Beter laat dan nooit; Riot's funeral topic. Chars die 'm een laatste eer willen bewijzen zijn welkom.
Het was een wisselvallige dag. Een waterig zonnetje werd afgewisseld door dunne bewolking. De zaal in het uitvaartcentrum was verrassend druk, ook al ging het meeste langs Iseco heen. De dagen na Riot’s dood was hij in een soort automatische piloot terecht gekomen. Zonder Margaret was dit alles niet gelukt. Ze had sowieso aardig wat strijd moeten leveren om dit alles voor elkaar te krijgen. Er waren harde woorden gevallen en aardig wat tranen gevloeid.
Het begon al met input van buitenaf. Iseco had een besloten begrafenis gewild. Klein en eenvoudig. Het liefst had hij het allemaal alleen willen regelen, maar dat had Margaret niet eerlijk gevonden. Riot's vriendin moest mee kunnen beslissen en zijn vrienden moesten afscheid kunnen nemen. Want die had hij, verrassend genoeg. Niet alleen bijna iedereen die bij de garage werkte, nee, hij bleek zowaar vrienden te hebben gemaakt waar ze niet eens van wisten.
En zo kwam het dat in de zaal allerlei mensen zaten die Iseco niet kende. Het was een kleine zaal, dat wel, in die zin was er een compromis gekomen.
Hij liet zijn blik over de massa gaan, zonder echt te zien. Hij keek weer voor zich. Hij, Margaret en Solance zaten op de voorste rij. Voor hen was het podium, vanaf waar ze nog een aantal dingen zouden zeggen, ter nagedachtenis. En daar voor hen was ook de plek waar de kist zou komen te staan.
Het werd stil. Iseco stond op en draaide zich om. Langzaam werd de kist naar binnen gedragen. Nog steeds was het gelaat van de man als uit graniet gehouwen. Margaret naast hem snikte zacht en instinctief trok hij haar tegen zich aan, werktuiglijk bijna. De kist passeerde hen en kwam uiteindelijk voor het podium te staan.
Aanvankelijk was vooral Margaret bang geweest dat het een gesloten kist zou worden, maar de schotwonden waren keurig afgedekt in de nieuwste kleren die de jongen had gehad. Zo zag hij er iets netter uit dan bij leven het geval zou zijn geweest, maar niet als iemand anders.
Het lichaam lag er vredig bij. Het werd vaak gezegd, maar het was waar; het leek alsof de jongeman lag te slapen. Zijn gelaat was ontspannen, zijn haar lag losjes op zijn voorhoofd en even betrapte Iseco zich erop dat hij verwachtte dat de jongen ieder moment weer adem kon gaan halen.
Een vrouw in nette kleding kwam naar voren gelopen en nam plaats .
“Welkom,” begon ze. Ze had een zachte, prettige stem. “We komen hier vanmiddag bijeen om afscheid te nemen van Riot DiRosilia. Als eerste zal de familie het woord nemen, waarna u langs de kist de zaal mag verlaten. Na afloop kunt u nog wat drinken, de familie condoleren of wat in het gastenboek achterlaten."
Het waren dit soort zakelijkheden die van Iseco niet gehoeven hadden en de man voelde zich misplaatst in deze zaal. Hij kon alleen maar naar de kist staren.
De vrouw verliet het podium en Iseco en Margaret stonden op; het woord was als eerste aan hen. Met lood in zijn schoenen begaf de man zich met zijn vrouw aan zijn zijde naar de microfoon. Hij zag betraande gezichten in de zaal. Een aantal mensen werden getroost door iemand naast hen.
Margaret nam het woord.
“Allereerst- allereerst dank jullie wel voor de opkomst.” Ze depte met een zakdoek haar ogen.
“Lieve Riot,” begon ze moeizaam. “Al jaren wisten we- wisten we dat het niet voor altijd goed kon gaan met jou. Je was als kind al druk en eigenzinnig. Je vond het liefst zelf je weg. Je had veel moeite met leren, maar je deed je best."
Ze moest even stoppen, overmand door haar verdriet.
“Ik heb mezelf dat nooit vergeven. Als… Als we je van begin af aan al naar school hadden kunnen laten gaan zou het anders zijn gelopen.
Je had het niet makkelijk. En vanaf je zeventiende werd het niet beter. Je jeugd en je onschuld werden je afgenomen."
Ze drukte haar hand tegen haar mond. De tranen rolden vrijelijk over haar wangen.
“Je was ondoordringbaar, beschadigd en nog nooit had ik liever gewild dat ik de tijd terug kon draaien. Maar je zette door. Je ging aan het werk in de garage, maar kreeg ook steeds vaker ruzie. Ik wilde je loslaten, maar ik was iedere avond dat je weg was zo bang dat het de laatste zou zijn."
Iets in Iseco leek te veranderen. De woorden, die Margaret amper uit haar keel kon krijgen, drongen eindelijk door.
“En toen kreeg je een vriendin, eindelijk weer. Iemand die je niet als een uitdaging zag. Er kwam een hond bij, je ging samen wonen, op jezelf. We waren zo verschrikkelijk trots op de stappen die je zette."
Margaret verborg haar gezicht nu even helemaal in haar handen.
“En nu is je dat alles afgenomen. Ik kan alleen maar hopen dat je leven vrediger is waar je nu bent. Rust zacht, lieve Riot."
En met die woorden ging ze zitten. Iseco bleef achter voor de microfoon, onzeker wat te doen met de emoties die langzaamaan de kop opstaken.
Hij opende zijn mond om te spreken, maar er kwam geen geluid uit. Ineens raakte het verdriet hem zoals het al die tijd niet had gedaan. De pijn overweldigde hem zo dat hij bijna verbaasd was dat zijn benen hem nog langer hielden. Hij haalde schokkerig adem terwijl de eerste tranen over zijn gezicht rolden.
“Vaarwel,” fluisterde hij, waarna ook hij weer plaatsnam.
Het was nu Solance haar beurt.
Het was een wisselvallige dag. Een waterig zonnetje werd afgewisseld door dunne bewolking. De zaal in het uitvaartcentrum was verrassend druk, ook al ging het meeste langs Iseco heen. De dagen na Riot’s dood was hij in een soort automatische piloot terecht gekomen. Zonder Margaret was dit alles niet gelukt. Ze had sowieso aardig wat strijd moeten leveren om dit alles voor elkaar te krijgen. Er waren harde woorden gevallen en aardig wat tranen gevloeid.
Het begon al met input van buitenaf. Iseco had een besloten begrafenis gewild. Klein en eenvoudig. Het liefst had hij het allemaal alleen willen regelen, maar dat had Margaret niet eerlijk gevonden. Riot's vriendin moest mee kunnen beslissen en zijn vrienden moesten afscheid kunnen nemen. Want die had hij, verrassend genoeg. Niet alleen bijna iedereen die bij de garage werkte, nee, hij bleek zowaar vrienden te hebben gemaakt waar ze niet eens van wisten.
En zo kwam het dat in de zaal allerlei mensen zaten die Iseco niet kende. Het was een kleine zaal, dat wel, in die zin was er een compromis gekomen.
Hij liet zijn blik over de massa gaan, zonder echt te zien. Hij keek weer voor zich. Hij, Margaret en Solance zaten op de voorste rij. Voor hen was het podium, vanaf waar ze nog een aantal dingen zouden zeggen, ter nagedachtenis. En daar voor hen was ook de plek waar de kist zou komen te staan.
Het werd stil. Iseco stond op en draaide zich om. Langzaam werd de kist naar binnen gedragen. Nog steeds was het gelaat van de man als uit graniet gehouwen. Margaret naast hem snikte zacht en instinctief trok hij haar tegen zich aan, werktuiglijk bijna. De kist passeerde hen en kwam uiteindelijk voor het podium te staan.
Aanvankelijk was vooral Margaret bang geweest dat het een gesloten kist zou worden, maar de schotwonden waren keurig afgedekt in de nieuwste kleren die de jongen had gehad. Zo zag hij er iets netter uit dan bij leven het geval zou zijn geweest, maar niet als iemand anders.
Het lichaam lag er vredig bij. Het werd vaak gezegd, maar het was waar; het leek alsof de jongeman lag te slapen. Zijn gelaat was ontspannen, zijn haar lag losjes op zijn voorhoofd en even betrapte Iseco zich erop dat hij verwachtte dat de jongen ieder moment weer adem kon gaan halen.
Een vrouw in nette kleding kwam naar voren gelopen en nam plaats .
“Welkom,” begon ze. Ze had een zachte, prettige stem. “We komen hier vanmiddag bijeen om afscheid te nemen van Riot DiRosilia. Als eerste zal de familie het woord nemen, waarna u langs de kist de zaal mag verlaten. Na afloop kunt u nog wat drinken, de familie condoleren of wat in het gastenboek achterlaten."
Het waren dit soort zakelijkheden die van Iseco niet gehoeven hadden en de man voelde zich misplaatst in deze zaal. Hij kon alleen maar naar de kist staren.
De vrouw verliet het podium en Iseco en Margaret stonden op; het woord was als eerste aan hen. Met lood in zijn schoenen begaf de man zich met zijn vrouw aan zijn zijde naar de microfoon. Hij zag betraande gezichten in de zaal. Een aantal mensen werden getroost door iemand naast hen.
Margaret nam het woord.
“Allereerst- allereerst dank jullie wel voor de opkomst.” Ze depte met een zakdoek haar ogen.
“Lieve Riot,” begon ze moeizaam. “Al jaren wisten we- wisten we dat het niet voor altijd goed kon gaan met jou. Je was als kind al druk en eigenzinnig. Je vond het liefst zelf je weg. Je had veel moeite met leren, maar je deed je best."
Ze moest even stoppen, overmand door haar verdriet.
“Ik heb mezelf dat nooit vergeven. Als… Als we je van begin af aan al naar school hadden kunnen laten gaan zou het anders zijn gelopen.
Je had het niet makkelijk. En vanaf je zeventiende werd het niet beter. Je jeugd en je onschuld werden je afgenomen."
Ze drukte haar hand tegen haar mond. De tranen rolden vrijelijk over haar wangen.
“Je was ondoordringbaar, beschadigd en nog nooit had ik liever gewild dat ik de tijd terug kon draaien. Maar je zette door. Je ging aan het werk in de garage, maar kreeg ook steeds vaker ruzie. Ik wilde je loslaten, maar ik was iedere avond dat je weg was zo bang dat het de laatste zou zijn."
Iets in Iseco leek te veranderen. De woorden, die Margaret amper uit haar keel kon krijgen, drongen eindelijk door.
“En toen kreeg je een vriendin, eindelijk weer. Iemand die je niet als een uitdaging zag. Er kwam een hond bij, je ging samen wonen, op jezelf. We waren zo verschrikkelijk trots op de stappen die je zette."
Margaret verborg haar gezicht nu even helemaal in haar handen.
“En nu is je dat alles afgenomen. Ik kan alleen maar hopen dat je leven vrediger is waar je nu bent. Rust zacht, lieve Riot."
En met die woorden ging ze zitten. Iseco bleef achter voor de microfoon, onzeker wat te doen met de emoties die langzaamaan de kop opstaken.
Hij opende zijn mond om te spreken, maar er kwam geen geluid uit. Ineens raakte het verdriet hem zoals het al die tijd niet had gedaan. De pijn overweldigde hem zo dat hij bijna verbaasd was dat zijn benen hem nog langer hielden. Hij haalde schokkerig adem terwijl de eerste tranen over zijn gezicht rolden.
“Vaarwel,” fluisterde hij, waarna ook hij weer plaatsnam.
Het was nu Solance haar beurt.