Hij bevroor van binnen toen op de gang de bel ging, niet één, maar meerdere keren achter elkaar. Eigenlijk durfde hij niet te bewegen, bang dat - wie het ook was - ze hem door het matglas konden zien.
'Doe open,' zei Emili kalm toen er opnieuw gebeld werd, maar hij schudde bijna onzichtbaar zijn hoofd, nog steeds met grote ogen naar de deur starend. Langzaam begon hij door te krijgen wie er achter stond.
Shit.
Nu werd er geklopt, en ondanks zijn eigen paniek merkte hij dat Kael opgejaagd was. Hoe in godsnaam had hij zo snel geweten dat hij hier was?
'Ik zei toch dat hij je zou vinden,' verweet Emili hem op zachte toon, maar hij gaf geen antwoord en gebaarde alleen dat ze stil moest zijn.
'Doe open, Rowan. Je vader is er niet, wat kan er mis gaan?'
Verscheurd door twijfels keek hij weer om toen er opnieuw aangebeld werd, en langzaam liep hij richting de deur.
'K- Kael?' Zijn stem klonk verstikt. 'Kael, ga alsjeblieft weg... mijn vader - hij - ik weet niet wanneer hij terug komt.' Hij stond nu vlak bij het glas, en hij kon Kaels gezicht vaag onderscheiden. 'Ik red me wel.'
Laatst aangepast door Rowan op wo jul 16, 2014 10:29 pm; in totaal 1 keer bewerkt