Ik verzon een niet zo geweldige titel.
Ze stond hier nu al een paar weken. Er was heel wat gebeurt. Eerst leefde ze nog in een kudde en vocht voor haar eer en leiderschap. Daarna werd ze uit haar kudde gejaagt en vreselijk pijngedaan. Lasso's die in haar hals sneden en haar lieten vallen. Ze werd daarna in een vrachtwagen geduwt en had zich daar ook ernstig pijn gedaan. Haar wonden waren nu al wat geheeld. Maar geen mens vertrouwde ze. Ze waren gemeen en deden haar altijd wel pijn. Of stelen haar iets wat haar lief is. Ze hadden haar eerst op de padock gezet. Maar daar heeft ze heel wat vernieling op gedaan. Ze heeft enkele planken kapot geschopt. De mensen hebben haar nu in een ruime wei gezet met schikdraad. Maar meer had zei niet nodig. Af en toe keek de op toen er iemand voorbij liep. Ze gooide haar hoofd in de lucht en keek toen weer weg. Er stonden geen mede paarden bij haar in de wei. De vorige keer had ze een dominante merrie op haar hoofd geslagen en verloor enkele tanden. Zei was hard. En zou steeds haar rang behouden. Zo leefde zei toen. Vechten om te kunnen overleven. De witte merrie begon te hinniken toen ze merkte toen ze een buur kreeg. Metee, galoppeerde ze er heen en bleef in de buurt. Maar toen eenmaal dat vreemd paard haar wou aanraken beet ze woest in zijn hals. "Blijf van mij af! Ik alleen mag aanraken!" Beval zei. Maar het andere paard wilde niet gehoorzamen en verdedigde zijn rang door terug te bijten. Amoria begon wild heen en weer te galopperen.
Ze stond hier nu al een paar weken. Er was heel wat gebeurt. Eerst leefde ze nog in een kudde en vocht voor haar eer en leiderschap. Daarna werd ze uit haar kudde gejaagt en vreselijk pijngedaan. Lasso's die in haar hals sneden en haar lieten vallen. Ze werd daarna in een vrachtwagen geduwt en had zich daar ook ernstig pijn gedaan. Haar wonden waren nu al wat geheeld. Maar geen mens vertrouwde ze. Ze waren gemeen en deden haar altijd wel pijn. Of stelen haar iets wat haar lief is. Ze hadden haar eerst op de padock gezet. Maar daar heeft ze heel wat vernieling op gedaan. Ze heeft enkele planken kapot geschopt. De mensen hebben haar nu in een ruime wei gezet met schikdraad. Maar meer had zei niet nodig. Af en toe keek de op toen er iemand voorbij liep. Ze gooide haar hoofd in de lucht en keek toen weer weg. Er stonden geen mede paarden bij haar in de wei. De vorige keer had ze een dominante merrie op haar hoofd geslagen en verloor enkele tanden. Zei was hard. En zou steeds haar rang behouden. Zo leefde zei toen. Vechten om te kunnen overleven. De witte merrie begon te hinniken toen ze merkte toen ze een buur kreeg. Metee, galoppeerde ze er heen en bleef in de buurt. Maar toen eenmaal dat vreemd paard haar wou aanraken beet ze woest in zijn hals. "Blijf van mij af! Ik alleen mag aanraken!" Beval zei. Maar het andere paard wilde niet gehoorzamen en verdedigde zijn rang door terug te bijten. Amoria begon wild heen en weer te galopperen.