"Alsof jij je verstand kan verliezen," mompelde ze zachtjes. "Maar ja, ik beloof het. Ik zal je altijd herinneren als de jongen die je bent." Ze zweeg en voelde hoe de angst greep over haar nam. Haar ledematen werden van ijs en ze zonk in elkaar. Waar ze net nog zo moedig had op willen staan, verloor ze nu alle begrip van haar lichaam. Haar benen hadden geen kracht meer, haar lippen gevoelloos, een nare en ongewone kilte die doortrok tot in haar botten. En uiteraard, ook haar armen die dienst weigerde.
Nee, Riot zou het inderdaad niet toestaan dat iemand zijn dochter vermoord of verwond werd, zo was Riot. Solance kromp in elkaar, zuchtte zachtjes en verstopte zich weer in het verste uithoekje. Ze wou Riot tegen zich aantrekken, maar haar spieren weigerde dienst. Het speet haar, en dat fluisterde ze ook.
"Sorry Riot... Ik ben nog nooit zo bang geweest... Mijn spieren willen niet meer." Een gil klonk weer, gevolgd door een gevoelloze bons. Alsof er een lichaam werd geslagen en vervolgens op de grond viel. Solance werd even stil, terwijl een onaangename rilling door haar rug kroop. Ze keek achter zich en slaakte een ijzingwekkende gil. De korte flits die ze had vernomen van het weinige licht dat werd weerkaatst in een paar ogen, was weg. Maar het was er wel degelijk geweest.
"R-R-Riot..." stamelde ze, terwijl ze naar zijn arm klauwde. "Ie-ie-iemand daar! I-ik zag h-hem in dat r-rooster zitten!" Met moeite kreeg ze haar arm omhoog en wees naar het rooster waarachter ze de weerkaatsing had gezien. "Z-ze hoeven niet door de deur te k-komen!" Solance veegde wat tranen weg, maar ze bleven komen.
"Ze k-kunnen ook gewoon via het rooster daar komen." Het meisje voelde zich misselijk worden en braakte op de grond. Enkel gal kwam omhoog. Ach, onder het bed. En ze maakte zich wel ergens anders zorgen om.
Uit de gang klonk gekreun, gevolgd door wat geschreeuw. De deur werd beslagen, van buitenaf, maar ditmaal met een voorwerp. Ze gingen erdoorheen komen!
Nee, Riot zou het inderdaad niet toestaan dat iemand zijn dochter vermoord of verwond werd, zo was Riot. Solance kromp in elkaar, zuchtte zachtjes en verstopte zich weer in het verste uithoekje. Ze wou Riot tegen zich aantrekken, maar haar spieren weigerde dienst. Het speet haar, en dat fluisterde ze ook.
"Sorry Riot... Ik ben nog nooit zo bang geweest... Mijn spieren willen niet meer." Een gil klonk weer, gevolgd door een gevoelloze bons. Alsof er een lichaam werd geslagen en vervolgens op de grond viel. Solance werd even stil, terwijl een onaangename rilling door haar rug kroop. Ze keek achter zich en slaakte een ijzingwekkende gil. De korte flits die ze had vernomen van het weinige licht dat werd weerkaatst in een paar ogen, was weg. Maar het was er wel degelijk geweest.
"R-R-Riot..." stamelde ze, terwijl ze naar zijn arm klauwde. "Ie-ie-iemand daar! I-ik zag h-hem in dat r-rooster zitten!" Met moeite kreeg ze haar arm omhoog en wees naar het rooster waarachter ze de weerkaatsing had gezien. "Z-ze hoeven niet door de deur te k-komen!" Solance veegde wat tranen weg, maar ze bleven komen.
"Ze k-kunnen ook gewoon via het rooster daar komen." Het meisje voelde zich misselijk worden en braakte op de grond. Enkel gal kwam omhoog. Ach, onder het bed. En ze maakte zich wel ergens anders zorgen om.
Uit de gang klonk gekreun, gevolgd door wat geschreeuw. De deur werd beslagen, van buitenaf, maar ditmaal met een voorwerp. Ze gingen erdoorheen komen!