromde Paul. Kael besloot dat dit niet echt het moment was om Paul te verbeteren, dus hij knikte.
"Hij kan niet terug naar huis, Paul." Toen Paul hem vragend aankeek vervolgde hij; "Die dikke kaak heb ik omdat ik bij zijn huis vroeg of ik z'n medicatie op kon pikken. Die man slaat hem nog eens dood."
Paul's gelaat verstrakte iets en Kael hield zijn mond.
"Op die manier. Nou. Wat mij betreft kan hij de kamer krijgen, als hij de huur kan betalen."
Kael voelde opluchting door hem heen gaan, ook al had hij van Paul weinig anders verwacht.
"Hij zei zelf dat hij voor een maand genoeg had. Ik neem aan dat hij in die tijd wel werk kan regelen, en anders slaapt hij een poosje bij mij op de bank."
Paul keek hem lang, doordringend aan. Kael keek kalm, maar vastberaden terug.
"Prima. Dat is dan geregeld."
"Super, bedankt man," zei Kael, terwijl hij opstond, niet in staat de opluchting uit te bannen en hij verliet de kamer weer.
Rowan
Hij staarde nogal glazig uit het raam, nog steeds tegen het aanrecht leunend. De onaangename nasmaak van de medicatie bleef nog even in zijn mond hangen, zelfs na een tweede glas water.
Kael
Hij liep zijn kamer weer in.
"Rowan? Wat Paul betreft kan je intrekken," kondigde hij aan, terwijl hij zijn portemonnee in zak stopte. Hij moest zo wel die kant op gaan.
Rowan
Hij keek op en glimlachte iets. 'Dank je.' Het was een opluchting nu hij wist dat hij een vaste plaats had om te verblijven, wat betekende dat hij niet meer terug hoefde. 'Ga je?'
Kael
"Geen dank," zei hij met een glimlach. "Ik ben al lang blij dat je niet terughoeft naar die eikel."
Hij keek rond of hij niets was vergeten en knikte toen.
"Ja, ik ga die kant op."
Rowan
Hij zonk op de bank en *woah onweer over here I'm kinda scared* pakte een boek uit zijn tas. 'Ik vermaak me wel. Doe de groeten aan die mensen.' Er verscheen een scheve grijns op zijn gezicht.
Kael
Hij lachte.
"Zal ik doen"
Hij ging naar buiten en voor de tweede keer in twee dagen stapte hij op de metro. Hij ving nogal wat blikken, zo staand in een mooie tuxedo, maar hij vond het ergens wel leuk, die aandacht, en had een kleine grijns op zijn gezicht.
Het was ergens in Midtown, een of ander vooroorlogs gebouw met grote balzalen.
Rowan
Hij sloeg het boek open op de pagina waar hij een stukje papier tussen had gelegd en ging verder waar hij gebleven was. Hij had de radio zacht aangezet en zichzelf in de hoek van de bank genesteld, zodat hij de komende tijd niet meer van zijn plaats hoefde te komen.
Kael
Hij stopte voor het betreffende gebouw en ging naar binnen. De ontvangsthal was al groot en rijkelijk versierd. Een net geklede man stapte direct op hem af.
"Ah, Kael, fijn dat je er bent, jongen, fijn dat je er bent," zei hij en Kael schudde hem de hand.
Hij legde vervolgens amicaal een arm om Kael's schouders en leidde hem mee naar de zaal waar het feest plaatsvond, ondertussen druk pratend. Kael liet het maar toe. Hij was er niet zo een bij wie aanraking een issue was en had toch het idee dat dit soort types hier wel meer rondliepen.
De zaal was prachtig en leek onaangeroerd door de tijd. Met bewondering keek Kael rond. Hij was zeker niet overdressed hier.
Rowan
Hij keek even op toen het langzaam donkerder werd, en kwam voorzichtig overeind. Zijn benen sliepen van het lange stilzitten. Zich uitrekkend pakte hij zijn vest van de grond, merkte dat het toch frisser was dan hij had gedacht en trok ook zijn donkerbruine jas uit zijn rugzak.
Met zijn handen in zijn zakken en zijn oortjes in verliet hij het appartement, netjes de deur achter zich in het slot draaiend, voor hij de straat op ging.
Kael
Het feest viel hem mee. De sfeer was goed, ook al hing er een air van superioriteit, hij had gezellig staan praten met een hoop mensen en behendig vragen over zijn vader ontweken.
Hij was nu aan de praat geraakt met een jonge vrouw in een elegante, hemelsblauwe jurk. Haar witblonde haar was ingewikkeld opgestoken en om haar hals hing een subtiel kettinkje.
"Ben jij niet de jongste zoon van Mortimer Brown?" vroeg ze, hem opnemend. Kael knikte.
"The one and only."
"Ik hoorde dat jullie niet echt meer door een deur kunnen," merkte ze vervolgens op. Onbeleefd, dacht Kael.
"Ach, ik denk dat iedere familie zo wel eens zijn onenigheid heeft," zei hij beleefd. "Maar ik kan niet zeggen dat ik wat er binnen onze muren gebeurd graag aan de grote klok ga hangen. Ik zou niet graag het vertrouwen van mijn familie beschamen," voegde hij er soepeltjes aan toe. Op haar bleke wangen verscheen een licht blosje.
"Ik bedoelde niet-"
"Het is al goed, ik ben niet beledigd."
Rowan
Genietend van de stad rond dit uur maakte hij zijn weg naar het centrum. Drukke plaatsen waren op zich niet erg als mensen geen aandacht aan hem besteedden, en gezien iedereen het te druk had hem een blik waardig te keuren liep hij rustig verder.
'Oi, Riderhood.'
De harde stem drong door zijn oortjes heen, en hij wierp een verbaasde blik over zijn schouder.
Kael
Er kwam een kelner langs met een dienblad. Kael pakte er een glaasje witte wijn vanaf en het meisje volgde zijn voorbeeld. Ze bleek de dochter van een of andere baron te zijn.
"Wat doe jij eigenlijk?" vroeg ze hem, na een slokje wijn te hebben geroken. Kael rook even aan zijn glas en nam er toen ook een slokje van.
"Momenteel niets. Ik ben op zoek naar een nieuw baantje. Een dezer dagen een sollicitatiegesprek."
"Werkelijk? Waar?"
"Kledingzaak."
Haar blik zei genoeg. Ze had niet verwacht dat iemand in deze hal zich tot dat niveau zou verlagen.
"Je meent het?"
Kael knikte.
"Het is zulk gek werk nog niet hoor. Je ontmoet een hoop mensen en ach, een beetje adviseren vind ik wel leuk. Zo zou ik zelf voor zilveren knopjes zijn gegaan bij die jurk," zei hij, met een speelse grijns.
Rowan
Hij kwam tot stilstand en draaide zich nu helemaal om. Jackson Colfer was een lange, gespierde jongeman die een paar jaar terug bij hem in de klas had gezeten. Het was een tijd geleden dat hij de ander had gezien, maar hij was hem zeker niet vergeten.
'Oh, hi.' Hij probeerde zijn stem normaal te laten klinken, en merkte dat dat beter ging dan normaal. Zijn blik gleed even door de straat, en merkte dat het hier een stuk rustiger was - aan de overkant liep een stelletje dat alleen maar oog scheen te hebben voor elkaar, maar afgezien van Jackson en zijn twee vrienden, waarvan Rowan de namen was vergeten maar waarvan hij wist dat ze er meestal maar een beetje bij stonden, was de straat leeg.
'Moet je niet thuis zijn?' vroeg Jackson op een licht spottende toon. 'Zijn je ouders niet bezorgd?'
Rowans wenkbrauwen gingen omhoog. 'Ik ben twintig, Colfer. Ik had die vraag eerder aan jou kunnen vragen, of heeft je moeder je eindelijk geleerd hoe je voor jezelf moet zorgen?'
Hij was trots op zichzelf dat hij kalm wist te blijven, al wist hij niet voor hoelang dat nog zou duren.
Kael
Ze was beledigd, hij kon het zien. Hij grijnsde.
"Sorry, schat, maar je afkeer van gewoon werk was een schot voor open doel."
"Wie zegt dat ik-"
"Alsjeblieft. Ik ben de minst geliefde zoon van Mortimer Brown, zoals je al opmerkte. Ik herken afkeer als ik het zie."
En met die woorden keerde hij zich om en verdween hij met het glas wijn in zijn hand de menigte in.
"Oh, Kael?"
Een man met een kort baardje schoot hem aan.
"Ja, meneer-"
"Bernard. Luister, Kael, ik wilde je al een poosje spreken. Kan dat nu even?"
Kael zag het meisje achter Bernard langs lopen en nadrukkelijk de andere kant opkijken en hij onderdrukte een grijns. Toen keek hij weer naar de man voor hem.
"Natuurlijk."
Rowan
Hij grijnsde onwillekeurig toen hij zag dat Jackson daar niet zo snel een antwoord op had. 'Fijne avond, heren.' Hij knikte kort en wilde zich omdraaien.
Dat had hij gedacht.
Een klap tegen zijn slaap zorgde ervoor dat zijn hoofd hard naar links sloeg en contact maakte met de muur, voor een hand zich om de achterkant van zijn jas sloot en hem weer overeind trok. 'Nog zo'n opmerking, Riderhood,' siste Jackson in zijn oor, 'en je ligt in het meer. Begrepen?'
Rowan deed een poging zich los te rukken, maar Jackson greep zijn pols. 'Begrepen?!'
Kael
Ze liep naar een wat rustiger plekje, dichtbij de uitgang.
"Zoals je vast wel hebt gehoord is mijn nichtje druk bezig met haar project voor dierenwelzijn," begon de man en ook al had Kael geen flauw idee wie dat nichtje was, hij knikte desondanks alsof hij volledig ingelicht was.
"En ze heeft iemand nodig voor een reclamespotje. Ik stelde jou voor en ik geloof dat ze er wel oren naar had. Lijkt dat je wat, Kael? Het verdiend goed, uiteraard."
Kael dacht snel na. Hoe moeilijk kon het zijn? En een beetje extra cash was nooit weg.
"Dat lijkt me enig," zei hij daarom met een lach.
Rowan
Hij kneep zijn ogen even dicht.
Kalm, Rowan.
Jackson had zijn hand van achteren om zijn hals gesloten, en ademhalen werd moeilijker. Hij knikte kort.
'Ik hoorde niets.' Zijn arm werd bijna uit de kom getrokken toen Jackson hem met zijn buik tegen de muur drukte. 'Wat zei je?'
Rowan gaf geen antwoord en probeerde normaal adem te halen. De hand verstrakte.
'B- begrepen.'
Hij werd pas losgelaten nadat een vuist hem hard op zijn schouder raakte, waardoor zijn knieën het begaven.
'Braaf.' Ze lieten hem op de grond zakken.
Rowan haalde even diep adem.
Kalmeer, in godsnaam.
Kael
"Blij dat te horen, blij dat te horen. Vertel eens, hoe gaat het nu met je? Je wil niet weten hoeveel verhalen er over jou rond gaan. En over je zus natuurlijk."
Kael knipperde met zijn ogen. Hij had niet verwacht dat hij zo fascinerend zou zijn voor deze mensen.
"Het- gaat prima," antwoordde hij, een beetje verbouwereerd. Toen herstelde hij zich weer.
"Wat voor verhalen precies, als ik zo vrij mag zijn?"
Bernard haalde zijn forse schouders op.
"Oh, je kent dat wel," zei hij, duidelijk niet geheel op zijn gemak. "Van die verhalen."
Kael kreeg de indruk dat Bernard weinig wist en gewoon hoopte dat Kael hem dingen zou vertellen.
"Op die manier. Maar, nee, het gaat z'n gangetje," zei hij met een bescheiden glimlach.
Rowan
Wankelend kwam hij overeind en moest zich aan de muur overeind houden om niet om te vallen. Hij begon weer te lopen, maar niet terug naar het appartement - hij kon het niet riskeren dat Jackson hem misschien zou volgen. Met trage, slepende passen sloeg hij de hoek om, niet helemaal wetend waar hij heen ging.
Een beeld van een paar uur terug schoot hem te binnen - het adres waar Kael die avond zou zijn, opgeschreven op een stickie die op de koelkast had gehangen. Hij kneep zijn ogen even dicht. Kon hij dat maken?
Kael
Na een beetje gepraat over koetjes en kalfjes kwam het gesprek op het punt dat Kael eigenlijk vanaf de opmerking over verhalen die ronde deden over hem wel aan had zien komen.
"En, zie jij je vader nog vaak? Ik moet hem ook echt weer eens even spreken."
Kael schudde zijn hoofd.
"Nee, ik woon momenteel hier in Manhattan, dus het nogal een eind om zo even te reizen," zei Kael soepel. Onwillekeurig vroeg hij zich af of wat hij er tegen dat meisje uit had geflapt misschien doorvertelt zou worden. Vermoedelijk wel. Nou ja, dat was dan maar zo. Hoorde Mortimer ook eens de waarheid.
Rowan
Hij haalde even trillend adem en nam toen een besluit. Hij versnelde zijn pas, voor hoever dat kon, en liep met een grote omweg terug.
Hij aarzelde even toen hij voor het grote gebouw stond en keek omhoog. Hij had zijn capuchon over zijn hoofd getrokken.
Kael
"Oh, wat enig, waar dan?"
Kael besloot niet te vertellen dat hij vlakbij Harlem woonde. Eigenlijk wilde hij sowieso niet al te specifiek worden.
"Aan de rand van Central Park," antwoordde hij daarom. Met de grootte van Central Park zei dat alsnog bitter weinig, maar Bertrand leek afgescheept.
"Zo, dan woon je wel mooi, zeker."
"Absoluut."
Kael zette zijn lege glas op een passerend dienblad en pakte een nieuwe. Het was pas zijn derde deze avond en hij merkte er weinig van.
De hele avond al werd er klassiek gespeeld. Het verveelde Kael. Eigenlijk begon het hele feest hem te vervelen. De volgende keer zou hij regelen dat hij wel iemand mee mocht nemen.
Rowan
Na een paar minuten wist hij een zij-ingang te vinden - hij voelde er niets voor om aan te bellen en meteen in het middelpunt van de aandacht te staan. Met gebogen hoofd liep hij het halletje door, in de richting van de stemmen, toen hij per ongeluk tegen iemand aan botste.
'S- sorry,' excuseerde hij zich, en hij schrok even van zijn hese stem. Snel liep hij door.
Kael
Hij wilde zich eigenlijk even losmaken van de man, maar die leek veel te graag te willen praten.
"Om nog even terug te komen op dat spotje, jongen, hoe kunnen we je bereiken?"
Kael gaf de man zijn nummer. Adres leek hem geen goed idee, als het even vermeden kon worden. Niet dat hij verwachtte dat Mortimer zou zijn zoals Rowan's vader, integendeel, de kans dat Mortimer van zich liet horen was miniem, maar Kael wilde niet veel verder in dit wereldje terecht komen dan strikt noodzakelijk. Het zag er mooi uit en de feestjes op zijn tijd hadden wel wat, maar daar bleef het bij.
Rowan
Hij trok zijn capuchon van zijn hoofd toen hij de grote zaal naderde, waar zo te horen de meeste mensen waren. Zo nu en dan liepen er groepjes van twee of drie de gang door, wierpen een afkeurende blik op zijn verwaarloosde uiterlijk en liepen dan snel weer door.
Uiteindelijk bleef hij staan zijn handen diep in zijn zakken, in een poging te kalmeren. Zijn ogen schoten door de zaal, in een poging Kaels donkere haar te vinden, toen een tweede man hem aanstootte en hem verbaasd aan keek. 'Wat doe jij hier?'
'N - niets, ik -'
'Maak dan dat je wegkomt.'
'Maar ik zoek -'
'Heb je een uitnodiging bij je?'
'Nee, maar -' Hij haalde even trillend adem.
Kael
"Nou, dan kan je binnenkort denk ik wel een belletje verwachten. Ik zal het haar meteen vertellen als ik haar weer zie," zei Bertrand opgetogen. Kael glimlachte.
"Dank u wel," zei hij.
"Oh, en beste Kael," begon hij, maar Kael was afgeleid. Hij hoorde een bekende stem en ook Bertrand leek nu door te hebben dat er iets was.
Langzaam draaide Kael zich om.
"Rowan-"
Met grote passen beende hij naar zijn vriend toe, om die scherp op te nemen.
"Rowan, wat is er gebeurd?" vroeg hij, geen acht slaand op de man, die hem verbaasd aankeek.
Rowan
Hij keek de oudere jongeman niet recht aan en balde zijn handen tot vuisten in de zakken van zijn vest. 'Kan ik - kan ik je even alleen spreken?'
Kael
Hij fronste even en keek toen naar de man die bij Rowan was.
"Ik ken hem. Ik regel dit verder," zei hij kalm, maar beslist. De man aarzelde. "Ik regel het," herhaalde Kael met klem en de man gaf toe. Kael legde een hand op Rowan's rug.
"Kom, we gaan," zei hij zacht. Hij nam de jongen op, die eruitzag alsof er iets vrij onaangenaams was gebeurd. Zo had hij hem al talloze keren gezien, maar het wende nooit.
Rowan
Hij liet zich meevoeren door Kael, en pas toen ze weer stil stonden keek hij hem recht aan. 'Ik, eh..' Hij wankelde even, en hield zich overeind aan de muur. 'Ik - sorry.' Hij wendde zijn blik weer af. 'Ik ga wel, ik -' Diep ademhalend verborg hij zijn gezicht in zijn handen.
Kael
Hij fronste, maar pakte toen Rowan's schouders beet.
"Jij gaat in je eentje nergens heen," zei hij toen beslist. Hij knikte naar een bankje in de hal waar ze stonden, die nu iedereen binnen was geheel leeg was.
"En dan kan je me vertellen wat er gebeurd is."
Rowan
Hij liet zijn handen zakken en drukte zijn vingers tegen zijn mond voor hij met hese stem begon uit te leggen wat er was gebeurd. Zijn stem sloeg meerdere keren over, en toen hij klaar was kon hij alleen voor zich uit kijken.
Kael
Met een ernstige uitdrukking op zijn gezicht luisterde hij, nog steeds met zijn hand op Rowan's rug. Hij voelde een mengelin van boosheid en medelijden. Hij had zelf genoeg kutgrappen uitgehaald, zelfs met anderen, maar dit soort dingen had hij nooit kunnen begrijpen. Hij zou alleen gewelddadig kunnen zijn naar iemand die het verdiende, Rowan's pa, om er maar een te noemen.
"Wat een hufter," zei hij uiteindelijk. Hij nam Rowan op. "Heb je medische hulp nodig, denk je?"
Rowan
Hij schudde zijn hoofd. 'Nee, het valt wel mee denk ik.' Hij voelde even aan zijn slaap. 'Ik ga naar huis.' Voorzichtig kwam hij overeind.
Kael
Hij knikte en stond ook op.
"Ik ga met je mee," zei hij nuchter. "Wacht, ik haal even mijn jas op bij de garderobe. Ik ben zo terug," zei hij, waarna hij de gang inliep, naar de garderobe. Niet veel later kwam hij terug met zijn zwarte, wollen jas.
Rowan
Hij stak zijn handen dieper in zijn zakken en wachtte. Toen hij weer verscheen ontspande hij iets, wachtte tot ze naast elkaar stonden en begon te lopen.
Kael
De koele avondlucht voelde aangenaam en hij begreep volkomen waarom Rowan een wandeling had willen maken.
Hij keek even opzij en porde Rowan toen zacht met zijn elleboog.
"Ik kan jou ook geen moment alleen laten, he?" zei hij toen, ietwat plagerig.
Rowan
Er verscheen een scheve grijns op zijn gezicht, die ervoor zorgde dat de schram op zijn wang iets uitrekte. 'Sorry...'
Kael
Het deed hem goed in ieder geval nu ook weer een lach op Rowan's gezicht te zien.
Terwijl ze liepen genoot hij van de stilte. Het continue gepraat op het feest was nou niet bepaald rustgevend. Het hielp ook niet dat hij zich de hele middag en avond netjes had gedragen, op had gezeten en pootjes had gegeven en non stop lastige vragen had moeten ontwijken.
Ergens hoopte hij Rowan's aanvaller weer tegen te komen. Waar dat confronterende gevoel vandaan kwam wist hij niet echt, al had hij zijn vermoedens.
Rowan
Toen ze het straatje naderden ging hij langzamer lopen, tot hij helemaal stilstond. 'Eh, Kael?' Hij keek even over zijn schouder. 'Kunnen we door een wat drukkere straat lopen?'
Kael
Hij keek op. Zijn donkere ogen namen die van Rowan kort op. Toen knikte hij.
"Goed."
Rowan
'Dank je. ' Hij haalde even diep adem en begon weer te lopen.
6th Avenue was goddank zo vol met mensen dat ze niet opvielen, en hij versnelde zijn pas zodat ze niet veel later weer voor het appartement stonden.
Kael
Hij deed de deur open en stapte naar binnen. Hij liep door naar de kamer en zocht comfortabele kleren uit. Na een hele avond deftig lopen doen had hij zowaar weer eens behoefte aan een goede, oude joggingbroek, met een hoodie erop.
Rowan
Hij drukte zijn hand even tegen zijn slaap toen zijn hoofdpijn weer opspeelde, en hij zonk languit op de bank. Hij had zijn jas en vest nog aan, terwijl het in de kamer nogal warm was, maar dat was wel het minste wat hem nu kon schelen.
Kael
Hij keek om naar Rowan.
"Gaat het wel?" vroeg hij scherp, terwijl hij zijn overhemd losknoopte. Hij stond al in zijn joggingbroek, die een scherp contrast vormde met hoe hij er normaal bij liep.
Rowan
Hij verborg zijn gezicht even in zijn handen en knikte eens. 'Jawel, dank je.' Hij keek even naar hem op. 'Sorry dat ik zo binnen kwam vallen.'
Kael
Hij keek Rowan even ongelovig aan, maar liet het rusten.
"Maakt niet uit joh," zei hij schouderophalend. Hij hing het overhemd over een stoel en trok een shirt aan, gevolgd door de donkerblauwe hoodie.
"Daar komt bij," zei hij, toen zijn hoofd weer zichtbaar was, "dat het toch al niet zo'n knalfuif was."
Rowan
Hij grijnsde iets. 'Ah.' Zuchtend rekte hij zich uit en kroop iets weg in zijn vest, de capuchon half over zijn hoofd getrokken. Hij keek even naar Kael op.
Kael
Hij ging op zijn bed zitten en rekte zich uit.
"Had ik al verteld dat ze me voor een reclamespotje hebben gevraagd?" zei hij toen met een kleine grijns. Het was hem eigenlijk net weer te binnen geschoten.
Rowan
Hij aarzelde even, voor hij overeind kwam en naast Kael op bed ging zitten. 'Serieus? Wat voor reclamespotje?'
Kael
"Iets met een of ander goed doel, geloof ik," zei hij met een grijns. "Door alle drukte daar ben ik de details even kwijt, maar als het geen loze belofte is wordt ik over een poosje gebeld."
Hij kon niet ontkennen dat hij het ergens wel een vet idee vond. Plus, het feit dat hij op TV zou komen sprak hem ook wel aan.
Rowan
Er verscheen een grijns rond zijn mond. 'Nice.' Hij zuchtte even diep en liet zich achterover op het bed vallen. 'Nu ik nog.'
Kael
"Volgende keer neem ik je mee. Geloof me, die feesten zijn aan de saaie kant, maar ze bieden mogelijkheden," grijnsde Kael. "En lekker eten. En mooie vrouwen, al ontmoette ik er een die net de verkeerde vragen stelde."
Rowan
Hij lachte zacht. 'Daar ken ik er ook een paar van, al zullen we onder verkeerde vragen waarschijnlijk allebei iets anders verstaan.'
Hij gaapte onwillekeurig en sloor zijn ogen even.
Kael
"Ongetwijfeld." Door Rowan moest hij ook gapen en hij keek op de klok.
"Maar terug naar je bank jij, ik wil m'n bed in," grinnikte hij en hij trok zijn sweater, shirt en joggingbroek weer uit, omdat het net even te warm was om daarin te slapen.
Rowan
Hij kreunde zacht. 'Ugh...' Hij grijnsde half en bleef liggen. 'Ik lig hier wel goed.'
Kael
"Ook goed, maar schuif dan een klein beetje op, dan pas ik er nog bij," zei hij geamuseerd. Niet dat hij Rowan anders niet zelf een stukje zou verplaatsen.
Rowan
Hij lachte onwillekeurig en schoof een stuk opzij, zodat Kael er ook bij kon liggen. Zo'n smal bed was het niet, dus met z'n tweeën er op liggen was geen probleem.
Toen Kael naast hem lag draaide hij zijn hoofd iets en grijnsde.
Kael
Hij rekte zich even ontspannen uit en trok alleen het laken op. De rest was hem te warm. Hij beantwoordde de grijns van Rowan. Vervolgens rolde hij op zijn zij, zoals hij meestal sliep.
"Trusten," mompelde hij.
Rowan
Hij legde een arm onder zijn hoofd en deed hetzelfde. 'Trusten.' Hij sloot zijn ogen.
Kael
Hij sliep vrij snel in en droomde die nacht van allerlei onsamenhangende dingen, ook al leken ze in zijn slaap volkomen logisch, zoals dromen dat wel vaker doen.
Toen hij de volgende ochtend wakker werd was dat omdat de zon al helder door de gordijnen kierde. Hij gaapte en kwam overeind. Zijn haar zat een tikje verward en afwezig haalde hij zijn hand erdoorheen.
Rowan
Hij schrok wakker toen zijn arm werd verschoven, en verborg zijn gezicht in het kussen. De zon was nog veel te fel om zijn ogen te openen.
Hij mompelde iets onverstaanbaars voor hij iets overeind kwam. 'Goedemorgen...'
Kael
Zwierig draaide hij zich om.
"Morgen," zei hij, alweer iets wakkerder dan net. Hij opende de gordijnen en zonlicht stroomde de kamer in.
"Ah, heerlijk," merkte hij op.
Rowan
Hij grijnsde zwakjes, zijn ogen nog half dicht. Niet te snel kwam hij overeind, rekte zich uit en gaapte eens voor hij doorliep naar de keuken.
Kael
Hij keek Rowan even aan en trok toen maar eens een gewone korte broek aan, met daarop een eenvoudig wit overhemd, waarvan hij werktuiglijk de mouwen een stukje oprolde. Zo kwam hij een warme dag wel door.
Hij liep ook naar de keuken.
Rowan
Hij haalde zijn hand door zijn gezicht, de slaap uit zijn ogen wrijvend, en pakte een glas uit het kastje. Opnieuw nam hij een pilletje in en stak de tweede in zijn zak.
Het glas in zijn hand draaide hij zich om naar Kael, zijn rug tegen het aanrecht, en grijnsde scheef.
Kael
Hij glimlachte even en pakte voor zichzelf een glas cola. Hij leunde eveneens tegen het aanrecht terwijl hij langzaam begon te drinken.
"Ik stel voor dat we vandaag gaan zwemmen of zo," zei hij.
Rowan
Hij aarzelde even. 'Ik, eh... ik heb geen zwemspullen bij me.'
Kael
"Dan ga je toch gewoon in je boxers?" zei hij opgewekt. Hij pakte een doos ontbijtgranen uit een kast en gooide wat in een bord. Hij pakte een pak melk en goot een beetje over de ontbijtgranen heen.
Rowan
Hij grinnikte zacht en ging aan de ontbijttafel zitten, het glas water voor zich neerzettend. 'Ik kijk wel even.' Gapend haalde hij zijn vingers even door zijn haar.
Kael
"Wat jij wil," zei hij luchtig. Rowan ging gezellig mee zwemmen, al leek hij daar zelf nog niet helemaal van op de hoogte. Dat kwam wel. All in due time. Hij ging ook zitten en begon aan zijn ontbijt.
Rowan
Nogal afwezig dronk hij zijn glas leeg, en staarde wat voor zich uit. Toen kwam hij overeind om zijn tas te pakken en stopte het doosje medicatie terug, voor hij weer terug ging zitten.
Kael
Hij was iets later klaar.
"Als je niet gaat zwemmen, wat wilde je dan in vredesnaam gaan doen op een dag als vandaag?" vroeg hij. Hij kon zich niet voorstellen dat je met zulk weer binnen wilde zitten.
Rowan
Hij haalde zijn schouders op. 'Weet ik niet.' Hij leunde iets naar achter in zijn stoel en staarde naar het tafelblad. 'Ik denk dat ik even ga kijken waar ik kan solliciteren... Heb je een krant of zo?'
Kael
"Ja, die laten we altijd in de badkamer slingeren," zei Kael luchtig. Dan was er iets te lezen als- nou ja, dan was er iets te lezen.
Rowan
Hij knikte eens, kwam overeind en verdween even in de badkamer, voor hij terug kwam met een stapeltje kranten van de afgelopen week. Hij zonk weer aan tafel neer, pakte zijn bril uit zijn rugzak en sloeg de eerste open.
Kael
Nu Rowan druk bezig was besloot Kael ook maar iets productiefs te gaan doen, zij het met frisse tegenzin. Als hij zich niet vergiste was het aan hem de keuken min of meer schoon te maken.
Met een zucht pakte hij een spons uit het keukenkastje.
Rowan
Hij had een pen uit zijn rugzak gepakt, zijn kin op de rand van de tafel en scande de eerste krant door. Hij fronste licht uit concentratie.
Kael
Hij maakte de spons nat en keek even uit het keukenraampje. De zonovergoten straat was zo aanlokkelijk. Een paar jongens liepen shirtloos voorbij. Handdoeken om hun nek, zwembroeken aan. Kael had veel zin om hun voorbeeld te volgen.
Hij liep naar zijn kamer en gooide de spons naar Rowan.
"Hee, Rowan, we gaan zwemmen," zei hij monter.
Rowan
Onwillekeurig dook hij in elkaar toen de natte, koude spons hem in zijn nek raakte, en snel hief hij zijn hoofd op. Licht fronsend duwde hij zijn bril recht. 'Hé, ik draag een bril. *mijn excuus* Morgen kunnen we ook wel zwemmen, maar ik ben nu bezig.' Hij pakte zijn pen weer op.
Kael
Hij pakte de spons weer op en leunde toen zonder enige gene met zijn onderarmen op Rowan's nek en schouders.
"Wordt je boos als ik in je oor blaas?"
Rowan
Hij keek niet op en wilde Kael eigenlijk negeren. 'Ja.'
Kael
"Oh, dan zal ik niet in je oor blazen," zei Kael onschuldig. In een paar snelle bewegingen trok hij de kraag van Ruwan's shirt naar achteren, liet hij de spons erin vallen en sprintte hij naar de deur.
Rowan
'Hé!' Hij griste de spons uit zijn shirt, die een donkere vlek achterliet op de rode stof, en kwam langzaam overeind. 'Die krijg je terug, Brown.' Er verscheen een grijns op zijn gezicht.