Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Slingers, slingers overal! [&&Riot]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Slingers, slingers overal! [&&Riot]  Empty Slingers, slingers overal! [&&Riot] di dec 25, 2012 7:41 pm

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Met haar armen over elkaar geslagen stond ze naar haar moeder te kijken, die haar aan het bekijken was. Ze vroeg zich af of haar moeder tevreden was, of dat haar moeder doorhad dat haar armen weer onder het verband zaten. De wonden wouden niet al te best genezen en een aantal waren aan het zweren. MAar dat was niet de reden dat ze nu bij haar ouders thuis was. Ze wou ze een prettig kerstfeest wensen en wat versiersels meeclaimen. Ja, ze was een beetje laat met het versieren van het huis, maar goed. Liever laat dan nooit, right?
"Dus, hoe gaat het met je, lieverd?" Solance keek even op bij deze vraag en glimlachte toen lichtjes naar haar moeder.
"Prima hoor, het nieuwe huis bevalt me wel en samenleven met Riot is erg leuk." Haar moeders gezicht betrok en Solance grijnsde nogmaals. Het was leuk haar moeder op die manier te plagen.
"Mooi dat het goed gaat. Ik heb een belletje gehad.." Solance hield haar adem in en keek enigsinds angstig naar haar moeder.
"En het blijkt dat je nog een nichtje hebt." Scherp ademde Solance uit en keek haar moeder toen ontspannen aan.
"Dat is leuk om te horen," antwoordde ze beleefd. Alsof het haar ook maar een bal intereseerde wat de familie van haar ouders deed. Ze keek even om zich heen, deed alsof ze met iets anders bezig was. Misschien geloofde haar moeder oprecht dat ze de tuin bekeek.
"En, valt je iets op?" vroeg haar moeder. Solance schudde haar hoofd en hield hem toen afwachtend schuin.
"Ik heb wat planten geplant!" Ah. Natuurlijk.
"Erg mooi," mompelde Solance. "Maar eigelijk ben ik niet hier om de tuin te bewonderen. Ik kom voor wat kerstspulletjes om op te hangen bij ons thuis." Patrick kwam de voordeur uitgewandeld en ging naast Solance haar voeten zitten. Haar vader kwam erachteraan gesjokt.
"Dag lieverd," begroette hij zijn dochter. Solance knikte naar hem, liep naar hem toe en omhelsde hem kort.
"Fijne kerst," mompelde ze zachtjes, waarna ze hem gauw losliet en weer naar haar moeder keek.
"Hm, kerstspullen, zeg je? Dat kan ik wel regelen." Haar moeder liep naar binnen toe en Solance volgde haar schuchter. Haar vader en Patrick liepen achter ze aan.
"Zo," begon haar vader, "vertel eens iets meer over die Riot waar je nu mee samen woont." Solance liet een zucht horen.
"Riot is 21 jaar oud, heeft een verleden, is supertrouw aan mensen en hij is goed in bed." Ze trok hier een gekke bek bij en maakte hiermee duidelijk aan haar vader dat ze absoluut geen zin had om over Riot te praten. Haar vader zag het kennelijk niet en stond op het punt om boos te worden op zijn enige dochter.
"Schat, laat haar, ze bedoelt dat ze er neit over wil praten," suste haar moeder de boel. Solance glimlachte even dankbaar naar haar moeder. Even een kort ogenblik voelde ze zich af hoe haar moeder zich onder deze situatie moest voelen, maar ze wou het niet eens weten. Ze wierp even een blik op haar moeder die er vrij ontspannen uit zag. Toch ging ze het vragen, straks, als ze alleen waren.
"Ehm, pap," begon ze. "Ik ga wel met ma mee naar boven, we komen er zo aan." Haar vader begon al te mopperen maar haar moeder sprak hem gauw tegen. Hij begreep de hint van haar moeder wel en zo kwamen haar moeder en zij samen op zolder terecht.
"Hoe gaat het met je?" vroeg Solance zachtjes. "Je ziet er goed en ontspannen uit." Het was vreemd om voor het eerst zo te zeggen. Solance had nooit echt.. bezorgd geleken om de gevoelens van haar ouders.
"Het gaat, meis. Ik haat het om te zeggen, maar dat jij uit huis bent en dat het goed met je gaat, het zorgt ervoor dat er een last van mijn schouders is gevallen. Je ziet er goed uit, kind. Wel wat magertjes, magerder dan de vorige keer dat ik je zag, maar je hebt een lieve glimlach om je snoet, eentje die je al tijden niet hebt gehad." Solance wierp haar nog een glimlach toe.
"Dankje, mam, dat vind ik fijn om te horen." Ze sloeg haar armen kort om haar moeder heen, drukte een kus op haar wang en ging weer iets van haar af staan.
"Kerstspullen staan daar, lieverd. Zoek maar wat uit, oké?" Solance knikte, ging even rondkijken en pakte toen een doos.
"Je hebt ze op thema gesorteerd, of niet soms?" vroeg ze aan haar moeder. Haar moeder knikte.
"Wil je die meehebben?" Solance glimlachte.
"Zou fijn zijn." Haar moeder hielp met de doos pakken en samen liepen ze weer naar beneden. Solance was met de bus naar dit huis gekomen dus nu kon ze makkelijker naar huis gaan. Ze riep Patrick, kuste haar ouders goedendag en ging richting busstation. Het was dat haar moeder haar tegenhield.
"Lieverd," zei ze. "Wil je niet dat ik je breng?" Solance draaide zich verwonderd om, schonk haar een lieve glimlach en knikte toen aarzelend.
"Dat zou wel leuk zijn, denk ik," antwoordde ze na even nadenken. Ze klommen beide in de auto en reden naar het huis.

Le smexy tijdsprong.
"Riot, ik ben thuihuis!" Solance' stem klonk door de hal en Patrick sprong enthousiast op en neer. Haar moeder had daarstraks al afscheid genomen. Iets in het huis leek te kreunen en Solance keek even geschrokken op. Ze had wel vaker ervaringen in dit huis gehad en ze was er nu veel gevoeliger voor. Niet helemaal op haar gemak liep ze verder, zette ze de doos neer. Op zoek naar Riot, klaar om hem in haar armen te sluiten en te begroeten.
"Riot?" Even verdwaasd ging ze op zoek naar hem, te ongeduldig om nog langer op hem te wachten. Ze wou hem in haar armen sluiten en daarna samen het huis versieren. Als hij het niet zou willen versieren met haar, zou ze het zelf wel versieren. Een glimlachje lag rond haar lippen toen ze hem gespot had. Ze wou haar handen voor zijn ogen slaan, maar het leek haar een slecht plan. Dus legde ze haar armen maar om zijn middel en drukte haar hoofd tegen zijn rug.
"Hoi Riot," fluisterde ze zachtjes terwijl een brede glimlach nu rond haar lippen trok. "Ik ben weer thuis." Dit thuis was veilig in zijn buurt, veilig in de buurt van zijn aanrakingen. Ze liet hem los, ging voor hem staan en kuste hem liefdevol, waarbij ze haar armen om zijn nek heen sloeg en op haar tenen ging staan. Ze wou haar kus niet afbreken, ze werd afgeleid door het tintelende gevoel wat het in haar lichaam veroorzaakte. Een tintelend gevoel wat begon bij haar tenen en eindigde bij haar lippen. Op de plek waar hun huid elkaar raakte, was het tintelende gevoel het ergst. Ze hield van hem.
"Vrolijke kerst, Riot," zei ze zachtjes. "Ik heb spullen gehaald zodat we de boel een beetje kunnen opfleuren." Meh. Ze had geen eens zin om het uit te leggen, ze had geen zin om met Riot te praten. Haar lippen vonden de zijne weer en dat vond ze voor nu wel even genoeg. Om een of andere reden was elke minuut die ze niet in de buurt van Riot was, afschuwelijk. Daarbij, ze hadden niet echt gepraat over haar laatste 'incident' en ze kon zich het eigenlijk niet voorstellen dat hij het niet wist. Hij had haar twee dagen moeten missen. En toen was ze ineens teruggekomen met verband rond haar armen. Ze schaamde zich dood en het was dat Riots lippen haar bij de realiteit hielden, maar anders was ze hulpeloos afgedwaald naar de diepste donkersten van haar geest.
Toen liet ze hem los. Het was een gevoel van pure onmacht en het voelde niet eerlijk hem nu te zoenen terwijl ze niet gepraat hadden en.. het was alsof ze alleen maar háár behoefte stilde en dat ze niet aan hem dacht. Zoiets kon ze niet over haar hart krijgen. Ze had niet genoeg aan hem gedacht toen ze met het mes op haar pols stond. Het gebeurde helaas vaker dat ze niet meer aan iets anders kon denken als ze met een mes op haar pols stond. Het had een verdovende werking. Iets wat haar beangstigde.
Diezelfde angst lag nu op haar gezicht. Ze had er niet aan terug moeten denken. Ze had.. op Riot geconcentreerd moeten blijven. Ze wist niet hoe snel ze een excuses kon maken en keek hem toen schuldbewust aan. Ze moesten praten. Maar ze wou een kerststemming behouden. Handig gedaan.
"Dus," stamelde ze. "Help je mee met versieren?"

Admin

Admin
Admin

Het was koud buiten. IJskoud. Riot trok zijn versleten jas dichter om zijn lichaam. Langzaam sjokte hij door de straten. Sneeuw waaide in zijn gezicht en verkleumde hem tot op het bot. Zijn handen had hij diep in zijn zakken gestoken en hij keek strak naar de straat.
Er stak iets, meerdere dingen eigenlijk. Ten eerste deed het pijn dat het de laatste tijd duidelijk minder ging met Solance, voor zover hij kon oordelen; ze was nog magerder geworden en laatst gewoon twee dagen verdwenen. Waarom had ze hem niets laten weten? Jezus, hij wist ook wel dat hij opvliegend was, maar ze zou beter moeten weten dan denken dat ze niet met hem kon praten, of wat de reden ook was.
Zijn lichte haar plakte aan zijn gezicht. Hij zuchtte diep en schopte een overblijfsel van een eenzame sneeuwbal weg.
Dan was er nog de tijd van het jaar. Kerst. Hoewel hij doorgaans altijd bij Iseco en Margaret terecht kon deed het toch zeer, al die versierde woonkamers. Hij zag er het nut niet van in, maar dat het de bewoners overal plezier deed ontging hem niet. Het was iets wat hij niet kende. Bij Iseco was hij welkom, maar ook zij hadden het bijna altijd wel druk en echt gezellig was de ondergrondse woning niet; de enige gezelligheid kwam van het tweetal. Ze probeerde het wel, Margaret, de boel wat te versieren, maar Iseco boeide het niet en ze hadden bijna geen decoraties, op het oude stoffen hertje na, dat dan wel weer ieder jaar op een van de kastjes stond.
Hij passeerde weer een open raam. Hoe zou het zijn? Zo voor een open raam zitten? Hij zag kinderen lachen en bleef even staan kijken, tot hun moeder hem zag en geagiteerd de gordijnen dichttrok. Riot voelde enige woede, maar het ebde weer weg; hij was dit wel gewend, als hij eerlijk was en hij kon het ze niet kwalijk nemen.
Onder een straatlantaarn bleef hij even staan. In zijn zakken had hij een oud pakje sigaretten gevonden. Hij rookte zelden meer, maar nu had hij echt behoefte aan een sigaret. Hij haalde er een uit het pakje en omsloot het ding met zijn ene hand terwijl hij het met de andere aanstak, ietwat voorover gebogen met zijn rug naar de wind, die de kille sneeuw met zich mee blies.
Sloffende voetstappen. Gealarmeerd keek Riot op. Wantrouwig keek hij toe hoe een oude zwerver op hem af geslenterd kwam.
"Z-zou ik.. zou ik er ook een mogen?" vroeg de man met trillende stem. Riot's eerst kille, ijsblauwe ogen verzachtten iets en hij reikte de man het pakje en de aansteker aan.
"Hier. Je hebt het zo te zien harder nodig dan ik," bromde hij. De man pakte het trillend aan en Riot kon er niets aan doen; terwijl ze hier zo in de ijzige, winterse kou stonden had hij met de man te doen.
Hij wilde iets zeggen maar de man draaide zich alweer om en begon weg te slenteren. Riot bedacht zich iets.
"Wacht," zei hij kortaf. De man keek om. Riot liep naar hem om.
"Heb je een huis?"
De man schudde zijn hoofd.
"Dacht ik al. Ik weet dat ik niet bepaald een heilige ben, maar ik wil wat voor je doen. Even buiten de stad is een boerderij waar jongeren een onderkomen kunnen krijgen als ze weinig geld hebben. Dit zijn de sleutels van mijn kamer. Voorlopig kan je daar wel blijven. Vries je in ieder geval niet dood."
De man nam de sleutels aan en keek Riot aan met grote, diepliggende ogen. De jongen knikte kort.
"Zeg ze maar dat je toestemming van Riot Masquerade hebt."
Toen liep hij weg.
Achter zich hoorde hij nog net een zacht bedankje en even glimlachte hij. Hij liep verder, de straten. Nou, had hij in ieder geval wat aan de kerstgedachte gedaan, dacht hij mat. Niet dat hij de man anders dood had laten vriezen; hij mocht dan messed up zijn, ook hij had zijn rechtvaardigheids gevoel.
Hij passeerde een winkel die nog open was. Had hij maar geld, dan had hij nog een kerstcadeautje kunnen kopen voor Solance. Hij pakte zijn portemonnee en keek erin. Tachtig cent. Nee, daar kwam hij ver mee.
Hij borg het ding weer op en liep verder, de achterafliggende straatjes door.
Hij zou hier eigenlijk helemaal niet moeten komen; ze zaten niet voor niets in dat huis in de rimboe, maar hij moest even de stad in, hij wilde wat afleiding, al was deze absoluut niet aangenaam gebleken voor het overgrote deel.
Twee jongens die bij een groepje stonden riepen iets naar hem, maar hij hoorde het niet eens. Plotseling stond een naast hem en venijnig keek hij op.
"Woah, gozer, rustig, ik doe je niets. Wou alleen weten wat je zo alleen op straat deed."
Riot fronste. De jongen, getinte huid en voor iemand met bling-oorbellen bijzonder onschuldige bambiogen.
"Gaat je niets aan," zei Riot, maar zijn stem had weinig van de gebruikelijke felheid. De jongen keek haast teleurgesteld.
"Oh.. ok," mompelde hij en hij droop af. Riot liep weer door. Motherfuckers. Beter lieten ze hem gewoon met rust. Jezus.
Enkele straten verder, hij was bijna de stad uit, hoorde hij een zwak gepiep. Hij liep in de richting van het geluid. Teegen een muur, in de sneeuw, stond een jutezak die zwakjes bewoog. Riot aarzelde een moment en opende de zak toen. Twee van de drie leefde al niet meer, maar een puppy keek hem nog met waterige oogjes aan. Nieuwe woede vlamde in de jongen op en de dader hiervan had geluk niet in de buurt te zijn.
Voorzichtig tilde Riot de pup op. Het grijze diertje zag er verzwakt uit en zonder aarzelen trok Riot zijn jas uit, die hij om de hond heen wikkelde.
"Hou vol," mompelde hij. Hij rilde. De kou was nu nog afschuwelijker. Hij slikte. Hij was wel een wandelende liefdadigheidsbazaar vandaag. Hij vond het niet erg. Liever dat dan een vuile klootzak die doelbewust dieren liet sterven in de vrieskou.


Tijdssprong

Jezus Christus wat was het een lange weg geweest. Door en door koud strompelde Riot naar de voordeur, die hij met zeer veel moeite van slot wist te krijgen. Zijn kleding was haast bevroren, maar de jas leek het hondje goed te doen, dus Riot klaagde niet. Hij gaf immers niet op, nooit.
Eenmaal binnen constateerde hij dat Solance nog niet was. Hij zette het hondje neer dat dicht bij hem bleef staan en hem met grote ogen aankeek. Hij knielde naast het beestje en streek over de vacht van de pup die zwakjes kwispelde.
"Ik haal wat voor je." Praten kostte moeite, zo koud was hij, maar het dier ging voor.
Terwijl hij de keuken inliep, merkte hij dat het hondje met hem meewaggelde en hij glimlachte. Hij vulde een lage kom met water en maakte een pakje hamreepjes open, die hij op een bordje legde.
"'t Is niet veel, sorry," mompelde hij, en hij zette het alles neer voor het hondje, dat direct aanviel. Riot keek toe. Hij had het nog steeds ijskoud, dus, op de voet gevolgd door de grijze pup die zelfs mee de badkamer inwandelde. Riot boeide het niet; die hond moest de boel toch verkennen.
Hij kleedde zich uit en stapte onder de douche. Het hete water deed hem goed en toen hij zich later weer aan had gekleed en samen met de pup de woonkamer inliep, waarna de laatste onder de tafel ging zitten, wachtte hem nog een verrassing; Solance was er weer.
Hoewel het stak dat ze hem zo weinig vertelde voelde het toch goed toen ze achter hem opdook en haar armen om hem heen sloeg.
"Welkom thuis," zei hij. Ze kwam voor hem staan, legde haar armen om zijn nek en kuste hem. Riot legde zijn handen voorzichtig op haar heupen en sloot zijn ogen. Een hand streek zacht over haar rug en hij was even compleet van de wereld.
"Vrolijke kerst, Riot," haar woorden deden hem mat glimlachen. Werd dit dan zijn eerste echte kerst?
"Ik heb spullen gehaald zodat we de boel een beetje kunnen opfleuren."
Ja dus.
Plotseling zag hij een soort angst op Solance gezicht en het zijne betrok. Wat ze ook precies gedaan had, het leek zwaar tussen hen in te hangen.
"Dus," stamelde ze. "Help je mee met versieren?"
Riot knikte en deed zijn mond open toen hij pootjes op de vloer hoorde. Een grijns brak door op zijn gelaat.
"We hebben nog een gast. Hij was afgedankt en lag op straat. Er waren nog twee anderen, maar die hebben het niet gered." Bij die laatste woorden flikkerde de woede weer even in zijn ogen; de wreedheid van die actie, het laten doodvriezen van twee jonge dieren maakte hem boos. Toen kalmeerde hij weer en tilde hij het grijze beestje van de grond. Het likte hem over zijn kin en hij grinnikte.
Riot keek Solance aan en glimlachte.
"Can I keep him?"

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

"We hebben nog een gast. Hij was afgedankt en lag op straat. Er waren nog twee anderen, maar die hebben het niet gered." Solance keek Riot even stomverbaasd aan. Een andere gast? Wat bedoelde hij? Ze keek naar beneden en zag een grijze pup, die een allegaartje leek te zijn van elk willekeurig hondenras wat je maar kon bedenken. Ze verbaasde zich om de woede die het bij Riot opriep, maar een lichte trilling rond haar lippen konden haar gevoelens voor hem niet verbergen. God wat hield ze van de jongen. Haar hart smolt gewoon, puur omdat hij zo liefdevol was, zelfs al was het maar zo'n pup.
"Hmm. Ik geloof dat Patrick hem ook wel mag," lachte ze naar Riot terwijl haar hond het kleine pupje zo enthousiast besnoof dat het kleine dier omviel. Patrick deed verbaasd een paar stappen opzij maar toen de pup net zo enthousiast op Patrick af leek te komen, liet hij van enthousiasme een blaf horen. Riot tilde de pup op en Solance zag hoe de hond hem een lik over zijn kin gaf.
"Can I keep him?" Solance rolde met haar ogen, zuchtte quasi-geïrriteerd.
"Dan krijgt dat beest meer aandacht dan mij, dacht het mooi niet," zei ze plagerig. Ze gaf de pup een kus op zijn snuit en drukte vervolgens haar lippen liefdevol op die van Riot.
"Nee, Riot, ik zou twee mensen en twee honden teleurstellen als ik de pup eruit zou doen. Het is een heerlijk dier. En tja, hoe meer zielen hoe meer vreugd, of niet soms?" Ze pakte de pup van Riot over, knuffelde deze en zette hem neer.
"Sorry kleintje," fluisterde ze zachtjes naar de pup, al wist ze dat Riot haar ook kon horen. "Ik ben de enige die recht heeft op de lippen van Riot." Plagerig knipoogde ze naar Riot, terwijl ze de pup op de grond zette bij Patrick. Ze kroop weer in zijn armen. Haar lippen vonden zijn kaaklijn en kuste hem daar voorzichtig. Hoe lullig ze zich ook voelde over wat ze hema angedaan had, ze wou er nu echt niet aan denken. Al wist ze zelf ook wel dat het niet eerlijk was om niets tegen hem te zeggen. Ze beet haar lip nog net niet stuk.
"Oké," begon ze toen maar. "Laten we maar praten, want dit werkt zo niet." Ze liep naar de bank toe, moest Patrick wegduwen omdat hij naast haar was komen te liggen, en klopte toen naast zich op de bank, waardoor Patrick dacht dat hij er weer mocht opklimmen.
"Argh, Patrick," mopperde ze op haar Golden Retriever. Patrick blafte even vrolijk, sprong toen van de bank af, plofte net naast de puppy neer en begon met het kleine ding te spelen. Zijn grote poten leken wel te groot te zijn om voorzichtig te kunnen zijn met de pup, maar behalve een hele hoop gegrom kwam er niets uit het tweetal dat kon duiden op een echt gevecht. Had Solance ook niet verwacht ofzo. Het was een Patrick. Patrick was te goedaardig om ook maar iets te kunnen doen.
Zodra Riot was gaan zitten wist Solance niet meer waar ze het had. Ze voelde zich wiebelig en onrustig en besloot uiteindelijk om maar op haar handen te zitten. Zachtjes siste ze, dit was een vergissing aangezien ze nog steeds verband om haar armen had en haar wonden nog lang niet genezen waren. Het trok als een achterlijke. Dus gauw trok ze haar armen weer onder zich vandaan en hield ze op haar knieën. Ze klemden haar kaken op elkaar toen ze doorhad dat er een van de vele wonden weer opengesprongen was. Een traan rolde verlaten van haar wang af en ze moest moeite doen om nu niet heel hard te gaan schelden.
"Sorry," mompelde ze. Ze had nog een hemdje aan onder haar grote vest, dus ze kon prima het ding even uit doen om te controleren hoe het met haar wonden was. Ze stond op, trok het vest uit en gooide deze op de stoel. Door het verband heen kwam bloed zetten en een zachte, niet bepaald Solance achtige vloek kwam over haar lippen rollen. Ze wikkelde het verband van haar linkerarm af en vloekte nogmaals. Gefrustreerd keek ze even naar Riot, besefte toen hoeveel wonden ze gemaakt had en staarde hem verbouwereerd aan.
"Oh kut," mompelde ze. "Ehm..." Ze kon geen enkel excuus bedenken wat opwoog tegen zoveel littekens en open wonden. Ze keek hem strijdlustig aan.
"Ik ben een stomme kut met problemen, oké?" mompelde ze toen. "Ik weet dat ik jou heb, Riot, en ik hou van je, van niemand anders zoveel als van jou, en toch kon ik ... Stond ik daar... voor die verdomde klif. Het monster had me weer, Riot, en ik kon niet vechten, en ik wou zo graag vechten en.. Ik heb gefaald." Ze balde haar vuisten, waardoor haar gezicht weer vertrok want jawel, ook deze spanning trok aan haar huid.
"Kan je me niet gewoon ditchen? Kan je me gewoon niet zeggen dat ik op moet rotten zodat jij verder kan leven? Je zit vast aan een psychische vriendin en ik stel je teleur en teleur en... ik wil dit niet meer... Ik kan dit niet meer aan. Ik wil stoppen, maar..." Ze zweeg, maakte een gebaar alsof iemand haar in haar hart stak.
"Dat gevoel. En het doet zeer, Riot. Het doet zo verdomde veel zeer. En.. dat monster, het grijpt me, het vermorzelt me, en dan dat schuldgevoel als ik toegeef aan het monster, want dan doe ik jou pijn, dan kwets ik jou, stel ik jou teleur... Ik weet niet meer wat ik moet doen." Ze voelde zich verslagen, gaf eindelijk toe dat ze het niet kon. Ze kon niet vechten, maar praten durfde ze ook niet. Riot duwde zijn snuit tegen haar hand aan en ze slaakte een klein kreetje.
"Shit," mompelde ze terwijl ze naar de wond bleef kijken waar bloed uit stroomde. Ze liet zichzelf op de bank zakken, mentaal te erg uitgeput om ook maar iets te kunnen doen. Maar vanbinnen at de angst haar op. Ze durfde niet naar Riot te kijken, bang voor zijn reactie.

Admin

Admin
Admin

"Laten we maar praten, want dit werkt zo niet."
Die woorden waren genoeg geweest om het opgewekte gevoel van net in een keer aan stukken te slaan.
Hij keek Solance aan. Zou ze dan eindelijk eerlijk tegen hem zijn? Hij was op zijn hoede; hij wilde dat hij gewoon van haar op aan kon, maar hij wist niet waar hij aan toe was.
Langzaam volgde hij haar naar de bank. Hij ging zitten en liet zijn onderarmen op de versleten knieën van zijn jeans liggen. Hij keek naar de twee honden.
Hij keek naar het onrustig overkomende meisje naast hem, zag de traan op haar gezicht maar was niet in staat zich te verroeren. Voor hem hing er een soort spanning in de kamer. Hij kende haar, hoe naar het ook zou zijn wat ze zou vertellen, verbazen zou het hem niet, geen moment. Sterker nog, waarschijnlijk zou hij in korte tijd kunnen raden wat er gebeurd was door mogelijkheden af te gaan, maar daar ging het niet om. Ookal zou hij dat kunnen, ze had eerlijk moeten zijn. Waarom had ze hem niet in vertrouwen genomen? Waar schoot hij in godsnaam tekort? Zijn blik dwaalde af naar buiten, waar de sneeuw traag uit de lucht gevallen kwam.
"Sorry."
Riot reageerde niet. Hij volgde haar met zijn ogen. Nooit zou hij het kunnen begrijpen, jezelf verwonden. De littekens op zijn lijf hadden vrijwel allemaal een redelijk ranzige en onvrijwillige oorsprong; waarom zou je moeite doen om er zo bij te lopen?
Hij keek naar de open wonden en toen Solance hem gefrustreerd aankeek keek hij slechts een moment terug.
"Ik ben een stomme kut met problemen, oké? Ik weet dat ik jou heb, Riot, en ik hou van je, van niemand anders zoveel als van jou, en toch kon ik ... Stond ik daar... voor die verdomde klif. Het monster had me weer, Riot, en ik kon niet vechten, en ik wou zo graag vechten en.. Ik heb gefaald."
Ja, dit had hij kunnen raden als hij had gewild, maar toch voelde het als een klap in zijn gezicht.
Ze sprak verder. "Kan je me niet gewoon ditchen? Kan je me gewoon niet zeggen dat ik op moet rotten zodat jij verder kan leven? Je zit vast aan een psychische vriendin en ik stel je teleur en teleur en... ik wil dit niet meer... Ik kan dit niet meer aan. Ik wil stoppen, maar..."
Met een ruk keek hij op. Zijn ogen groot. Ze- ze wilde niet meer..? De bodem leek onder zijn voeten weggeslagen te worden en hij kon haar slechts aankijken terwijl ze al die vreselijke woorden uitsprak.
"Dat gevoel. En het doet zeer, Riot. Het doet zo verdomde veel zeer. En.. dat monster, het grijpt me, het vermorzelt me, en dan dat schuldgevoel als ik toegeef aan het monster, want dan doe ik jou pijn, dan kwets ik jou, stel ik jou teleur... Ik weet niet meer wat ik moet doen."
Riot stond zwijgend op. Hij liep naar de keuken en haalde uit een van de kastjes een EHBOdoos. Hij liep terug naar de woonkamer. Hij begon de spullen uit te pakken, nog steeds geen woord zeggend. Hij was er namelijk niet zeker van of hij zijn emoties de baas was, en dan had hij eens niet over woede.
Hij pakte haar pols beet, voorzichtig maar onverbiddelijk en begon de open wonden schoon te maken. De doek die hij ervoor gebruikte gooide hij vervolgens achteloos weg.
Hij pakte een verbandrolletje. Langzaamaan begon hij haar arm te verbinden.
"Is dat echt wat je wilt?" wist hij uiteindelijk over zijn lippen te krijgen. "Dat ik je ditch?" Zijn vingers gingen verder met het aanbrengen van het verband, geroutineerd zoals hij zichzelf ook vaak genoeg op had gelapt.
Uiteindelijk scheurde hij een stukje speciale tape af om de boel vast te zetten. Hij rechtte zijn rug en keek haar aan, waarna hij weer op de bank ging zitten, zijn blik strak op de grond gericht.
"Ik.. ik kan je natuurlijk niet tegenhouden maar.. Begrijp je het dan niet?" Hij haalde diep adem en fixeerde zijn blik op een nerf in het hout op de vloer. Een spinnetje kroop erover heen, maar echt zien deed de sneeuwblonde jongen het niet.
"Begrijp je dan niet dat ik van je hou? Echt waar." Eindelijk lukte het hem op te kijken. Zijn ogen glinsterden enigszins, maar dat zou hij als het ooit ter sprake zou komen bij hoog en bij laag ontkennen.
"We kunnen er samen wel uitkomen, jij en ik," zei hij schor. Dacht ze nou echt dat hij haar om haar problemen zou veroordelen? Hij, die al lang niet meer te redden was? Hij, die net zo'n wrak was als zij, maar dat verborg achter woede en een defensieve houding?
"Vertrouw me Solance, alsjeblieft, vertrouw me gewoon.."
Hij wilde haar omarmen, maar iets hield hem tegen, onzekerheid. Hij wist het niet meer, wist niet wat hij kon doen. Hij wilde haar helpen, maar hoe?
Het hondje kwam bij hem staan. De vochtige neus van de pup drukte tegen zijn scheenbeen. De hand waarmee Riot het diertje vervolgens over zijn kop streelde, trilde enigszins. De jongen was ten einde raad. Wat kon hij nog doen? Wat als ze echt bij hem weg wilde? Hij zou niet weten wat hij zonder haar moest. Zonder het meisje dat zijn hart sneller deed slaan. Het meisje dat hem accepteerde als de gek die hij was. Hij keek haar weer aan, onzeker.

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

"Is dat echt wat je wilt?" Nee, natuurlijk niet!! Wou ze keihard schreeuwen. Tranen rolden over haar wangen terwijl ze nee schudde. Ze wou hem niet kwijt. Ze kon hem niet kwijt. Ze zou dan alsnog van die klif afspringen.
"Ik.. ik kan je natuurlijk niet tegenhouden maar.. Begrijp je het dan niet?" Wat moest ze begrijpen? Wat begreep ze niet? Wat zag ze over het hoofd? Ze jammerde zachtjes toen hij haar wonden verbond, maar het was niet de pijn van de wonden die haar zo gek maakte. Ze hield van hem, maar moest ze juist niet daarom weg gaan? Omdat ze van hem hield?
"Begrijp je dan niet dat ik van je hou? Echt waar." Een ielig piepje kwam uit haar mond, terwijl ze de tranenstroom die al maanden in haar lichaam zat, niet meer tegen kon houden.
"We kunnen er samen wel uitkomen, jij en ik." Dat was het laatste wat ze nodig had. Hij.. wou haar. Wou er samen met haar voor vechten. Ze kon niets anders doen dan haar armen om hem heen slaan, jammerend in zijn armen kruipen en zachtjes in zijn oor snikken;
"Ik zou alleen maar weggaan als dat jou zou helpen, Riot. Ik zou nooit, maar dan ook nooit weggaan als jij dat niet wilt. Oh het spijt me zo, ik begrijp mezelf niet meer.. ik..." Ze klemde haar vingers stevig om zijn tshirt heen.
"Vertrouw me Solance, alsjeblieft, vertrouw me gewoon.." Ze keek hem met betraande ogen aan en slikte de laatste golf tranen weg. Ja, ze kon hem.. ze moest hem vertrouwen. Als hij zei dat hij van haar hield, en hij zei dat ze hem moest vertrouwen, dan moest ze geloven dat hij haar niet kwijt wou. Dan moest ze geloven dat ze er samen wel uit zouden komen. En er was gewoon niets liever dan dat ze dat wou. Eruit komen samen met Riot. Ze klampte zich aan hem vast, moest haar hysterische bui te boven zien te komen. Wat verlegen en ongemakkelijk zocht ze zijn lippen, hoopte dat het nog steeds hetzelfde effect had.
Natuurlijk, iets anders had ze niet kunnen verwachten. Een brok vlinders kwam naar boven, haalde de pijn uit haar armen weg, riep iets op wat veel dieper lag dan het monster in haar. Haar lippen lagen op de zijne, hoorde daar te liggen. Haar armen lagen rond zijn middel, waar haar handen afgleden naar Riots kont. Iets wat ze niet echt vaker had gedaan, maar oké, de plaats van haar handen kon haar op het moment vrij weinig schelen. Overal waar Riot haar raakte leek het alsof de vurige vlinders er zaten, en op het moment was het alsof ze compleet in brand stond. Ze drukte zich nog steviger aan tegen Riot terwijl haar hart als een razende tekeer ging.
"Ik hou van je," fluisterde ze zachtjes in zijn oor, waarna ze zijn slaap zachtjes kuste, maar vervolgens weer afgleed naar zijn lippen.
"Slaapkamer?" vroeg ze zachtjes, enkel om het feit dat er dan geen twee hypere honden om ze heen stonden te dansen en ze daar een bed tot hun beschikking hadden. Niet dat Solance echt plannen had om nou eens even met Riot het bed in te duiken, al zou ze niet heel veel moeite hebben met le sexy buik van Riot. Maar.. ze bleef een Solance. En hij een Riot. En ze was bang dat ze hem nu te veel dwong. Dus stond ze op haar tenen en kuste hem terwijl al haar angsten die ze de afgelopen tijd had gehad, van haar af gleed. Hij hield van haar, zij hield van hem, wat kon er nou precies mis zijn?

Admin

Admin
Admin

Opluchting. Zoveel opluchting. Hij keek het huilende meisje aan en voelde zich opeens dom; hoe had hij zo snel aan kunnen nemen dat het niet meer goed zat tussen hen? Hij had er dan misschien wel mee gezeten dat ze hem niet leek te vertrouwen, maar hijzelf was zojuist geen haar beter geweest. Hij nam zich voor niet meer te twijfelen. Hij vertrouwde haar op elk mogelijk gebied, dus dit moest ook lukken.
En toen kuste ze hem. Wederom sloot hij zijn ogen. Alle zware emoties van net liet hij wegdrijven terwijl hij zijn armen stevig om haar heen legde.
Hij voelde de hare over zijn lichaam glijden.
Het zat goed, ging het door hem heen. Het zat goed tussen hen en de rest zou ook goed komen. Niet naar de maatstaven van gewone mensen wellicht, maar naar de maatstaven van twee zwaar beschadigde jongeren waarschijnljk wel.
"Ik hou van je." De woorden brachten een glimlach op de lippen van de jongen. Hij geloofde haar. Wellicht zou het altijd moeilijk te bevatten zijn voor hem, dat er van hem gehouden kon worden door mensen buiten Iseco en Margaret om, die hij zijn hele leven al kende, maar hij geloofde het en het voelde goed, dat zij ook van hem hield.
"Ik ook van jou," zei hij zacht. Zijn stem was enigszins hees, maar het maakte hem niet uit.
Nu de spanning van net van hem af was gegleden, de angst, voelde hij een vreemd soort opgetogenheid, een lichtheid. Even leek hij zonder zorgen. Even maar, maar het was genoeg om hem zich realiseren hoeveel dit meisje voor hem betekende.
"Slaapkamer?"
Riot grijnsde. Nadat ze hem weer gekust had leidde hij haar voorzichtig mee de woonkamer uit, de slaapkamer in, waar hij haar moeiteloos optilde. Hij legde haar op het bed en boog zich vervolgens over haar heen, een zachte kus op haar lippen drukkend.
"Je bent mooi," zei hij zacht. Hij meende het. Met zijn vingers streek hij zacht over haar wang. Toen kwam hij naast haar liggen, voorzichtig, want hij was bang haar zeer te doen, aangezien hij vermoedde dat haar armen nogal gevoelig zouden zijn.
Hij pakte zachtjes haar hand vast en wreef met zijn duim lichtjes over de rug ervan. Hij keek haar aan en ademde langzaam uit.
Er was zoveel wat hij tegen haar wilde zeggen. Hoeveel hij van haar hield, hoe mooi ze was, hoe graag hij haar wilde helpen, hoeveel ze voor hem betekende, hoe graag hij haar om zich heen had, hoeveel zorgen hij zich soms om haar maakte en om de toekomst, hoe verwarrend hij veel dingen vond... Maar hij zei niets van dat alles. Wellicht zou het ooit eens gezegd moeten worden, maar dat moment was niet nu. Nu wilde hij alleen in haar prachtige ogen kijken, zich erin verliezen, bij haar zijn, zich ervan vergewissen dat ze hier echt naast hem lag en zich vooral gewoon bewust zijn dat het goed zat tussen hen.

(korte post is kort, sorry ;___; )

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Hij tilde haar op en liep met haar naar de slaapkamer. Een glimlachje lag rond haar lippen en toen ze voorzichtig op het bed werd gelegd, steeg er een kleur op.
"Je bent mooi." Ongelovig schudde ze haar hoofd, glimlachte lichtjes naar hem en legde haar hand op zijn wang.
"Zeg jij," mompelde ze zachtjes. "Zegt de mooiste jongen op aarde." Ze bewoog zich iets naar voren om haar lippen zachtjes op de zijne te drukken. Hij ging naast haar liggen en ze draaide zich zo dat ze naar hem kon kijken. Voorzichtig pakte ze zijn handen vast, zorgde dat het haar geen pijn deed en glimlachte naar hem.
Kippenvel verscheen op haar huid toen hij met zijn duim over haar hand streek. Ze was gewoon extreem gevoelig voor elke willekeurige aanraking van Riot en ze had niet het gevoel dat dat ooit zou overgaan. Ze keek in zijn felgrijze ogen en voelde het fijne gevoel van de eeuwig vliegende vlinders in haar buik. Het was een fijn, warm gevoel. Ze voelde zich veilig bij Riot... Zolang ze hier bij hem lag en naar hem kon kijken, was de wereld perfect. Woorden stroomden door haar hoofd, antwoorden, vragen, andere dingen. Maar het enige wat op het moment de boventoon voerde was dat ze van hem hield, van hem en van niemand anders. Ze kon het niet in woorden tegen hem zeggen, het was simpelweg niet te beschrijven. Het enige wat ze wist is dat er voor hem geen ander was.
Ze ging rechtop zitten waardoor de hand van Riot langzaam van haar wang af gleed. Vragend hield ze haar hoofd schuin.
"Denk jij ooit dat je bij een ander meisje zal zijn?" vroeg ze toen maar recht voor haar raap. Natuurlijk wist Solance wel dat 'ware liefde' misschien helemaal niet logisch was, en ze wist misschien ook wel dat ze jong en naïef was, maar ze.. Zij zag geen leven zonder Riot voor zich. Haar ogen keken in de schitterende ogen van Riot. Als er vanaf vandaag een dag voorbij zou gaan dat ze hem niet zou zien.. ze wou het niet. Ze wou niet meer vechten tegen hem. Ze wou niet meer vechten tegen de liefde die ze voor de jongen voelde. Natuurlijk had ze dat gedaan maar had geleken van niet. Mensen konden haar voor gek verklaren, maar ze zou geen moment meer van zijn zijde wijken en als een...
Nee. Ze moest ook wel een beetje een eigen leven lijden. Ze kon hem niet zijn vrijheid afpakken. Dan zou Riot ook niet meer kunnen rondgaan zonder dat hij met haar mee ging. Als het niet nodig was, dan zou ze niet van zijn zijde wijken, besloot ze. Ze boog zich voorover om vervolgens met een zeer snel kloppend hart zijn lippen weer aan te raken met de hare. Met haar handen haalde ze haar haren uit haar gezicht en schoof deze over haar schouder. Op haar knieën zat ze voorovergebogen om Riot maar te kunnen kussen.
"Ik.. oh het klinkt zo cliché," glimlachte ze. Maar het zou het geen leugen maken, besefte ze. Ookal kon het nog zo cliché klinken, het was zo. Zij hield van hem en hij hield van haar. En op die manier was haar kleine wereldje perfect. Haar lippen zochten de zijne weer, speelde een beetje met zijn lippen, maar door haar hevig bonzende hart kon ze hem niet al te lang blijven zoenen. Alsof de gevoelens via haar borst eruit wouden komen. Te veel gevoelens.
Tevreden nestelde ze zich naast hem, zuchtte ontspannen en legde haar hoofd op zijn borstkas. Ze luisterde naar zijn hartslag, paste haar ademhaling aan aan de zijne en voelde zich op haar plek.
"Dus," begon ze. "Hoe heb je die puppy nu eigenlijk gevonden?"

Admin

Admin
Admin

"Denk jij ooit dat je bij een ander meisje zal zijn?"
Riot keek haar aan. Hij glimlachte mat. Was ze echt zo onzeker dat ze dat soort dingen moest vragen?
"Je weet net zo goed als ik dat de toekomst niet te voorspellen is, maar er moet al iets heel geks gebeuren wil iemand jouw plaats in kunnen nemen," zei hij zacht. Het was niet zijn ding om halsoverkop te beloven iemand nooit te verlaten; het was zo dat niemand in de toekomst kon kijken, maar het was ook absoluut zo dat hij ervan overtuigd was niet zonder haar te kunnen. De gedachte haar ooit kwijt te raken gaf hem een naar gevoel in zijn maag.
Ze kuste hem opnieuw en even sloot hij zijn ogen.
"Ik.. oh het klinkt zo cliché..." Voor hij iets kon zeggen kuste ze hem weer, maar daarna keek hij haar aan en speelde er een glimlachje om zijn mondhoeken.
"Wat klinkt zo cliché?" vroeg hij. Ze had hem nu nieuwsgierig gemaakt.
Hij glimlachte vertederd toen ze zich tegen hem aannestelde en sloeg beschermend een arm om het magere meisje heen. De sneeuw buiten was aangewakkerd en de wind joeg om het huis, maar koud werd het binnen niet.
Zachtjes drukte Riot zijn lippen op Solance' voorhoofd.
"Dus, hoe heb je die puppy nu eigenlijk gevonden?"
Riot haalde lichtjes zijn schouders op en zijn blik dwaalde af naar het plafond van de kamer, dat half in duisternis gehuld was.
"Geheel per toeval eigenlijk," begon de sneeuwblonde jongen aarzelend. "Ik liep door de stad en hoorde 'm toen piepen. Ben op 't geluid afgegaan en zag een zak liggen. Er waren er drie, maar alleen hij leefde nog.." Hij zweeg even en dacht met een afschuwelijk wrang gevoel in zijn maag aan de andere twee puppylijkjes. Hijzelf had absoluut geen schoon geweten, dat zou hij ook nooit beweren, maar zelfs hij zou een onschuldig diertje, en al helemaal een die nog zo jong was, ook maar een haar krenken.
"Ik baal echt dat de verantwoordelijke niet in de buurt was," mompelde hij en hij fronste. Hij meende het. Nog steeds was hij woedend op diegene, wie het ook was. En hij was kwaad op zichzelf.
"Als ik," begon hij en hij zuchtte. "Als ik eerder was geweest.. Waarschijnlijk hadden er alsnog twee naar het asiel gemoeten omdat we ze niet allemaal hadden kunnen onderhouden.. maar dan hadden ze in ieder geval nog geleefd."
Hij keek naar Solance.
"Snap jij het? Snap jij hoe iemand zoiets kan doen?"
Ergens voelde die vraag hypocriet, afkomstig van de lippen van de jongen die inmiddels verantwoordelijk was voor het beëindigen van drie levens, maar hij wist ook dat dit anders lag, voor hem wel in ieder geval. Voor hem zat er een verschil in het type waar hij vaak slaags mee raakte, dealers, gangsters, verkrachters en dieven, en een onschuldig dier dat geen enkele invloed had op wat hem te wachten stond.

Solance Ainsworth

Solance Ainsworth

Ze luisterde hoe Riot vertelde over zijn ontmoeting met het hondje. Haar gezicht vertrok van afschuw toen hij met zijn woorden beelden toverden in haar hoofd over de pup die tussen zijn dode broertjes of zusjes lagen.
"Ik baal echt dat de verantwoordelijke niet in de buurt was." Ze draaide zich naar Riot toe, keek kalm naar zijn gezicht. Hm. Misschien maar beter ook dat hij de verantwoordelijke niet was tegengekomen. Dan waren niet alleen die puppy's diegene die dood waren gegaan, waarschijnlijk.
"Als ik eerder was geweest.. Waarschijnlijk hadden er alsnog twee naar het asiel gemoeten omdat we ze niet allemaal hadden kunnen onderhouden.. maar dan hadden ze in ieder geval nog geleefd." Solance zag hoe hij zich naar haar toe draaide en ze legde haar hand op zijn wang. "Het is niet jouw schuld, Riot," zei ze zachtjes.
"Snap jij het? Snap jij hoe iemand zoiets kan doen?" Afschuw klonk door in zijn stem. De jongen die zoveel kon doen om de mensen waar hij om gaf te beschermen, kon niet tegen onrechtvaardigheid. Dat klonk hier steeds duidelijker in door.

- niet af -

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum