Haar handen gleden voorzichtig over het stro. Een glimlach tekende haar gezicht, zoals deze altijd haar gezicht tekende. Ze droeg vandaag een lichte spijkerbroek met daarop een dieprood gekleurde blouse. Haar haren vielen in een krul langs haar gezicht en op haar gezicht droeg ze wat lichte make-up. Het echt zware geschut was 1) nog niet uitgepakt en 2) droeg ze alleen op speciale gelegenheden zoals grootse feesten. In haar leven waren er zat grootse feesten waar ze heen moest. Haar vader was een bekende schrijver en haar moeder was een literatuurdocente op de universiteit. Vooral door haar vader kwam ze overal en moest ze naar premières toe. Daardoor kwam ze zelf veel in aanraking met boeken en was ze een lezer van nature. Het gebeurde met regelmaat dat haar moeder haar moest dwingen wat te eten omdat zij en haar vader weer eens te diep verzonken waren in een boek.
Al met al had Allison een geweldig leven. Het enige vervelende was nu dan de verhuizing vanwege de baan van haar moeder. Allison had een hele hoop vrienden gehad in het geweldige Engelse stadje waar ze eerst had gewoond en van al deze mensen had ze afscheid moeten nemen. Maar daarvoor in de plaats kwam wel dat ze hier op een groter stuk grond woonde, letterlijk aan de rand van het bos woonde, en dat Allison een eigen paard was beloofd. Aan dat eigen paard hingen een hoop voorwaarden waaronder dat ze zelf op onderzoek moest gaan naar stalling. Maar Allison, grote paardengek die ze er was, had er alles voor over om dat tot een goed einde te brengen.
Ze was nu op het terrein van een trainingsstal. Trainingsstal Scodelario. Ze was richting een gebouw gelopen en had zich erin gewaagd en nu stond ze te kijken naar de enige jongen die in het gebouw aanwezig was. De jongen was niet bewust van zijn omgeving en stond op zachte toon met de zwarte merrie voor hem te praten. De borstel die hij in zijn handen had maakten ritmisch herhalende bewegingen op de huid van het dier.
"Hoi," maakte Allison haar aanwezigheid bekend. "Ik ben Allison! Wat een prachtdier heb je daar zeg, is ze van jou?"
Al met al had Allison een geweldig leven. Het enige vervelende was nu dan de verhuizing vanwege de baan van haar moeder. Allison had een hele hoop vrienden gehad in het geweldige Engelse stadje waar ze eerst had gewoond en van al deze mensen had ze afscheid moeten nemen. Maar daarvoor in de plaats kwam wel dat ze hier op een groter stuk grond woonde, letterlijk aan de rand van het bos woonde, en dat Allison een eigen paard was beloofd. Aan dat eigen paard hingen een hoop voorwaarden waaronder dat ze zelf op onderzoek moest gaan naar stalling. Maar Allison, grote paardengek die ze er was, had er alles voor over om dat tot een goed einde te brengen.
Ze was nu op het terrein van een trainingsstal. Trainingsstal Scodelario. Ze was richting een gebouw gelopen en had zich erin gewaagd en nu stond ze te kijken naar de enige jongen die in het gebouw aanwezig was. De jongen was niet bewust van zijn omgeving en stond op zachte toon met de zwarte merrie voor hem te praten. De borstel die hij in zijn handen had maakten ritmisch herhalende bewegingen op de huid van het dier.
"Hoi," maakte Allison haar aanwezigheid bekend. "Ik ben Allison! Wat een prachtdier heb je daar zeg, is ze van jou?"