Rowan had geen idee hoe laat het was toen hij uit de aangenaam warme winkel de koude avondlucht in stapte. Hij was liever nog even binnen gebleven, maar het zou niet heel lang meer duren voor alle winkels zouden sluiten en dan zou hij alsnog op straat staan.
De hoofdstraat was zoals altijd volgepakt met mensen die tegen elkaar aan liepen, taxi’s die om de seconde moesten toeteren om geen voetganger van de sokken te rijden, feestgangers die ondanks het feit dat het nog maar zeven uur was al redelijk aangeschoten waren – alle redenen waren er om er zo snel mogelijk weg te willen. De felle lichten bezorgden hem hoofdpijn, maar het was ongeveer de enige plek rond deze tijd op de dag waar het tenminste nog een beetje warm was.
Zijn schouders opgetrokken tegen de lichte regen en scherpe wind waar hij zichzelf had willen beschermen door de winkel binnen te gaan versnelde hij zijn pas, zijn ogen op de straat gericht. Daardoor bleef hij tegen mensen aan stoten, maar hij nam de tijd niet om stil te blijven staan en zich te verontschuldigen. Hij leek niet echt helder te kunnen nadenken – zijn hoofd was gevuld met de fluisterende stemmen, gemengd met het constante geluid om hem heen, en beiden dreven hem gek.
Val toch dood.
De stemmen op zich waren niet zo erg. Hij was er na al die jaren aan gewend geraakt. Het vreselijke moment was echter als hij kon verstaan wat ze tegen hem zeiden.
Hij haalde even diep adem en begon langzamer te lopen toen hij eindelijk een rustiger gedeelte van de stad had bereikt, waar maar hier en daar een late voetganger liep. Met zijn handen achter zijn hoofd liep hij verder, zonder eigenlijk te weten waar hij heen ging. Het kon hem op het moment eigenlijk allemaal bitter weinig schelen.
Terug naar huis was voor de komende paar dagen geen optie. Misschien als hij zeker wist dat zijn vader er niet was, of als hij op de een of andere manier contact kon maken met Sabrina – maar het feit dat zijn zusje de hele dag op school zat hielp ook niet mee.
Ze is bang voor je.
Hij klemde zijn kaken op elkaar en wierp even een blik op de grijze hemel. De blik die Sabrina hem gegeven had na die keer dat hij volledig door het lint gegaan was leek permanent op zijn netvlies gebrand te zijn.
‘Rowan!’
Zijn ingewanden bevroren. Zonder zich om te draaien versnelde hij zijn pas terwijl de voetstappen achter hem dichterbij kwamen, tot hij het op een lopen zette. De stemmen in zijn hoofd werden luider bij elke stap die hij zette.
Hij kwam echter niet heel ver. Een harde hand greep Rowan bij de achterkant van zijn jas en trok hem ruw naar achter. Hardhandig werd hij omgedraaid, en nog geen tel later keek hij in het gezicht van zijn vader. Hij kon zijn stem nauwelijks verstaan door het pandemonium dat losgebroken leek te zijn in zijn hoofd.
Wat Samuel in zijn richting schreeuwde ging volledig aan hem verloren. Het enige waar hij zich op kon concentreren was om daar zo snel mogelijk weg te komen. Maar voor hij ook maar een stap had kunnen zetten werd hij ruw naar achteren geduwd zodat de achterkant van zijn hoofd hard tegen de muur achter hem knalde. Een tweede klap zorgde ervoor dat er sterretjes voor zijn ogen begonnen te dansen, en het was alsof hij elk moment kon overgeven. Hij haalde gejaagd adem en probeerde weer helder na te denken, maar de wereld leek voor zijn ogen rond te draaien.
De hoofdstraat was zoals altijd volgepakt met mensen die tegen elkaar aan liepen, taxi’s die om de seconde moesten toeteren om geen voetganger van de sokken te rijden, feestgangers die ondanks het feit dat het nog maar zeven uur was al redelijk aangeschoten waren – alle redenen waren er om er zo snel mogelijk weg te willen. De felle lichten bezorgden hem hoofdpijn, maar het was ongeveer de enige plek rond deze tijd op de dag waar het tenminste nog een beetje warm was.
Zijn schouders opgetrokken tegen de lichte regen en scherpe wind waar hij zichzelf had willen beschermen door de winkel binnen te gaan versnelde hij zijn pas, zijn ogen op de straat gericht. Daardoor bleef hij tegen mensen aan stoten, maar hij nam de tijd niet om stil te blijven staan en zich te verontschuldigen. Hij leek niet echt helder te kunnen nadenken – zijn hoofd was gevuld met de fluisterende stemmen, gemengd met het constante geluid om hem heen, en beiden dreven hem gek.
Val toch dood.
De stemmen op zich waren niet zo erg. Hij was er na al die jaren aan gewend geraakt. Het vreselijke moment was echter als hij kon verstaan wat ze tegen hem zeiden.
Hij haalde even diep adem en begon langzamer te lopen toen hij eindelijk een rustiger gedeelte van de stad had bereikt, waar maar hier en daar een late voetganger liep. Met zijn handen achter zijn hoofd liep hij verder, zonder eigenlijk te weten waar hij heen ging. Het kon hem op het moment eigenlijk allemaal bitter weinig schelen.
Terug naar huis was voor de komende paar dagen geen optie. Misschien als hij zeker wist dat zijn vader er niet was, of als hij op de een of andere manier contact kon maken met Sabrina – maar het feit dat zijn zusje de hele dag op school zat hielp ook niet mee.
Ze is bang voor je.
Hij klemde zijn kaken op elkaar en wierp even een blik op de grijze hemel. De blik die Sabrina hem gegeven had na die keer dat hij volledig door het lint gegaan was leek permanent op zijn netvlies gebrand te zijn.
‘Rowan!’
Zijn ingewanden bevroren. Zonder zich om te draaien versnelde hij zijn pas terwijl de voetstappen achter hem dichterbij kwamen, tot hij het op een lopen zette. De stemmen in zijn hoofd werden luider bij elke stap die hij zette.
Hij kwam echter niet heel ver. Een harde hand greep Rowan bij de achterkant van zijn jas en trok hem ruw naar achter. Hardhandig werd hij omgedraaid, en nog geen tel later keek hij in het gezicht van zijn vader. Hij kon zijn stem nauwelijks verstaan door het pandemonium dat losgebroken leek te zijn in zijn hoofd.
Wat Samuel in zijn richting schreeuwde ging volledig aan hem verloren. Het enige waar hij zich op kon concentreren was om daar zo snel mogelijk weg te komen. Maar voor hij ook maar een stap had kunnen zetten werd hij ruw naar achteren geduwd zodat de achterkant van zijn hoofd hard tegen de muur achter hem knalde. Een tweede klap zorgde ervoor dat er sterretjes voor zijn ogen begonnen te dansen, en het was alsof hij elk moment kon overgeven. Hij haalde gejaagd adem en probeerde weer helder na te denken, maar de wereld leek voor zijn ogen rond te draaien.