Uitdagingen waren Bryce’ Achilleshiel. De beste manier om hem te laten doen wat je wilde was benadrukken dat je niet dacht dat hij het durfde. Dit was wisselend effectief, want als zijn vriendin gokte dat hij onmogelijk eerder klaar kon zijn met de was dan zij met de afwas trapte hij er slechts zo nu en dan in, en dan ook vooral om haar een plezier te doen, maar over het algemeen was het vrij effectief.
En zo kwam het dat ook hij zich aan een nachtje Rowley ging wagen. Een rugzak met proviand, een luchtbedje en een slaapzak, meer had hij niet echt meegenomen. In zijn hand had hij een zaklamp, die onregelmatig door de bomen scheen.
Hij was erop gekleed; comfortabele, grijze, baggy joggingbroek en een zwarte hoodie. In de voorzak daarvan zat een blikje bier, want helemaal droog staan was Bryce niet van plan.
Op die joggingbroek van hem, met name op de knieën, zaten al de nodige vlekken en vegen. Bij het vallen van de avond pas die kant op gaan, zo bleek, was geen goed idee. Maar het was Roya die verstand had van bossen, niet hij, en Roya zat thuis.
Maar Bryce was Bryce niet als hij niet vol goede moed doorploeterde, zonder ook maar te overwegen dat hem wat kon overkomen, en na wat uren leek doemde dan toch het oude kasteel voor hem op en hij grijnsde opgetogen.
Veel waardering voor architectuur had Bryce niet. Wat hem betrof was dit gewoon een groot uitgevallen huis dat lang geen onderhoud had gezien. In geesten geloofde hij eigenlijk ook niet. In zwervers en junks die dit soort locaties nog wel eens op konden zoeken echter wel, maar zelfs daar maakte hij zich weinig echte zorgen om; Bryce was een zorgeloos wezen.
Hij hees zijn rugzak verder op zijn schouders en naderde de voordeur, die niet helemaal dicht zat en licht heen en weer zwaaide in koele nachtlucht.
Binnen, in de hal, was het aardeduister.
“Goedenavond!” riep Bryce, met name voor de zekerheid. Hij mocht dan ontspannen zijn, veel zin om instabiele figuren te verrassen had hij niet.
Er kraakte het een en ander in het huis, en vaag realiseerde hij zich dat het waarschijnlijk een bouwval was, en verre van veilig. Nou ja, als anderen het overleeft hadden, dan hij vermoedelijk ook wel.
(topicje hier want ik vind dit een leuke locatie okdoei)
(gooi maar wat op Bryce af, hij moet socializen)
En zo kwam het dat ook hij zich aan een nachtje Rowley ging wagen. Een rugzak met proviand, een luchtbedje en een slaapzak, meer had hij niet echt meegenomen. In zijn hand had hij een zaklamp, die onregelmatig door de bomen scheen.
Hij was erop gekleed; comfortabele, grijze, baggy joggingbroek en een zwarte hoodie. In de voorzak daarvan zat een blikje bier, want helemaal droog staan was Bryce niet van plan.
Op die joggingbroek van hem, met name op de knieën, zaten al de nodige vlekken en vegen. Bij het vallen van de avond pas die kant op gaan, zo bleek, was geen goed idee. Maar het was Roya die verstand had van bossen, niet hij, en Roya zat thuis.
Maar Bryce was Bryce niet als hij niet vol goede moed doorploeterde, zonder ook maar te overwegen dat hem wat kon overkomen, en na wat uren leek doemde dan toch het oude kasteel voor hem op en hij grijnsde opgetogen.
Veel waardering voor architectuur had Bryce niet. Wat hem betrof was dit gewoon een groot uitgevallen huis dat lang geen onderhoud had gezien. In geesten geloofde hij eigenlijk ook niet. In zwervers en junks die dit soort locaties nog wel eens op konden zoeken echter wel, maar zelfs daar maakte hij zich weinig echte zorgen om; Bryce was een zorgeloos wezen.
Hij hees zijn rugzak verder op zijn schouders en naderde de voordeur, die niet helemaal dicht zat en licht heen en weer zwaaide in koele nachtlucht.
Binnen, in de hal, was het aardeduister.
“Goedenavond!” riep Bryce, met name voor de zekerheid. Hij mocht dan ontspannen zijn, veel zin om instabiele figuren te verrassen had hij niet.
Er kraakte het een en ander in het huis, en vaag realiseerde hij zich dat het waarschijnlijk een bouwval was, en verre van veilig. Nou ja, als anderen het overleeft hadden, dan hij vermoedelijk ook wel.
(topicje hier want ik vind dit een leuke locatie okdoei)
(gooi maar wat op Bryce af, hij moet socializen)