Niet ver genoeg.
Ze wist het pas toen ze voelde dat haar rechtervoet de overkant niet haalde. Haar linkervoet was nog lang niet aan de overkant, haar rechtervoet miste met een paar centimeter. Ze had zo hard mogelijk gesprongen, dacht echt dat het te halen was, maar blijkbaar niet. Ze wachtte op de scherpe pijn die geheid ging komen. Zo stom, dat zo'n ondoordachte sprong haar dood ging worden, terwijl ze het niet eens zo bedoelt had.
De klap op het water verbaasde haar, en al helemaal toen ze zichzelf naar boven wist te halen. Het was diep genoeg, ze had geen dodelijke sprong gemaakt, ze leefde nog! Verbazing nam al snel plaats voor een efficiënte berekendheid. Stroming trok haar weer naar beneden en zoog haar mee. Ze stribbelde tegen, probeerde zich schrap te zetten, maar het was te diep om daar de bodem voor te gebruiken. Haar handen grabbelden naar stenen die langs de kant stonden, maar ze kreeg geen houvast. De stroming trok haar onder, benam haar de adem. Ze probeerde wanhopig een lading lucht naar binnen te krijgen, maar haar longen stroomden vol met water. In paniek maakte ze een paar slagen, voelde ze hoe ze tegen een steen gesmakt werd. Dat kon haar redding zijn! Ze klemden haar benen er omheen, ondanks dat het een brede steen was, en met wat beenkracht duwde ze zichzelf naar de oppervlakte. Trillerig haalde ze adem, voelde hoe haar hele lichaam crepeerde van het koude water en het water wat in haar longen terecht was gekomen. Ze hoestte en kuchte hevig, om op die manier het water uit haar longen te laten gaan. Verslagen legde ze haar hoofd op de steen neer.
Ze wist niet precies hoe het gebeurde, maar ze verloor haar grip op haar enige rustpuntje en werd weer ondergetrokken. Ditmaal had ze zich enigsinds voor weten te bereiden en stierf ze geen duizend doden toen ze onder water kwam. Met een paar stevige slagen kwam ze weer naar de oppervlakte, waar een nieuwe schrik op haar lag te wachten. Ja hoor, alsof het allemaal niet rottig genoeg was. Een waterval, waar ze niet meer omheen kon. Solance sloot haar ogen en een traan rolde verlaten langs haar wang. Hij viel niet op bij de rest van de nattigheid. Dit was haar einde, haar verdomde einde, een of andere kutwaterval. Het was niet eens haar plan geweest! Ze was gewoon een wandeling aan het maken, over wat stenen aan het springen! Kutwereld.
De stroming van de waterval trok haar naar beneden en ze voelde de vrije val. Dat verbaasde haar. Ze hield haar lijf zo stijf als een plank, weigerde het zich te veroeren, en plonsde toen in het meertje waar deze waterval in uitkwam.
Haar hoofd kwam boven, ze snakte naar adem, maar ze realiseerde zich het voornaamste. Ze was nog niet dood! Nog nooit was ze zo opgelucht geweest dat ze niet dood was. Verbaasd keek ze rond, dat ze nog kón zien! Ze maakte een aantal stevige slagen met haar armen en zwom naar het strandje toe. Daar ging ze op liggen en viel zo ongeveer in slaap. Ze was uitgeput en ze had een aantal wonden opgelopen door de scherpe, puntige stenen in het water. Het viel wel mee, dacht ze.
Haar ogen vlogen open en ze keek angstig de omgeving rond. De schemer was ingevallen en ze lag nog steeds op het strandje. Haar kleding was droog, maar het schuurde wel. Opgedroogd zand tussen je kleding was niet bepaald een pretje. Ze had iets gehoord, maar wist niet wat. Ze krabbelde overeind en ging staan. Een duizeligheid overviel haar. Behalve dat ze nauwelijks wat gegeten had, voelde ze zich nog steeds uitgeput van haar ritje met de waterval.
Riot. Yeahss, je ziet weer eens een van haar minder slimme dingen.
Ze wist het pas toen ze voelde dat haar rechtervoet de overkant niet haalde. Haar linkervoet was nog lang niet aan de overkant, haar rechtervoet miste met een paar centimeter. Ze had zo hard mogelijk gesprongen, dacht echt dat het te halen was, maar blijkbaar niet. Ze wachtte op de scherpe pijn die geheid ging komen. Zo stom, dat zo'n ondoordachte sprong haar dood ging worden, terwijl ze het niet eens zo bedoelt had.
De klap op het water verbaasde haar, en al helemaal toen ze zichzelf naar boven wist te halen. Het was diep genoeg, ze had geen dodelijke sprong gemaakt, ze leefde nog! Verbazing nam al snel plaats voor een efficiënte berekendheid. Stroming trok haar weer naar beneden en zoog haar mee. Ze stribbelde tegen, probeerde zich schrap te zetten, maar het was te diep om daar de bodem voor te gebruiken. Haar handen grabbelden naar stenen die langs de kant stonden, maar ze kreeg geen houvast. De stroming trok haar onder, benam haar de adem. Ze probeerde wanhopig een lading lucht naar binnen te krijgen, maar haar longen stroomden vol met water. In paniek maakte ze een paar slagen, voelde ze hoe ze tegen een steen gesmakt werd. Dat kon haar redding zijn! Ze klemden haar benen er omheen, ondanks dat het een brede steen was, en met wat beenkracht duwde ze zichzelf naar de oppervlakte. Trillerig haalde ze adem, voelde hoe haar hele lichaam crepeerde van het koude water en het water wat in haar longen terecht was gekomen. Ze hoestte en kuchte hevig, om op die manier het water uit haar longen te laten gaan. Verslagen legde ze haar hoofd op de steen neer.
Ze wist niet precies hoe het gebeurde, maar ze verloor haar grip op haar enige rustpuntje en werd weer ondergetrokken. Ditmaal had ze zich enigsinds voor weten te bereiden en stierf ze geen duizend doden toen ze onder water kwam. Met een paar stevige slagen kwam ze weer naar de oppervlakte, waar een nieuwe schrik op haar lag te wachten. Ja hoor, alsof het allemaal niet rottig genoeg was. Een waterval, waar ze niet meer omheen kon. Solance sloot haar ogen en een traan rolde verlaten langs haar wang. Hij viel niet op bij de rest van de nattigheid. Dit was haar einde, haar verdomde einde, een of andere kutwaterval. Het was niet eens haar plan geweest! Ze was gewoon een wandeling aan het maken, over wat stenen aan het springen! Kutwereld.
De stroming van de waterval trok haar naar beneden en ze voelde de vrije val. Dat verbaasde haar. Ze hield haar lijf zo stijf als een plank, weigerde het zich te veroeren, en plonsde toen in het meertje waar deze waterval in uitkwam.
Haar hoofd kwam boven, ze snakte naar adem, maar ze realiseerde zich het voornaamste. Ze was nog niet dood! Nog nooit was ze zo opgelucht geweest dat ze niet dood was. Verbaasd keek ze rond, dat ze nog kón zien! Ze maakte een aantal stevige slagen met haar armen en zwom naar het strandje toe. Daar ging ze op liggen en viel zo ongeveer in slaap. Ze was uitgeput en ze had een aantal wonden opgelopen door de scherpe, puntige stenen in het water. Het viel wel mee, dacht ze.
Haar ogen vlogen open en ze keek angstig de omgeving rond. De schemer was ingevallen en ze lag nog steeds op het strandje. Haar kleding was droog, maar het schuurde wel. Opgedroogd zand tussen je kleding was niet bepaald een pretje. Ze had iets gehoord, maar wist niet wat. Ze krabbelde overeind en ging staan. Een duizeligheid overviel haar. Behalve dat ze nauwelijks wat gegeten had, voelde ze zich nog steeds uitgeput van haar ritje met de waterval.
Riot. Yeahss, je ziet weer eens een van haar minder slimme dingen.