Tranen stonden in haar ogen. Patrick duwde zijn snuit tegen haar gezicht maar het mocht niet baten. Dat Solance misschien gelukkig was bij Riot, betekende niet dat alles over was. Haar anorexia was erger geworden en ze had Riot voor kunnen doen dat ze gewoon at, voor haar doen, maar ze kreeg nauwelijks iets binnen. Althans, Solance dacht dat ze het hem kon voordoen. Het kon ook prima zijn doordat hij het was, dat hij er niets over zei. Of hij had er wel iets over gezegd en ze had het weggewapperd. Ze wist het niet. Haar geest was niet meer zo helder de laatste tijd. Datgene wat ze binnen kreeg kotste ze vaak ook weer direct uit. Haar armen lagen volledig open. Ze probeerde het te verstoppen voor RIot, maar haar depressie had haar weer in zijn macht. Ze kon er niet onderuit, hoe graag ze ook wou. Snikkend drukte ze zich tegen de hond aan. Ze wou niet meer. Riot zou wel op Patrick passen, dat wist ze zeker.
"Ik hou van je, jochie," fluisterde ze zachtjes. "Maar ik ga. Blijf bij Riot, ik hou van je." Ze drukte een kus op de al te bekende hondenkop en stond toen op. Door haar lange blouse kwam bloed heenzetten. Ze had weer te diep gesneden en ze wist dat het gehecht zou moeten worden. Maar het kon haar niets schelen. Zometeen zou ze van alles af zijn. Van alles en iedereen. Ja, ze zou Riot missen, maar ze kon niet meer. Ze kon niet doen alsof alles koek en ei was, terwijl ze nauwelijks met elkaar communiceerden. Ze had pijn, ze was klaar hier. Plus dat ze eigenlijk in een opvang zou moeten zitten. Haar snijden werd gevaarlijk en haar anorexia was inmiddels ook al dodelijk. Snikkend strompelde ze het huis uit en begon te lopen, god mocht weten waarheen. Ze viel over boomstronken, struikelde over haar eigen benen en bleef steeds langer liggen zodra ze weer onderuit was gegaan. Ze was niets meer dan een wandelend, bloedend skelet. Leven zat er niet meer in. Ze wou niet meer, ze kon niet meer. Liefde was een leugen.
Vanwaar de directe omslag? Misschien onbegrijpelijk voor een omstander. De directe omslag? Haar moeder, waarschijnlijk. In een verkeerd smsje aan Solance stond dat ze blij waren dat ze er niet meer was. Ze had het verkeerd geintepeteerd en dacht dat haar ouders bedoelde dat ze blij waren dat Solance was opgetyfd. Zo zat het niet. Ze waren blij omdat Solance gelukkig met Riot was. Maar dat ene smsje was de doorslag. Riot kon nooit gelukkig met háár zijn. Ze was maar een Solance. Ze was maar een dom, mager meisje die enkel met eten en niet eten bezig was. Ze was maar een spriet met 0 aan kracht. Ze kon nog niet eens blijven leven. Alles was een moeite voor haar. Ze had niet eens energie. Niets. Nada. Waarom zou ze dan Riot nog langer belasten?
Ze strompelde voort, inmiddels al tijden onderweg. Haar blouse was smerig en doorbloed. Haar tranen waren opgedroogd en haar wangen voelde schraal aan. Elke nieuwe traan die over haar wang rolde werd ruw weggeveegd tot ook haar wang inmiddels rood zag van ruwheid. Ze strompelde doelloos rond, wist nog niet waar haar einde zou zijn.
Halverwege de route richting de kliffen kwam een herinnering boven. De andere keer dat ze zelfmoord wou plegen. Maar Riot had haar gered. Ze hoopte dat hij er dit keer niet zou zijn. Dat kon ze niet van hem vragen. Ze liep wankel naar het plateau van de klif toe. Ze slingerde haar voeten over de rand en staarde naar beneden. Puntige stukken. Dit zou even pijn doen. Maar het moest dan maar.
Een al te bekende gehijg klonk haar in de oren. Ze was flauwgevallen, hoe lichtelijk ironisch. Bloedverlies, dat was kut. Patrick likte bezorgd haar gezicht en ze kreunde zachtjes. Bonkende hoofdpijn. Elke beweging deed zeer. Alles was donker en duister en haar hoofd bonsde.
"Patrick," fluisterde ze terwijl ze met moeite haar arm optilde om over de hondenkop te aaien. "Waarom moet je nou hier zijn? Ga weg, jochie. Je wil niet zien hoe je vrouwtje aan haar einde komt. Als ik al van de klif aflazer. Ik vermoed dat ik eerder doodbloed." Ze probeerde een blik op haar wonden te werpen maar haar blouse zag zo rood... Dat was... kut...
Een vaag geluid. Geruis. Pijn. Verdriet. Een gevoel van spijt. Maar altijd het warme hondenlijf dat tegen haar aan lag.
- Sorry sorry sorry Inge, maar ik voel me gewoon RAAARHG dus dit was even nodig. Ze is niet dood, ze leeft nog. Dus open voor diegene die haar wil redden. -
"Ik hou van je, jochie," fluisterde ze zachtjes. "Maar ik ga. Blijf bij Riot, ik hou van je." Ze drukte een kus op de al te bekende hondenkop en stond toen op. Door haar lange blouse kwam bloed heenzetten. Ze had weer te diep gesneden en ze wist dat het gehecht zou moeten worden. Maar het kon haar niets schelen. Zometeen zou ze van alles af zijn. Van alles en iedereen. Ja, ze zou Riot missen, maar ze kon niet meer. Ze kon niet doen alsof alles koek en ei was, terwijl ze nauwelijks met elkaar communiceerden. Ze had pijn, ze was klaar hier. Plus dat ze eigenlijk in een opvang zou moeten zitten. Haar snijden werd gevaarlijk en haar anorexia was inmiddels ook al dodelijk. Snikkend strompelde ze het huis uit en begon te lopen, god mocht weten waarheen. Ze viel over boomstronken, struikelde over haar eigen benen en bleef steeds langer liggen zodra ze weer onderuit was gegaan. Ze was niets meer dan een wandelend, bloedend skelet. Leven zat er niet meer in. Ze wou niet meer, ze kon niet meer. Liefde was een leugen.
Vanwaar de directe omslag? Misschien onbegrijpelijk voor een omstander. De directe omslag? Haar moeder, waarschijnlijk. In een verkeerd smsje aan Solance stond dat ze blij waren dat ze er niet meer was. Ze had het verkeerd geintepeteerd en dacht dat haar ouders bedoelde dat ze blij waren dat Solance was opgetyfd. Zo zat het niet. Ze waren blij omdat Solance gelukkig met Riot was. Maar dat ene smsje was de doorslag. Riot kon nooit gelukkig met háár zijn. Ze was maar een Solance. Ze was maar een dom, mager meisje die enkel met eten en niet eten bezig was. Ze was maar een spriet met 0 aan kracht. Ze kon nog niet eens blijven leven. Alles was een moeite voor haar. Ze had niet eens energie. Niets. Nada. Waarom zou ze dan Riot nog langer belasten?
Ze strompelde voort, inmiddels al tijden onderweg. Haar blouse was smerig en doorbloed. Haar tranen waren opgedroogd en haar wangen voelde schraal aan. Elke nieuwe traan die over haar wang rolde werd ruw weggeveegd tot ook haar wang inmiddels rood zag van ruwheid. Ze strompelde doelloos rond, wist nog niet waar haar einde zou zijn.
Halverwege de route richting de kliffen kwam een herinnering boven. De andere keer dat ze zelfmoord wou plegen. Maar Riot had haar gered. Ze hoopte dat hij er dit keer niet zou zijn. Dat kon ze niet van hem vragen. Ze liep wankel naar het plateau van de klif toe. Ze slingerde haar voeten over de rand en staarde naar beneden. Puntige stukken. Dit zou even pijn doen. Maar het moest dan maar.
Een al te bekende gehijg klonk haar in de oren. Ze was flauwgevallen, hoe lichtelijk ironisch. Bloedverlies, dat was kut. Patrick likte bezorgd haar gezicht en ze kreunde zachtjes. Bonkende hoofdpijn. Elke beweging deed zeer. Alles was donker en duister en haar hoofd bonsde.
"Patrick," fluisterde ze terwijl ze met moeite haar arm optilde om over de hondenkop te aaien. "Waarom moet je nou hier zijn? Ga weg, jochie. Je wil niet zien hoe je vrouwtje aan haar einde komt. Als ik al van de klif aflazer. Ik vermoed dat ik eerder doodbloed." Ze probeerde een blik op haar wonden te werpen maar haar blouse zag zo rood... Dat was... kut...
Een vaag geluid. Geruis. Pijn. Verdriet. Een gevoel van spijt. Maar altijd het warme hondenlijf dat tegen haar aan lag.
- Sorry sorry sorry Inge, maar ik voel me gewoon RAAARHG dus dit was even nodig. Ze is niet dood, ze leeft nog. Dus open voor diegene die haar wil redden. -
Laatst aangepast door Solance op do dec 13, 2012 8:16 pm; in totaal 1 keer bewerkt (Reden : Voor le Inge. Omdat ik een foutje moest rechtzetten ;P)