Zoals wel vaker het geval was, en deze keer dus ook, was Viyave afgedwaald. Dat soort dingen gebeurden altijd heel ongemerkt, bijvoorbeeld als ze in gedachten was. Dan draafde ze zonder iets door te hebben een andere richting op dan de groep paarden deed waarmee ze al haar hele leven optrok. Sterker nog, ze was er geboren dus dan was het logisch. Over andere kuddes in dit gebied had ze wel eens wat gehoord, blijkbaar moest er hier nog een kleine kudde rondlopen. Nieuwsgierig was ze wel, dat was nou eenmaal haar karakter, maar ze wist wel dat in haar eentje reizen te gevaarlijk was. Zeker voor een jonge merrie zoals zij, pas vier jaar geworden. Sterk maar in gevechten niet de beste. Daarom bedwong ze dat karaktertrekje en nam genoegen met haar simpele leven. Vluchten, grazen, slapen, vluchten. Als veulen had ze zich wel eens afgevraagd of hun leider niet paranoïde was. Bij dingen die zij niet eens zag, gaf hij al het sein om weg te wezen, ook als ze net iets interessants had ontdekt. Ze had haar mening tegen haar moeder verteld en dat was de eerste en ook de laatste keer dat ze ooit over dat onderwerp spraken. "Viyave," had haar moeder haar gezegd, "hij weet heel goed wat hij doet. Je bent nog maar een veulen, je snapt het leven nog niet." Over deze woorden had ze nagedacht en, koppig als ze was, ze had besloten dat haar moeder het gewoon zelf ook niet wist. De schuld daarvan schoof ze maar af op haar dochter. De volgende dag was ze het echter weer vergeten. Het geroep van een arend liet haar opschrikken en verward stond ze stil. "Niet weer!" praatte ze tegen zichzelf, en keek achterom. Ze wilde net weer op haar weg terug beginnen toen een geluid achter haar, haar aandacht trok en haar daardoor liet blijven staan.
Paradigm Shift