De bruinkleurige ogen lieten nieuwsgierigheid zien, terwijl het donkerbruine paard kalm over de vochtige rotsen liep. Ze stapte met lange, maar rustige passen. Ze had geen haast, ze was nergens op uit. Ze was alleen nieuwsgierig. Haar hoeven vormden een ritmisch melodie doordat ze telkens met een zacht geluid op de antracietkleurige rotsen terecht kwamen. Nordy moest oppassen waar ze liep, het smalle pad dat haar naar haar doel leidde was steil en glad. Het geruis van water was namelijk haar kleine, oren binnengedrongen, toen ze op een van de vele vlaktes aan het grazen was. Nordy zou Nordy niet zijn als ze de herkomst van het geluid niet ging achterhalen. Ze had nog lang niet alles van HH gezien en dat wilde ze maar al te graag. Dus nu was het paard opgewekt op weg naar haar bestemming. Een koele bries zorgde ervoor dat er een rilling door haar lichaam ging. Ze was bijna onderaan de rots en ze kon nu in een sierlijke draf overgaan, de ondergrond waarop ze nu liep was van mos en vlak genoeg. De melodie van zijn hoeven verstompten en geruisloos zette ze haar weg voort, nog steeds met haar oren strak naar voren. Haar dikke staart was fier opgestoken en voer als een prachtige, zijden lint met haar mee. Het geluid van het water werd luider en ze kon horen hoe woest water door de rotsen werden gebroken. De merrie vertraagde weer naar stap en ze manoeuvreerde tussen varens door. Ze bogen soepel mee in zijn richting en bevochtigden hem, doordat er glinsterende druppels op de grote bladeren hadden gelegen. De ondergrond was erg drassig en spetters modder bevuilden haar donkerbruine benen. De zee van varens verminderde en toen stond ze langs de oever van het prachtige meer. Links kletterde het water agressief van de rotsen, maar het kalmeerde al vrij snel doordat er een paar rotsen uit het water omhoog staken. Het meer was strak en rustig. Nordy stapte voorzichtig het water in, dat langs de oevers nog maar tot haar koot reikte. Enthousiast draafde ze aan en de spetters sprongen in het rond. Toen ze in het midden was aangekomen reikte het water tot haar schoft. ze zwom verder, iets meer in de richting van de watervallen. Haar vacht was weer stralend bruin na het verfrissende bad. Het wildere water sloeg tegen haar borst. Ze bracht haar hoofd naar beneden en hapte speels naar de schuimkraag die op het water ontstond. Het kinderlijke deel van het paard kwam omhoog en ze brieste verontwaardigd toen het water in haar neus terecht kwam. Opeens hoorde ze iets achter zich, ze draaide haar hals en stak haar oren naar voren. Op de hoge rotswand - waar lange, ineengestrengelde slingerplanten langs omhoog klommen - stond een paard. Nordy keek tegen het licht in dus details kon ze niet zien, alleen het gracieuze silhouet van het dier.
{iedereen
liefst iemand die dezelfde lengte terug kan schrijven {zo vaak mogenlijk} }
{iedereen
liefst iemand die dezelfde lengte terug kan schrijven {zo vaak mogenlijk} }