Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

I'm broken. You're fine. You're hers. Not mine. •

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Alice

Alice

Een paar smaragdgroene ogen richtte zich schichtig op een tweetal schaduwen die volgens Alice héél uitdagend haar richting uitkwamen. Het water kabbelde tegen haar voeten en onrustig krabbelde ze snel wat zinnen in haar schrift die ze op haar schoot gekneld hield. De twee schimmen in de verte bleken uiteindelijk een oud stel te zijn die kalmpjes langs het water liepen. Hoofdschuddend probeerde Alice zich te concentreren op haar schrift waar ze nu al een hele bladzijde woorden had gezet. Bang. Angstig. Lelijk. Onzeker. Meer dan honderd karaktereigenschappen had ze genoteerd en telkens probeerde ze er diegene uit te halen die voor haar van toepassing waren. Nog zo'n eigenschap van Alice; onzekerheid. Ook al had ze niet te klagen over haar uiterlijk, de onzekerheid gepaard met haar pleinvrees knaagden als ratten aan haar ziel.
Haar blik ving de blik op van de oudere man en meteen verstijfde haar hele lichaam. Het potlood die ze in haar handen had viel al kletterend op de stenen grond en krakte in tweeën. Haar lippen vormden één grote streep en de bejaarde wendde niet-begrijpend zijn hoofd af. Natuurlijk begreep hij haar niet, het meisje dat zichzelf niet eens kende. Alice wreef een lok van haar gekruld, blond haar achter haar oor en streek haar wit/blauwe jurkje plat. Een lange ketting met aan het uiteinde een paard hing rond haar nek en bungelde heen en weer door de beweging van de wind. Paranoia als ze was wreef ze over haar armen en probeerde ze het gebroken potlood van de grond te rapen. Het viel niet mee om dat te doen aangezien ze al op een hoge rots zat en er maar twee stenen onder haar lagen waar haar potlood dus ook op lag. Lichtelijk geïrriteerd rakend liet ze zich van haar rots glijden en greep ze in twee snelle bewegingen haar twee stukjes potlood die roerloos op het gesteente bleven liggen.
De reden waarom ze om kwart na twaalf 's avonds even gevaarlijk op de klippen kwam zitten wist ze niet meteen. Overdag durfde ze al niet buitenkomen en 's avonds leek heel de wereld rustig te worden waardoor ook Alice zich buiten durfde te begeven. Of dat met veel succes was viel te zien van dag tot dag. Vandaag leek het rustig, er waren ook niet veel mensen die op dit uur kwamen wandelen. Maar vanaf Alice nog maar een geluid hoorde sprong ze overeind, als een schichtig dier dat elk moment op de vlucht kon slaan. Alice wist niet hoe het kwam dat ze zo'n mensenvrees had opgebouwd en ze ook nooit durfde praten. Alleen een vijftal vriendinnen van haar kenden haar écht en wisten dat Alice niet was hoe ze zich voordeed. Onzekerheid, zo noemden ze het. Al was het voor Alice natuurlijk veel meer dan dat.
Terwijl de wind haar haren naar achteren blies probeerde Alice met één stukje potlood een ontwerp te maken waar ze al dagen aan bezig was. Het zou een jurkje moeten worden met een groot kleurenpatroon. Maar steeds leek er wel iéts te zijn waar Alice zich aan stoorde waardoor ze het vaak opgaf en uiteindelijk stopte met tekenen. Haar leven was één grote rotzooi en Alice wist er maar geen stabiliteit aan te geven. Alice voelde aan dat het tijd werd om terug naar huis te keren en sprong -nadat ze heel de omgeving paranoia had gade geslaan- overeind. In snelle, vloeiende bewegingen sprintte ze over de stenen en liep ze de straat over richting een donker steegje waar ze nooit iemand tegenkwam. Daarachter lag er een groot park waar ze zich steeds op een bankje zette in het skatepark. Meestal bleef ze er niet langer dan een halfuurtje, juist om wat af te koelen en te kalmeren. Want natuurlijk kwam er nooit iemand rond dit uur naar het natuurpark, behalve Alice dan. Gekalmeerd stapte ze het steegje door en keek ze vluchtig om zich heen. Oké, de kust was veilig; er was niemand. Helemaal in haar nopjes -omdat ze er eindelijk zeker van kon zijn dat er hier niemand zou komen- wandelde ze in een traag tempo richting het skatepark. Haar vertrouwde bankje stond er zoals altijd verlaten bij en opgelucht liet ze zich erop poffen. Zalig, alleen zijn .. Alice ademde gelukzalig de boslucht in en richtte haar kin wat meer naar boven. Haar speciale, lichtgroene ogen keken naar de volle maan met de vele sterren om zich heen. Prachtig. Bij een gekrak achter zich viel haar schrift uit haar handen, vloekte ze luidkeels en sprong ze bang van haar bankje. Alice durfde haar gezicht niet te draaien en zette het op het lopen. Niet wetend waar ze heen ging begon ze te lopen, steeds sneller en verder het bos in. Maar hoe verder ze liep, hoe krachtiger het geluid achter haar werd en ze uiteindelijk een hand op haar schouder voelde..

• Voel je welkom •

Uruha

Uruha
Weerbevechter
Weerbevechter

Een man liep langzaam door de straten heen. Zijn passen waren zacht, iets waar hij zichzelf steeds op trainde. Hij wilde voor zichzelf bepalen wanneer hij gehoord wilde worden en wanneer niet. Hij had een jogging broek aan en een hemd, enkel was deze niet zichtbaar door zijn zwarte vest. Hij had zwarte sneakers aan en in tegenstelling tot overdag, had hij zijn haren niet gedaan en was het enige wat nog over was, een klein beetje zwart oogpotlood onder zijn ogen. Iets wat er niet af ging en waar hij ook geen moeite voor ging doen. Hij had een zonnebril opgezet, enkel omdat hij dan het gevoel had minder op te vallen, niet zichtbaar. Maar het was iets wat Uruha tot rust maakte al wist hijzelf dat iedereen hem toch wel kon zien. Ook had hij iets anders bij, dat was zijn gouden python wat hij in zijn binnenzak had zitten. Zijn messen zaten veilig in een holster om zijn been. Hij wist waar hij naartoe ging. Het was er rustig en helemaal niemand. Zelfs als hij al geluid zou maken, was er niemand die hem op zou merken. Aangekomen in het bos, trok hij zijn vest uit en hing deze aan een tak. Zijn armen waren licht gespierd en zijn slanke lichaam was in goede conditie. Zijn messen haalde hij onder zijn trainingsbroek vandaan en de training begon voor hem. De boom die hij had uitgekozen, zal vele krassen krijgen en het zal voor Uruha dan ook een verzonnen vijand zijn. Want je kon niets leren zonder een vijand. Al was een boom ook niet echt geweldig, het was iets wat niet uit de weg ging en beter dan niks. Het enige wat hij kon leren, waren de schijnbewegingen en de "combo's" welke bewegingen er het beste bij elkaar paste en hoe hij deze makkelijk in elkaar over kon laten vloeien. Hij deed zijn haren niet vast, want hij was ervan overtuigd dat je niet in perfecte omstandigheden moet kunnen vechten. In iedere hand had hij een mes en met draaien, sprongen en schoppen, probeerde hij zichzelf uitgeput te krijgen. Dat lukte na drie kwartier al vrij goed en hij drukte de punten van zijn messen in de boom. Zo deed hij weer een nieuwe oefening, in een boom klimmen, waar zo min mogelijk takken aan zaten om op te steunen. Maar na een kwartier had hij daar genoeg voor getraind en pakte hij zijn messen weer. Tot zijn verbazing hoorde hij voetstappen, rennende voetstappen. Hij keek om naar waar het geluid vandaan kwam, maar ging achter de boom staan waar zijn revolver in zat. Een mes kwam op de grond terecht en de andere in het holster. De voetstappen kwamen steeds dichter bij, rennen was negatief als het zo laat was, dat doelde enkel op angst en vooral in een bos. Hij kon de voetstappen niet thuisbrengen, iets dat kwam omdat hij merkte dat het niet van twee benen kwam, maar van vier.
Hoe dichterbij ze kwamen, hoe meer hij zichzelf klaar maakte. Hij keek om de boom heen en zag een meisje rennen, met een andere gedaante vlak achter haar. Dit zorgde ervoor dat uruha lichtelijk zuchtte en toen de vrouwelijke gedaante langs kwam, greep hij haar schouder vast om haar tegen een boom aan te drukken en de gedaante die volgde kreeg de elleboog van uruha in zijn gezicht. Deze viel verbaasd op de grond en keek verbaasd naar de man die het deed, voor de jongen op de grond, leek het enkel een grote zwarte gedaante. Uruha greep de jongen bij zijn bovenarm overeind.
"Ga weg." Zei Uruha kil, maar de jongen liet zijn vuist op de kaak van hem landen. De Aziatische man, schudde enkel zijn hoofd ongelovig en liet de jongen los. Maar de jongen had blijkbaar een doel voor ogen, want in plaats van dat hij weg liep, wilde hij weer uit halen. Uruha had zoiets al aan zien komen en pakte zijn arm vast om deze achter op zijn rug te krijgen. De revolver tegen de rug van de jongen rustend.
"In plaats van mensen te vervelen, heb ik liever dat je weg gaat." Hij haalde de hammer over en blijkbaar snapte de jongen dit en rende weg. Hij haalde de trekker over, maar er zaten geen kogels in, dus er gebeurde niks. Uruha wendde zich nu tot het meisje.
"Wat doe je hier?" vroeg hij verbaasd. Aangezien het niet erg normaal was dat een meisje het bos in rende. Daar was je namelijk helemaal door niemand te zien.
"Als je word aangevallen, kun je beter naar de huizen rennen." vervolgde hij en pakte zijn andere mes op om deze weer terug in het holster te doen. Zijn wapen had hij achter in de rand van zijn jogging broek gedaan en hij hing tegen een boom aan. De druppeltjes zweet glinsterde in de stralen die door de bomen zijn lichaam vonden.



-gek dat mijn bericht verwijderd was, zonder dat er een melding kwam.

Alice

Alice

De hand die ze op haar schouder voelde deed haar pas helemaal flippen waardoor ze wild rond zich heen slaand zich tegen een boom liet gooien. De jongen die haar tegen de boom had gezet had Alice niet gezien maar het geluid van ijzer deed haar helemaal verstenen. Messen.. Haar lichaam begon te trillen en bevend deed ze een stap vooruit om iets van het schouwspel te kunnen zien. Er waren twee jongens. Beide kende ze niet maar het was duidelijk dat diegene met het mes haar vast wou verdedigen. Allemaal wel goed en wel maar Alice kon helemaal niet tegen zo'n situaties. Ze was al helemaal niet stressbestendig en als er dan nog één of andere gek haar achterna liep freakte ze helemaal.
Bang voor wat er zou komen liet ze zich op haar achterste op het gebladerte vallen en sloeg ze haar handen voor haar gezicht. Ze wilde het niet zien of horen. Haar hartslag ging nu al als een gek tekeer en haar borstkas maakte grote rondingen per keer ze lustig naar adem hapte. Je kon het vergelijken met een of andere autist die net zo'n flipmoment kreeg. Zo voelde Alice zich alleszins. Toen er een schaduw over haar heen viel en ze recht in de ogen van een jongen keek werden haar ogen nog groter dan ze al waren. Haar mond viel half open en angstig stond ze naar zijn messen en revolver te kijken. Zo snel ze kon krabbelde ze naar achteren en sprong ze overeind. "Geen.. Geen.. M-messen!" Haar lippen trilden en nog steeds over haar hele lichaam rillend stond ze stokstijf stil. Hoe vriendelijk de jongen ook was, Alice had een fobie voor elke vorm dan ook van wapens en aangezien deze jongen er enkele 'leuke' exemplaren van had wilde ze niets met hem te maken hebben. Met haar handen wild in haar haren wrijvend probeerde ze haar lichaam onder controle te houden maar betrapte ze er zich steeds op dat ze het helemaal niet kon. De wind streelde haar krijtwitte wangen maar gevoelloos door de stress en de angst bleef ze strak voor zich uitkijken. "Ik..Moet..Gaan!" Alice kon haar smaragdgroene ogen maar niet van de wapens afhouden en leek er nog steeds niet gerust in te zijn.
Waarom zou hij eigenlijk zelf maar wapens bij zich hebben? Revolvers waren sowieso al illegaal en het feit dat deze jongen er één bij zich had voorspelde niet veel goeds. Plus Alice had nu al zoveel meegemaakt in één avond dat ze zich het liefst gewoon wou verstoppen in haar kamer en er nooit meer uitkomen. "B-bedankt .." Perste ze er nog net uit, niet wetend wat ze anders moest zeggen. En in één grote pas beende ze richting de ingang van het bos, ze moest hier weg .. Ze moést.. Maar halverwege de eerste paar stappen hield ze halt. En de jongen dan?

• Sorry voor de kortere post, twee keer éénzelfde post schrijven is niet echt aangenaam. •

Uruha

Uruha
Weerbevechter
Weerbevechter

De Aziatische man was zijn bril kwijtgeraakt toen de jongen hem op zijn kaak sloeg en met zijn bruine ogen, keek hij haar rustig aan. Dat ze helemaal gestrest was, maakte hem niet heel veel uit. Hij ging haar niet troosten, toen ze het had over zijn messen, zuchtte hij enkel. Hij snapte niet wat daar erg aan was, die gebruikte je ook in de keuken. Niet dezelfde als die hij in een holster had zitten, maar je kon er ook mee snijden. Hij keek haar enkel rustig aan, maar dat maakte blijkbaar voor het meisje niks uit, ze bleef in de stress. Dat terwijl hij dacht haar te helpen, het was niet zijn bedoeling om haar bang te maken. Dat was de rede geweest dat hij zo snel mogelijk zijn revolver achter zijn rug had gedaan.
"Rustig, het heeft geen zin om te stressen." zei hij haar. Al dachten sommige misschien dat hij een vrouw was, enkel omdat hij soms make-up droeg. Zijn stem was alles behalve vrouwelijk.
Hij deed het holster van de messen af en bevestigde deze in zijn broek, aan zijn bovenbeen. Nu kon ze de messen niet meer zien en zaten ze 'veilig' onder zijn jogging broek. Toen ze stotterde dat ze moest gaan, knikte hij enkel.
"Zal ik je naar huis brengen?" Al wist hij het antwoord al en als ze nee zei, dan volgde hij haar toch wel. Voor als de andere jongen terug kwam, niet omdat hij zozeer wilde weten waar ze woonde. Een frons kwam op zijn gezicht toen ze bedankt zei. Ze reageerde alsof hij haar onder schot hield, maar ze bedankte hem. Hij liep naar zijn vest en hield deze over zijn arm, hij had het op dit moment nog te warm om deze aan te doen. Uruha grijnsde kort, hij vond haar grappig. Hij raakte niet meer zo snel in de stress, dus was dit grappig voor hem, sowieso waren snel dingen grappig voor hem. Toen ze stopte, liep hij naar haar toe en ging naast haar staan. Zonder haar aan te kijken sprak hij.
"Ik begeleid je naar huis." Zei hij, het was geen vraag, het was alsof hij een feit meldde. Zoals iemand zou zeggen. 'ik ben achttien jaar.' zo zei hij de woorden. Ze had ook geen keus, want hij liet haar niet alleen lopen, hij had geleerd van zijn ouders om vrouwen met respect te behandelen. Dat betekende dus ook dat hij een meisje niet midden in de nacht alleen rond ging laten lopen. Hij draaide zich weer om en tot zijn opluchting weerkaatste de bril de stralen van de maan. In enkele passen was hij er en raapte deze op om deze vervolgens in zijn haren te zetten. Daarna richtte hij zich weer op het meisje en liep weer naar haar toe.
"Ik heet Uruha." zei hij en lichtelijk boog, zoals ze in Japan deden. Maar toen stak hij wat klungelig zijn hand uit, want hij wist nog niet zo goed hoe dat moest. De meeste opdrachten waren in Azië en dat maakte zijn omgang met de westerse wereld wat moeilijker. Hij had een wat verlegen glimlachje op zijn gezicht, dit vond hij moeilijker als een gevecht met zijn messen of een pistool. Dat ging altijd snel voorbij en was enkel snel beslissen. Nu had hij teveel tijd en wist hij niet zo goed wat te doen.

Alice

Alice

Lange tijd stond Alice onzeker voor zich uit te kijken, niet meteen wetend wat te doen. Maar toen ze zag dat de jongen de messen zorgvuldig wegstak begon ze al iets te kalmeren. Het leek erop dat de jongen totaal niet zo kwaadaardig was als ze eerst dacht dat hij was. Maar toch bleef ze hem in de gaten houden en zorgde ze voor de nodige afstand tussen hen twee. Je wist maar nooit. En met Alice haar pleinvrees kon ze er niet aan doen om hem met haar twee kijkers élke stap te volgen.
De plotse vriendelijkheid van de jongen verbaasde haar en met haar ogen nog steeds opengesperd bleef ze hem aankijken. Hij stelde zich voor als Uruha, een naam die haar zo goed als onbekend voorkwam. En nu ze hem eens goed bekeek merkte ze op dat hij wat oogpotlood ophad. Jongens met make-up? Humnh, vreemd. Maar ze nam het de jongen niet kwalijk, ieder zijn eigen stijl. Even twijfelde Alice om haar naam te vertellen maar het leek haar raar om het niet te doen. Tenslotte zag het ernaar uit dat de jongen haar -ookal zou ze het niet willen- naar huis zou begeleiden. "Alice .. Alice Wright." Het kwam er, voor haar doening, vlot uit en daar was ze best wel trots op. Uruha bleek het allemaal wel grappig te vinden want de grijns op zijn gezicht verraadde dat hij haar meer stond uit te lachen dan wat anders. Of dat was dan weer de 'overdreven' visie die Alice had.
Alice richtte haar smaragdgroene ogen op de hand die naar haar werd uitgestoken en geschrokken sprong ze achteruit. Van zijn hand keek ze naar zijn gezicht en terug. Wat moest ze daar nou mee? Alice had nooit echt iemand 'de hand geschud' en ze wist dus ook niet goed wat ze ermee moest doen. In Alaska groette men elkaar met een knikje, niet met een hand of drie zoenen zoals sommigen hier altijd deden. Dus niet wetend wat ze écht moest doen nam ze maar zijn duim vast en gaf ze er een klein kneepje in. "Z-zó?" Alice keek niet-begrijpend naar de duim die ze nog steeds in haar hand vast had en liet hem aarzelend los. Wat verwachtte deze jongen van haar? Ze snapte er echt niets van. Alice haalde kort haar schouders op en begon langzaam vooruit te stappen. Aangezien de jongen niet van plan was om haar alleen te laten liet ze het dus maar toe dat hij met haar mee zou stappen. "Hou je gedeisd wil je.." Alice stond versteld van zichzelf dat ze dat had durven zeggen en ergens was ze ook blij dat ze deze jongen in vertrouwen nam. Een nieuwe vriend kon geen kwaad, ze moest er zich gewoon voor open stellen ..

Uruha

Uruha
Weerbevechter
Weerbevechter

Uruha was opgelucht dat ze niet meer helemaal in de stress was. Want anders was er helemaal niks met haar te doen. Dan kon hij enkel wat meters achter haar aanlopen totdat ze thuis was. Want praten ging dan vrij moeilijk, dat dacht hij tenminste. Hij was niet iemand die graag wilde praten, maar hij wilde ook niet iemand angst aan jagen. Hij knikte naar haar en wist eigenlijk niet wat hij zo met zijn hand moest doen, hij zag dat ze dit in films deden, maar hij begon nu te geloven dat het een sprookje was. Het meisje deed namelijk zo raar door zijn hand. Net toen hij zijn hand wilde laten zakken, pakte zij de duim van uruha. Hij fronste enkel lichtelijk, maar knikte toen opnieuw.
"Ik weet het niet." Gaf hij eerlijk toe, wanneer ze vroeg of het zo goed was. "Ik doe dat ook niet zo vaak." zei hij erachteraan.
Uruha was niet iemand die snel op mensen af liep of graag vrienden wilde maken. het was moeilijk voor hem, aangezien hij altijd ergens mee bezig was of gewoon contact maken al een missie opzich was. Maar als hij je kende, was hij gezellig en zelfs grappig te noemen. Dit eigenlijk doordat hij niet altijd slimme opmerkingen heeft, enkel als het om tactische dingen gaat, zal zijn slimheid je verbazen. Toch liet hij die dingen vrijwel nooit blijken en vond hij het niet erg wat je van hem vond. Wanneer je zijn uiterlijk niks vond, dan was hij daar juist blij mee. Dat hield in dat je wel naar zijn innerlijk moest kijken. Naar hoe hij echt was en dat was meer dan enkel de mooie kleding en make-up. Toen Alice zijn duim losliet, zakte zijn arm weer en toen ze begon te lopen, ging hij dan ook achter haar aan.
"Hou je gedeisd wil je.." Uruha snapte de zin niet helemaal, wat bedoelde ze ermee? Gedeisd, was hij dat niet steeds?
"Wat?" vroeg hij dan ook met een frons terug, aangezien het moeilijk was om te geloven dat die woorden uit de mond van dat meisje kwamen, snapte ze niet wat ze ermee bedoelde.
"Jij weet ook niet wat je wil, dan doodsbang en nu ben je stoer?" vroeg hij met een flauwe grijns, het maakte hem niks uit, want hij dacht haar hier niet meer tegen te komen.

Alice

Alice

Alice knikte opgelucht dat Uruha ook niet goed wist wat ze met een 'hand' moest doen. "Nou, laten wij het met één duimdruk houden." Alice kon het niet laten om breed te glimlachen en ze vroeg zich af hoelang het wel niet geleden was dat ze nog eens had geglimlacht.
Met haar beide handen losjes naast haar lichaam stapte ze de weg door het bos in. Aangezien ze nu toch met twee waren konden ze evengoed de terugweg via het bos gaan. Dan liep je langs een groot meer waar het maanlicht altijd prachtig op scheen.
Uruha's reactie deed haar zachtjes glimlachen. "Ik kan maar beter van m'n angst afstappen aangezien ik heb gemerkt dat ik toch niet van je afkom." Het was een voorzichtig antwoord maar er zat toch een bepaalde waarheid in. De jongen zou vast wel al doorhebben dat Alice een grote pleinvrees had maar of hij daar echt al eens had bij stilgestaan wist ze niet. Hij zou het vast grappig gevonden hebben, dat ze haast achterover was gevallen van de angst. Afwachtend liep ze naast Uruha langs een pad dat hen bracht tot aan de oever van het meer. Daar styond er een klein bankje en Alice besloot er te gaan opzitten. "Maar vertel eens .. Uru-", Alice moest denken, legde een vinger tegen haar kin en stak hem daarna content de lucht in. "Uruha! Vertel eens, waarom zitten al die wapens in je zakken? Zeg nu niet dat je ze bij hebt ter zelfverdediging want daarvoor heb je skills genoeg heb ik gezien." Alice draaide haar smaragdgroene ogen voor het eerst naar de zijne en durfde hem voor het eerst een tweetal seconden aan te kijken. Het was de eerste keer in een lange tijd dat ze iemand zo had aangekeken.
Meestal vond ze oogcontact erg intimiderend maar op een of andere manier was ze erin geslaagd het twee seconden te doen. En het grappige was dat anderen dat als uit een reflex deden, terwijl Alice erover moest nadenken. Op een antwoord wachtend liet ze haar schoenen langs de kant vallen en stak ze haar voeten in het frisse water. Zalig ..

Uruha

Uruha
Weerbevechter
Weerbevechter

Uruha was geen jongen die veel tegen vreemdelingen zei. Dat was ook de rede dat hij stil was en enkel meeliep, als een soort bodyguard liep hij met haar mee. Toch was hij niet zo dik als een bodyguard en niet zo overdreven gespierd.
"Ik kan maar beter van m'n angst afstappen aangezien ik heb gemerkt dat ik toch niet van je afkom." Uruha keek op van die zin en moest deze toch wel een paar keer overdenken. Moest hij weggaan? Was dat wat ze wilde. Niet dat het hem heel veel uitmaakte. Was ze bang van hem? Het waren vragen die hij niet eens wilde stellen. Dus hij knikte enkel, want ze had gelijk dat ze niet van hem af kwam. Maar wanneer hij haar thuis had gebracht, zou hij haar niet meer lastig vallen.
Uruha bekeek het meer, maar was verbaasd dat Alice op een bankje ging zitten. Zonder een word te spreken, ging hij naast haar op het bankje zitten en steunde met zijn ellebogen op zijn knieën.
Toen ze begon met praten, keek hij om naar haar. Zijn donkere ogen keken haar vragend aan toen ze stopte bij zijn naam. Waarom ze dat deed snapte ze niet, maar ze was blijkbaar zijn naam vergeten. Toen ze vroeg over de wapens, keek hij echter voor zich uit. Want hij wist niet wat hij moest zeggen, wanneer hij zou zeggen dat hij voor zijn beroep eigenlijk mensen doden, dan was ze weg. Het ging nooit over het doden, maar die kwamen er haast altijd, want wat ze nodig hadden was altijd beveiligd.
"Ik ben in Japan opgevoed. Mijn ouders hebben me in een kamp gezet om karate te trainen." begon hij toen maar, want zo was zijn werkelijke verhaal ook gestart.
"Maar toen werd ik eens aangevallen en ben ik wapens gaan kopen." Hij was ook werkelijk aangevallen, zijn bovenlichaam zat vol met littekens. Van messen, tot kogels, het was te zien dat hij een vechter was. Dat was ook de rede dat hij zijn shirt aanhield, zodat mensen er geen dingen over gingen vragen.
"Ik wilde zeken niet verliezen, dus train ik veel." zei hij rustig. Het was niet helemaal waar, maar het meeste wel. Het kwam ook geloofwaardig over, zonder stamelen. Hij bleef voor zich uitkijken over het meer.
"En jij? Waarom ren jij een bos in?" Vroeg hij haar toen, hij wilde niet meer praten over zichzelf. Dat was iets wat hij niks vond.
"Wat doe je eigenlijk hier? Paardrijden?" vroeg hij door, aangezien hij hoopte dat ze niks meer over hem ging zeggen.

Alice

Alice

Alice geloofde wat de jongen zei, knikte op zijn woorden en haalde uiteindelijk haar schouders op. "Zolang je er maar geen mensen mee dood vind ik het goed." Alice had geen flauw benul dat Urhuha dat ook écht deed. Maar naïef als ze was geloofde ze elk woord dat deze jongen zei. Met één armbeweging had ze haar haren in de juiste richting gegooid. Haar groene kijkers hielden Urhuha in de gaten maar het viel op dat ze zich eindelijk begon te ontspannen. Het was maanden geleden dat ze nog eens gezelschap had gehad dus het was voor haar toch wennen.
Zijn vraag sloeg als een bom in op haar hersens. Waarom? Ja, dat was een zeer goeie vraag. "Ik kom oorspronkelijk van Alaska, ben opgegroeid tussen de wilde honden en husky's en ben nooit echt in contact gekomen met mensen. Dus langzamerhand begon ik een pleinvrees te ontwikkelen en durf ik me niet meer te begeven op openbare plaatsen. Dus mijn oplossing -om toch niet elke dag tussen vier muren te zitten- is 's avonds laat, in het holst van de nacht, naar het bos te komen. Natuurlijk om wat stoom af te blazen maar ook gewoon om te ontspannen." Alice was ergens wel blij dat ze dit had gezegd en op een of andere manier deed het deugd om het te vertellen.
"Maar goed. De reden waarom ik zo ben beginnen lopen was dus omdat die creep achter me aan zat." Alice glimlachte onverstoorbaar. Met haar voeten kalmpjes in het water liet ze een korte zucht horen. Een gelukzalige glimlach rustte op haar gezicht en met haar groene ogen op het water gericht volgde ze enkele vuurvliegjes. "Moest je vanavond nog ergens zijn?" De vroeg rolde uit haar mond alsof het niets was. En tevreden uitdrukking bleef op haar gelaat staan en met haar voeten in het water wiebelend vroeg ze zich af of ze hier nog lang zouden zitten. Want hoe raar het ook was om te zeggen, Alice vond het hier best wel leuk met Uruha.

Uruha

Uruha
Weerbevechter
Weerbevechter

"Zolang je er maar geen mensen mee dood vind ik het goed." Ja, hier gaf hij dus maar geen antwoord op. Wat moest hij zeggen? Tuurlijk niet? Nee, dat kon hij niet zeggen en ging het dan ook niet doen. Sowieso hield hij niet zo van liegen, enkel als het moest voor een opdracht. Dan had hij er geen problemen mee, maar gewoon tegen mensen zou hij dat niet zo snel doen. Hij doodde ook geen mensen die onschuldig waren, het waren vaak criminelen. Dat was iets wat het voor hem makkelijker maakte en als hij in een "killing spree" is, dan is alles makkelijk.
Hij luisterde naar wat ze hem vertelde, over haar pleinvrees en dat ze in het holst van de nacht naar het bos ging. Hij vond het gevaarlijk voor een meisje dat enkel kon rennen en niet eens zichzelf goed kon verdedigen. Maar iedereen mocht het voor zichzelf weten en hij ging ook niet iemand verbieden om te doen waar hij of zij zich goed bij voelde.
Maar dat ze pleinvrees had, merkte hij niet. Omdat ze bang was van zijn wapens, had hij niet gedacht dat ze misschien ook bang was van hem. Ook al had hij de wapens vast, dat hield voor hem niet in dat hij gevaarlijk was. Hij had namelijk niet in de gaten dat je meteen bang was van iemand als diegene wapens in de hand had. Wanneer ze namelijk geen wapens hadden, was Uruha niet snel bang van iemand. Hij knikte toen ze klaar was met praten, over dat ze stoom af wilde blazen of wilde ontspannen. Dat ze door praatte, verbaasde hem ook wat.
"Maar goed. De reden waarom ik zo ben beginnen lopen was dus omdat die creep achter me aan zat." Hij keek haar wat vragend aan, dacht ze dat hij dat niet snapte?
"Zoiets dacht ik al." zei hij toen ook rustig en met zijn bruine ogen voor zich uit keek. Uruha was geen grote prater en zij vaak het enige wat hij hoefde en het liefst niet meer. Maar vaak zei hij uit beleefdheid wel wat dingen terug.
"Maar waarom kom je naar een drukke plaats als je pleinvrees hebt? Dan had je toch beter in Alaska kunnen zitten?" Hij probeerde het onderwerp wat minder drukkend te maken. Toen ze vroeg of hij vanavond nog wat moest doen, ging hij nadenken. Nee, het was enkel om te trainen vandaag. Morgen was weer een zoektocht naar niks.
"In bed lijkt me een goed idee, maar ik heb geen vaste tijd om naar bed te gaan." zei hij eerlijk. Niet nadenkend dat de vraag misschien een beetje vreemd over kwam. Uit die vraag bleek voor hem ook dat zij niks hoefde te doen, dus om dat te gaan vragen vond hij wat nutteloos. Ook moest hij zich 'gedeisd' houden, dus zou hij naar haar luisteren en dat ook doen. Teveel vragen, zou haar misschien ook weer zenuwachtig maken.

Alice

Alice

Alice keek Uhura afwachtend aan en haalde uiteindelijk haar schouders luchtig op bij zijn vraag. "In Alaska irriteerde ik enkel mijn moeder, die super sociaal is en wilde dat ik wat meer spraakzamer ging worden. Dus stuurde ze me hierheen, wetende dat ik pleinvrees heb en hoopte me hiermee te helpen. Maar integendeel, de hoeveelheid mensen schrikken me af en het liefst kwam ik helemaal niet meer buiten." Alice zuchtte, keek naar de grond en rolde uiteindelijk met haar ogen. "Dus de enige uitweg die ik heb, om af en toe de natuur nog eens te zien, is 's avonds laat hierheen komen." Alice slikte, streek een lok haar uit haar gezicht en legde haar armen losjes over haar opgetrokken knieën. "Maar ja, ik heb ermee leren leven." Alice glimlachte en bleef Urhuha voor een paar seconden aankijken.
Het viel op dat hoelanger Alice met deze jongen omging des te langer ze eraan wende om hem aan te kijken en ermee te praten. Het leuke eraan was dat ze zich nu al wat meer op haar gemak voelde en ze niet echt het gedacht had dat de jongen haar iets zou willen aandoen. Moest hij dat gewild hebben zou hij dat al lang gedaan hebben.
Toen hij zei dat hij normaal gezien niets te doen had knikte ze opgelucht. Ze was dan toch blij dat ze gezelschap had gekregen en het gedacht dat ze hier nog wel even zouden zitten zinde haar wel. De frisse lucht deed haar goed en in tijden had ze zich nog nooit zo goed gevoeld. Een glimlach krulde rond haar mondhoeken en kalmpjes draaide ze haar lichaam een kwartslag zodat ze Uruha beter kon aankijken. Het zag er wel wat vreemd uit maar Alice vond het wel goed zo. "Waar heb jij zin in? Misschien zwemmen? Ik heb het hier nog nóoit gedaan maar ze zeggen dat het water hier heerlijk is!" Alice lachte, wist niet goed of hij haar idee nu wel op prijs zou stellen of niet maar dat deerde haar niet. Lang duurde het dus ook niet of ze sprong rechtop en liep kalmpjes richting het water. Nadat ze haar schoenen had uitgeschopt stak ze haar tenen in het water en liet ze een kort 'brrrr' geluidje horen. Oké, dat water was dus wel degelijk frisjes. Toch liet ze zich niet doen en sprong ze met een kort gilletje het water in. Haar kleren zouden wel drogen en op een of andere manier voelde ze zich euforisch. Proestend kwam ze boven en lachend stond ze Uruha aan te kijken. "Wel, kom je nog?" Alice wist niet goed hoe Uruha nu zou reageren maar nam het onzekere voor het zekere. Ze voelde zich goed en wilde dat graag zo houden.

Uruha

Uruha
Weerbevechter
Weerbevechter

"Je bent gewoon gedumpt?" vroeg hij wat ongelovig. Niet dat zijn ouders zo aardig voor hem waren geweest. Hun hadden hem ook in een kamp gezet. Al was dit om een heel andere rede en heeft hij er dingen van opgestoken. Het was altijd prettig dat mensen niet verwachten dat hij goed is in vechten, dan was het een verassing. Maar dat ze meldde dat ze enkel 's nachts buiten kwam, vond hij dat toch vrij zielig. Dat je gewoon bang bent voor mensen vond hij sowieso iets vreemds.
"Maar ja, ik heb ermee leren leven." Toen ze dat zij keek hij om naar haar, enigszins verbaasd dat hij haar ogen zag. Hij had gedacht dat ze hem niet aan zou kijken. Dit zorgde ervoor dat Uruha even zenuwachtig werd, hij keek weer voor zich uit omdat hij anders niet wist wat te doen. Hij snapte even niet meer wat pleinvrees inhield, ze zei bang te zijn van mensen. Dus het verbaasde hem dat ze niet bang voor hem was. Iemand die wapens had. Hij hoorde har bewegen en toen hij haar woorden hoorde, keek hij enkel wat vragend om. zwemmen? Hij was al vrij verbaasd, maar dit kon er blijkbaar ook nog wel bij. Ze wilde zwemmen, waarom wilde ze met hem gaan zwemmen? Toen hij zijn mond dan eindelijk wilde open doen om haar een vraag te stellen, was ze al weg. De vraag zou zoiets worden van; is dat wel zo'n goed idee? Maar hij was te laat. Hij volgde haar met zijn ogen, misschien maakte ze een grapje. Maar toen hij zag dat ze wilde springen wilde hij zijn mond openen om te vragen of ze het zeker wist. Maar ze was al verdwenen in het water. Met een zucht stond hij op om te kijken of alles wel goed ging. Maar toen ze lachend boven kwam, wist hij al genoeg.
"Wel, kom je nog?" Toen ze dat vroeg, aarzelde hij. Zijn revolver ging hij niet meenemen en het liefst zijn messen ook niet. Al konden die goed tegen vloeistof.... Zoals bloed. Maar hij pakte zijn revolver uit zijn broek en legde deze op het bankje, samen met zijn messen. Hij schopte zijn sneakers uit en in plaats van Alice deed hij ook zijn trainingsbroek uit. Dit maakte alles anders zwaar en op het zwembad had hij hetzelfde aan. Zijn hemd hield hij aan, zodat zijn littekens niet zichtbaar zouden zijn en sprong in het water. Hij voelde niet eens eerst of het water niet te koud was. Maar dat merkte hij op dit moment wel, het was koud, het was wel goed voor je spieren... Dat was iets wat hij wel wist.
"Dus dit is je nachtelijkse hobby?" Vroeg hij aan Alice en liet zijn ellebogen op de kant rusten. Hij glimlachte naar haar, wat ervoor zorgde dat hij er haast schattig uit zag.
"Jij word ziek als je met al die natte kleding dadelijk nog naar huis moet." zei hij daarna wat serieuzer.

Alice

Alice

Alice dacht niet dat Urhuha het water in ging gaan maar ze bleef hem toch aankijken. Haar smaragdgroene ogen fonkelden toen ze hem zijn kledingstukken zag uittrekken en lacherig floot ze een kort deuntje. Hoe het kwam dat ze opeens zoveel zelfvertrouwen had wist ze niet maar het was alleszins wel duidelijk dat ze deze vreemdeling vertrouwde. Misschien wel de enigste persoon hier in HH.
"You go boy!" Alice grijnsde breed en bleef Urhuha met haar ogen volgen. Wat ze wel raar vond was dat hij zijn shirt niet uittrok maar daar sloeg ze geen acht op. Misschien had hij daar wel een goeie reden voor, vast wel.
Alice hoorde een luide plons naast haar en klapte enthousiast in haar handen. Zijn vraag bleef enkele keren rondcirkelen in haar hoofd vooraleer ze er daadwerkelijk antwoord op gaf. "Om eerlijk te zijn is dit de eerste keer dat ik daadwerkelijk dit water ben ingesprongen." De lieve, schattige glimlach van de jongen was haar niet ontgaan en verlegen draaide ze het hoofd weg. Doordat hij haar zo aankeek, met zijn ogen récht op haar gericht, het gaf haar een leuk gevoel. Niet alleen omdat ze deze jongen eindelijk aanvaarde in haar omgeving maar ook omdat ze stilaan merkte dat hij en vriend van haar werd. "Zou dit voor jou dan een dagdagelijkse bezigheid zijn? Zwemmen in ijskoud water?" Alice schoot in de lach en hees zichzelf het water uit. Met haar benen nog in het water spartelend luisterde ze nog naar wat Urhuha te zeggen had. "Hmmnh, daar heb je wel gelijk in. Thuis zal ik me wel kunnen opwarmen." Alice glimlachte liefjes. Misschien dat de jongen wel zin had om nog wat te drinken bij haar thuis. Aangezien ze toch elke avond alleen thuis zat leek het haar wel leuk. Maar of hij dat nu zou willen wist ze niet, het viel te proberen. "Heb je misschien zin om nog wat te drinken bij mij thuis? Ik heb nog wel wat dingetjes liggen om te eten ook, voor moest je honger hebben." Alice probeerde zo breed mogelijk te glimlachen. Hij zou sowieso al de eerste zijn die ze uitnodigde bj haar thuis en juist daarom was ze wel wat onzeker. Ach ja, we'll see.

Uruha

Uruha
Weerbevechter
Weerbevechter

Toen Uruha zijn broek uit trok en Alice naar hem floot, twijfelde hij even. Het was helemaal niet de bedoeling om iets uit te lokken. Het probleem is dat wanneer hij uit het water ging, het koud was en dat was ook niet heel handig. Hij ging zelfs twijfelen of ze niet had gelogen over dat ze zo bang was van mensen. Dit leek er namelijk alles behalve op.
Wat ze daarna zei probeerde hij al helemaal te negeren, om nu weer zijn broek aan te doen vond hij ook helemaal niks. Dat was een teken van zwakte en iets wat hij zo min mogelijk liet blijken. Dus sprong hij in het water.
Toen ze antwoord gaf op zijn vraag keek hij haar echter aan. Hij had het niet over zwemmen, maar over dat ze 's nachts buiten ronddwaalde. Toen zij haar vraag aan hem stelde dacht hij even na. Hij had vreemde hobby's, of in ieder geval, een beroep. Iets waar niemand wat van hoefde te weten, maar daar zat zwemmen in ijskoud water niet echt bij.
"Nee, ik zwem niet zo graag." zei hij, maar dat kwam enkel door zijn littekens. Hij wilde niet dat iemand ze zag en vermeed dingen waar hij zijn shirt bij uit moest. Hij was opgelucht dat ze niet zo eigenwijs deed, maar hij zou dus zijn vest moeten afgeven, hij kon een meisje niet koud laten rondlopen. Maar eigenlijk had ze net als hem haar broek uit moeten doen, want dan was het minder koud voor haar. Toen zij hem vroeg of hij nog mee wilde naar huis keek hij haar met grote ogen aan. Want hij was nog niet zo ver met zijn gedachte, hij was niet eens met zijn gedachte bij überhaupt een "afspraakje" of dacht al iets meer bij hun relatie. Wat dat betreft was hij traag van begrip, want hij had het nooit door als iemand hem ook maar wilde versieren. Hijzelf hield mensen namelijk mensen op afstand met zijn uiterlijk, iets wat hij graag wilde houden. Hij wilde niet opvallen omdat hij zogenaamd 'knap' was. Ze moesten maar naar zijn innerlijk kijken.
Hij stammelde wat en zuchtte toen.
"Ja, tuurlijk." zei hij twijfelend. Hij was nooit echt uitgenodigd voor gezelligheid. Maar het was geen probleem toch? Ook omdat het een meisje was zei hij ja, wat moest hij anders doen? Hij zou toch niet kunnen slapen, dus waarom niet met iemand mee.
"Eten is niet goed zo laat." zei hij met een kleine glimlach. Iets waar hij zichzelf ook niet altijd aan hield, maar het merendeel van de tijd wel. Hij probeerde zo goed mogelijk te leven, te sporten, maar ook om goed te blijven eten. Het was ook aan zijn lichaam te zien, maar hij liet het aan niemand zien. Een relatie was ook iets waar hij haast nooit aan dacht. Hij was vaak te druk bezig met criminelen doden en met zichzelf. Hij dacht nooit echt aan andere, hij deed wat er van hem verwacht werd. Het aantal vrienden dat hij had was dan ook aan twee handen te tellen.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum