Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Life is lonely. I don't want to be a lone wolf anymore... [Openheid]

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Gast


Gast

Met lange, trage passen begaf hij zich richting het zandpad wat naar rechts afboog. Ja, hij had zeker de wandelaars gehoord toen ze zeiden dat het pad gevaarlijk was, dat er onlangs nog wolven waren gesignaleerd, maar ergens deed het hem bar weinig. Een striemde regen daalde op hem neer en hij was er niet op voorbereid geweest. Ondanks dat het zomer was, viel er wel eens een buitje. Nou was dit geen 'buitje' te noemen, meer een hevige onweersbui. Wist hij veel. Er was nog geen wolkje aan de lucht geweest toen hij vanmorgen vertrok. Ja.. er was wel een reden dat hij was vertrokken. Wéér ruzie met zijn moeder. Hij was het echt zat en het deed hem echt zeer. Het was heus zijn bedoeling niet om haar zo dicht onder de huid te zitten, maar hij kon niet anders. Hij voelde alsof alle woede in hem opgekropt was, alsof er allemaal spanning in hem zat die eruit moest. Maar echt veel vrienden of vriendinnen had hij niet. Niet dat een wandeling in het bos veel mensen op hem af zouden roepen...
Hij zuchtte diep en veegde de traan weg die langs zijn wang zijn weg naar beneden had gevonden. Hij hield er niet van om te huilen. Oké, toegegeven, er was nu niemand die het kon zien, maar hij voelde zich zo.. Kwetsbaar, naakt.. Er was niemand in zijn leven, geen vaste vriend of vriendin waarmee hij zijn zorgen kon uitspreken... Dit overviel hem, liet hem wankelen. Blind greep hij een tak vast, die door zijn gewicht doorbrak. Hij viel op de grond, kon nog net zijn val breken met zijn handen. Een brandende pijn schoot door zijn pols heen en hij rolde op zijn zij. Verdomme, was het zó moeilijk om eens gewoon...
Toen kwamen de tranen. De tranen die hij zo zorgvuldig verborgen hield. Brian was geen huilebalk, Brian was Brian. Maar het was hem teveel. Deze val had hem letterlijk gebroken. Alle pesterijen, al het onbegrip, alle ruzie's met zijn moeder en vooral de jarenlange wanhopigheid hadden zijn tol geëist. Hij rolde zichzelf op, niet meer in staat om zijn snikken tot bedwang te houden. Het was zo veel te veel voor hem.
"Ik wil niet meer," huilde hij, jammerde hij.
Een paar uur verstreek en de onweersbui trok voorbij. Sidderend stond Brian op, keek om zich heen en haalde zijn schouders op. Hij stond in koude kleding in een verlaten bos... Zijn ogen waren bloeddoorlopen, doodeng haast. Modder zat overal, op zijn gezicht, in zijn kleren, maar het hinderde niet. Hij kon de beek inspringen. Bij die gedachte werd hij iets vrolijker. De beek zou niet direct warmer zijn ofzo, eerder kouder, maar hij was nu toch al nat. Dan zou hij misschien zelfs iets schoner worden!
Hij volgde het geluid van de beek en kwam bij een brug aan. Aarzelend klom hij op de reling en schatte de afstand. Hij wist niet hoe diep het was en of hij zijn benen zou breken of niet. Ten slotte ging hij maar met zijn benen over de rand zitten en keek voor zich uit. De beek op zich was al rustgevend. Dat was fijn.

Shira

Shira

Shira was druk bezig Dakota te borstelen. Bruce had haar wat borstels gegeven, hij had haar verteld dat ze vroeger paarden hadden gehad. Ze was nu al een paar dagen bij Bruce en ze kon het uitstekend met hem vinden. Vanmorgen had hij eieren voor haar gebakken en had ze gedoucht. ‘Het is wel gezellig om een keer weer wat volk in huis te hebben.’ Had hij lachend gezegd. Daar was ze het mee eens, dit was de beste slaapplek die ze ooit had gehad sinds ze was weggelopen bij haar ouders, ook al sliep ze bij haar paard in de stal. Elke keer als ze aan haar ouders denkt siddert er een steek van haat door haar lichaam. Hoe konden ze haar de schuld geven van haar broers dood? Ze werd uit haar gedachten gehaald toen Dakota speels met haar neus tegen haar schouder duwde. Shira knuffelde haar merrie even en stapte naar achteren om vervolgens vol trots het resultaat te bekijken. “Nou ben je weer mooi schoon, meid.” Glimlachte waarna ze Dakota een kus op haar voorhoofd gaf. Ze liep even naar het huis om tegen Bruce te zeggen dat ze met Dakota weg was. Toen ze dat gedaan had deed ze het hoofdstel bij haar merrie om, pakte haar gitaarkoffer en klom op haar zwarte merrie. Shira reed altijd zonder zadel, ze vond het niet fijn om met zadel te rijden. Ze draaide haar gitaarkoffer zo op haar rug zodat Dakota er geen last van had en draafde haar aan richting het bos.
Na een paar uur gereden te hebben, met onweer tussendoor, vond Shira dat haar merrie wel aan wat water toe was. Ze liet haar paard stil staan en luisterde goed of ze ergens het geluid van de stroming te horen was. Shira meende even verderop geruis van een beek te horen, samen draafden ze op het geluid af. Aangekomen bij de beek sprong ze soepel van haar paard af. Handig deed ze Dakota’s hoofdstel af zodat ze helemaal vrij was. “Ga maar lekker drinken meisje, loop maar wat rond, maar wel een beetje in de buurt blijven, oké?” De merrie hinnikte zachtjes en Shira kuste haar op haar voorhoofd. Ze pakte haar gitaarkoffer en haalde de akoestische gitaar er uit. Het verkreukelde pasfotootje van haar broer viel uit de koffer, ze legde hem zorgvuldig terug. In gedachten verzonken begon ze enkele liedjes te spelen op haar gitaar, terwijl ze zachtjes meezong. Dakota liep steeds iets verder langs de beek naar beneden. Een kwartiertje later stopte ze haar gitaar in haar koffer en liep de zelfde kant op als Dakota deed. Na een tijdje gelopen te hebben kwam haar merrie al in zicht. Ze stond op een brug, bij een jongen die op de reling zat. Shira liep stil dichterbij, totdat ze onderaan de brug stond. Ze zag hoe Dakota voorzichtig met haar neus tegen de wang van de jongen drukte. Ze wist niet waar haar merrie mee bezig was. Ze was altijd lief voor mensen, maar zo had ze haar nog nooit gezien bij vreemden. Het leek haar niet eerlijk om te blijven kijken zonder dat hij wist dat ze er was, het voelde als bespieden. Bovendien kon hij denken dat Dakota een wild paard was, ze droeg immers geen hoofdstel en zadel. “Ze mag je wel.” zei Shira. Dakota gooide haar hoofd omhoog en hinnikte blij. Voorzichtig draafde ze de brug af en duwde haar hoofd tegen Shira ’s schouder.

Gast


Gast

Hij verstarde toen hij ineens iets hoorde. Het geluid van hoeven die over iets liepen. Het was vreemd, wat zou een paard hier doen? Toen voelde hij de neus tegen zijn wang en haast automatisch ontspande hij. Zijn hand streelde het grote, stevige paardenhoofd en zijn hoofd kalmeerde. Een kalmte overviel hem en de spanning die hij nog geen vijf minuten geleden had gevoelt, verdween als bij toverslag. Doordat hij zo werd afgeleid door het paard, viel het meisje hem pas op toen ze begon te praten.
"Ze mag je wel." Brian keek op, opende zijn ogen weer.
"Hmm," deed hij nog wat afwezig. "Ze is niet wild hè? Daar is ze veel te tam voor. Wilde paarden komen niet in de buurt van mensen. Daarbij, ze zullen hier ook niet zitten, ik heb ze hier immers nog nooit gezien." Hij zweeg even, maar het was geen onaangename stilte. Hij klom weer terug, ging weer op de brug staan. Onbewust sloeg hij zijn armen om het grote dier heen. Zijn zwak voor paarden was er altijd al geweest, maar hij had nooit echt een reden gevonden om te mogen rijden. Met zijn vingers gleed hij langs de contouren van de spieren van de merrie. Het was een mooi dier, dat zeker. Zijn blik gleed weer naar het meisje. Ze was hier verschenen alsof ze.. niet echt was. Zo zag ze er ook uit; alsof ze niet bestond. Alsof ze te mooi voor de werkelijkheid was. Hij wist dat iedere normale jongen zich bezig had gehouden met haar uiterlijk, haar schoonheid, maar hij kon er even emotioneel gezien niet meer voor warm lopen. Ja, ze was knap, maar er was in zijn hoofd iets geknapt. Ieder meisje waar hij tot nu toe iets voor had gevoeld, was hij geëindigd in de 'friendzone'. Normaal gesproken vond hij dat oké, totdat hij zo stapel op een meisje was geweest dat het hem gebroken had. Letterlijk. Nu probeerde hij zich emotioneel niet meer open te stellen, iets wat hem verrassend gemakkelijk afging. Het voelde haast harteloos om niet naar haar te kijken.
Met een toonloze stem stelde hij zichzelf voor. Hij was bang. Hij voelde zich niet stevig, wist niet wat zijn lichaam hem aan kon doen en wat hij kon verwachten.
"Ik ben Brian." Zijn felgrijze ogen keken naar het meisje en hij wist dat dit foute boel was. Hij kon er niets aan doen. Ze zag er zelf net zo fragiel uit als hij zich voelde. Hij sloot het meisje in zijn hart en wist dat dit fout kon aflopen. Misschien niet, maar dan had hij heel veel mazzel nodig.
"Je hebt me niet echt gevonden op mijn beste moment." Zijn stem sloeg over maar hij kon met geen mogelijkheid meer van haar wegkijken. Wie was zij? Was zij soms een mythisch figuur? Was zij soms niet levend? Was zij soms een engel?

Shira

Shira

“Hmm, ze is niet wild hè? Daar is ze veel te tam voor. Wilde paarden komen niet in de buurt van mensen. Daarbij, ze zullen hier ook niet zitten, ik heb ze hier immers nooit gezien.” De jongen klom van het hek af en sloeg zijn armen om Dakota heen. “Nee, je hebt gelijk, ze is niet wild. Al is ze wel vrij om te gaan en staan waar ze wil, alleen komt ze altijd weer terug.” Ze had nog nooit zo makkelijk tegen iemand kunnen praten die ze net kende. “Ik ben Brian.” Hij keek haar recht in haar bruine ogen aan, hij had bijzondere grijze ogen. Ze had nog nooit zulke ogen gezien.
Shira kreeg een vreemd gevoel in haar maag en wende haar hoofd af. “Brian,” herhaalde ze. “Mooie naam heb je, ik heet Shira.”
Ze glimlachte even. “Haar naam is Dakota.” Ze knikte richting haar merrie. Dakota leek zich op haar gemak te voelen bij Brian. Shira liep langzaam richting Brian die nog steeds met zijn armen rond Dakota stond.
“Je hebt met niet echt gevonden op mijn beste moment.” Zei hij nog steeds naar haar kijkend. Shira bekeek de jongen wat beter. Hij zat onder het zand en was nat van de regen. “Het geef niet, niemand is altijd op z`n best, toch?” Ze aaide even over Dakota ’s hoofd. “Rijdt je paard?” Ze keek Brian met vragende ogen aan. Hij leek zich op z`n gemak te voelen bij Dakota. Het was een vrij grote merrie, de meeste mensen waren bang voor haar. Shira zette de gitaarkoffer tegen de reling en legde het hoofdstel daarop.
Ze liep weer terug, ze streek de manen van het paard glad. Shira was best klein voor haar leeftijd, ze moest altijd op haar tenen staan om bij de manen van het paard te komen. Ze keek weer in de grijze ogen van Brian. Ze voelde zich vreemd, breekbaar. Sinds de dood van haar broer had ze zich altijd breekbaar gevoelt. Bij de kleinste dingetjes brak het muurtje wat ze langzaam om haar verdriet heen had gebouwd weer open. Het voelde alsof er een deel van haarzelf was gestorven, het voelde zo… leeg.
Maar nu voelde ze zich nog zwakker, nog kwetsbaarder. Een duw tegen haar schouder bracht haar weer in de werkelijkheid. De merrie legde haar neus op Shira `s schouder, ze gaf een kusje op het reusachtige paardenhoofd.

Gast


Gast

"Shira." Haar naam was net zo ... vreemd als haar verschijning. De naam van een engel, bedacht hij zich. Hij keek haar even aan maar bedacht zich, iemand aanstaren, hoe onwerkelijk diegene dan ook mocht zijn, was niet altijd even beleefd. "Dat is echt een aparte naam." Hij bedoelde het niet gemeen, bedoelde er niets naars mee. Het wás een aparte naam. Een bloedmooie, maar aparte naam.
"Dakota, eh? Hmm." Het was alsof hij nadacht over die naam. Hij vond het een stevige naam, iets wat zeker bij de merrie paste. Het was trouwens een erg prettige merrie, fijn in omgang. Ze... gaf hem het gevoel dat het allemaal misschien nog wel goed kon komen, op zijn eigen manier. Hij liet een zucht horen, haast onbewust. Even keek hij weer naar het meisje en bekeek haar nu aandachtiger. Hoe langer hij erover nadacht, hoe onmogelijker het werd dat ze een engel was. Oké, misschien... Tot op zekere hoogte. Hij bekeek haar kleding, haar lichaamstaal, haar paard, vrijwel alles. Wat zou haar verhaal zijn? Wat had hun nu op deze brug bij elkaar gebracht, precies op dit moment? Het lot? Voorbestemming? Geloofde hij daarin? Wie weet... Als dat de reden was dat hij met Shira hier kon zitten... Het zou waarschijnlijk niets betekenen en Shira zou waarschijnlijk een handsome boyfriend hebben in het hier en ergens, maar dat was niet zijn zaak.
Hij wou schreeuwen, zichzelf van de brug werpen. Hij was Brian, gewoon Brian. Dat mocht en kón hij niet vergeten. Nooit, never. Er was geen mogelijkheid en die zou er nooit zijn. Een gepijnigde blik vloog over zijn gezicht. Er was geen mogelijkheid dat hij 'm nog op tijd in de plooi zou kunnen trekken.
"Niet op die manier." Hij grimaste. "Psychische instorting, dat soort geneuzel." Hij wou het haar vertellen, iets wat hij voor iedereen angstvallig verborgen hield. Zijn autisme, niet echt een geheim. Maar het effect dat het had op zijn moeder. Hij wou het tegen Shira zeggen.
"Ik ben autistisch," besloot hij toen maar. "Syndroom van Asperger. Ik kan er soms goed mee omgaan, als ik mijn pillen heb genomen of als ik in een goede bui ben. Mijn moeder daarintegen... We hebben vaak ruzie en vandaag weer. Ik.. ben weggevlucht, like usual. Maar toen ging 't onweren, harder dan ik verwacht had." Hij zweeg, staarde in de verte, keek weg toen Shira de manen van haar paard goed deed. Haar aanwezigheid...
Zijn hart bonsde in zijn borstkas en hij schudde verbaasd zijn hoofd. Normaal gesproken had hij niet zó snel een band met mensen. Bij Shira leek alles vanzelfsprekend. Even vlogen zijn gedachten terug naar die keer dat hij een meisje was tegengekomen op het strand. Hij had met haar geflirt, maar zonder bijbedoelingen. Dat was echt het geval geweest. Hij wou geen bijbedoelingen. Die keer met Vanessa was anders geweest, maar iets had ervoor gezorgd dat het.. niet leek te werken ofzo. Hij had zich gebroken gevoeld. Hoe verdomd graag hij ook iets met Vanessa had willen hebben, hij zou zichzelf per ongeluk tegen hebben gehouden.
Met Shira leek alles vanzelfsprekend. Hij hoefde niet met haar te flirten, hij wou alleen met haar praten, naar haar kijken, luisteren naar wat ze te zeggen had.
"En dus ben ik hier beland. Als je er niet geweest was.. Als Dakota er niet geweest was, weet ik niet of ik wel op de reling was blijven zitten. Misschien had ik mezelf wel naar beneden geworpen." Alsof dat zijn problemen op zou lossen... "Sorry dat ik dat zei," bood hij gauw zijn excuses aan.
Op haar vraag of hij reed, schudde hij zijn hoofd.
"Ik heb niets met paarden. Niets in de zin van; geen les, geen wat dan ook. Ik zou 't graag willen, maar... Moeder, weet je wel. En zo mannelijk is het niet om te rijden." Weer die grimas. Wat zou hij graag een band met een paard krijgen.

Shira

Shira

Zijn gezicht vertrok even nadat ze de opmerking had gemaakt. Shira schrok, hopelijk had ze hem niet gekwetst. “Ik ben autistisch,” zei hij. “Syndroom van Asperger. Ik kan er soms goed mee omgaan, als ik mijn pillen heb genomen of als ik in een goede bui ben. Mijn moeder daarintegen… We hebben vaak ruzie en vandaag weer. Ik.. ben weggevlucht, like usual. Maar toen ging `t onweren, harder dan ik verwacht had.” Ze voelde zich schuldig over de opmerking die ze had gemaakt, ze had geen rekening gehouden met dit antwoord. “Sorry,” zei ze verontschuldigend. Daarna ging ze in op het andere deel van het verhaal. “Weglopen is niet altijd even makkelijk.
Het lijkt heerlijk om vrij te zijn, maar af en toe verlang je toch echt naar de plaats waar je bent opgegroeid.” Ze zweeg even, besloot dat het toch eerlijk was om ook een deel van haar verhaal te vertellen. “Een jaar geleden ben ik zelf weggelopen van huis, samen met Dakota.
Nou ben ik hier, en ja, op sommige momenten ben ik echt gelukkig. Maar het dringt steeds meer tot me door dat ik niet voor altijd in andermans huizen kan slapen.” Ze dacht aan Bruce, hij had gezegd dat ze zo lang mocht blijven als ze wou. In die paar dagen dat ze bij hem was, had ze de oude man al in haar hart gesloten. Misschien ging ze op het aanbod in. Misschien had ze dan eindelijk een vaste woonplaats, een plaats wat ze ‘thuis’ kon noemen. Brian begon weer te praten "En dus ben ik hier beland. Als je er niet geweest was.. Als Dakota er niet geweest was, weet ik niet of ik wel op de reling was blijven zitten. Misschien had ik mezelf wel naar beneden geworpen." Hij zweeg even. "Sorry dat ik dat zei," Shira schudde haar hoofd als gebaar dat het niets uitmaakte.
Het was een verschrikkelijk idee dat Brian zich van deze brug zou werpen, al kende ze hem nog maar een kwartier. “Het voelt alsof je ontploft van alle emoties binnen in je. Alsof je in het verkeerde leven geboren bent, en dat je zo gauw mogelijk dat leven moet verlaten. En de enige manier daar voor is dan… zelfmoord plegen.” Ze begreep het, hoe vaak had ze daar niet aan gedacht. In de tijden nadat haar tweelingbroer gestorven was.
In de tijden dat haar ouders haar daarvan de schuld gaven. Het leek de enige oplossing om weer bij haar broer te komen. Maar ze had het niet gedaan, ze was sterk gebleven. Voor Dakota, en voor haar broer, om dat ze wist dat hij niet wou dat ze dat zichzelf aandeed.
"Ik heb niets met paarden. Niets in de zin van; geen les, geen wat dan ook. Ik zou 't graag willen, maar... Moeder, weet je wel. En zo mannelijk is het niet om te rijden." Hij grimaste. Ze zou zichzelf geen leven zonder paarden voor kunnen stellen. Shira vond het prachtige dieren.
Ze konden urenlang naar je geklets luisteren zonder dat ze ongeduldig werden, zoals mensen. Ze roken het gevaar letterlijk, en wisten meteen hoe een mens in elkaar stak. “Paardrijdende mannen zijn soms best stoer hoor.” Grijnsde ze. Ineens kreeg ze een idee. “Zou je op Dakota willen rijden? Ik heb geen zadel, maar ik verzeker je dat ze je niets zou doen.”

Gast


Gast

Een glimlach verscheen rond zijn lippen toen Shira dat voorstelde. Het leek hem fantastisch! Maar hij wist haast zeker dat hij Dakota niet goed zou kunnen sturen. Het klonk misschien heel erg flirterig en het was niet zijn bedoeling om echt te 'flirten' als het ware, maar hij wou wel aan haar vragen of zij dan achterop of desnoods voorop ging.
"Wil jij dan wel voorop of achterop? Ik kan geen paarden sturen." Hij bloosde, hoopte dat ze het niet verkeerd zou oppikken. Even een vluchtige aai over Dakota's neus, toen schoot zijn blik weer naar Shira.
Waarom was ze zo... waarom bleef ze zo hangen in je hoofd? Als een virus dat zich in je hoofd vestigde. Het zou waarschijnlijk iets standaards zijn, meiden hadden over het algemeen een 'betoverende' uitwerking op jongens. Hij kende maar een paar jongens die meiden hadden als vriendin en niet als vriendinnetje. Het waren er maar bar weinig en de meeste anderen jongens keken ze dan ook raar aan. Brian begreep het wel. Meiden waren over het algemener toleranter naar jongens toe dan jongens onderling en meiden onderling. Meiden onderling waren onbegrijpelijk en jongens onderling was een hoop geduw en getrek.
Brian wist alleen niet hoe het nou zat tussen hem en Shira, maar dat maakte op het moment even niet uit. Daar zou hij wel achterkomen, besloot hij. Later. Op het moment dat het er toe deed.
Zijn blik gleed weer naar Dakota en zijn hand lag nog immer op haar neus. Zou hij het doen? Het zou een gouden kans zijn, om te leren rijden. Zonder zadel, dat dan weer wel, maar ach, dat kon toch niet zo veel kwaad? Hij keek Shira even een moment vertwijfeld aan en knikte toen.
"Ik doe het." Zelfvertrouwen, waar haalde hij het vandaan?
Even gleden zijn gedachten terug naar eerder, hoe hij in godsnaam in het bos terecht was gekomen. Zijn moeder had tegen hem staan schreeuwen, had gehuild dat het genoeg was. En toen...
Brian liep zachtjes de trap af want hij wist dat zijn moeder beneden zat. Op hem zat te wachten? Dat wist hij niet.
"Brian?" Hij blies gefrustreerd zijn adem uit. Het liefst was hij gewoon zonder gedoe de deur uit gegaan, maar ze hield hem tegen. "Kom even hier naar toe." Hij ging inderdaad naar zijn moeder toe, maar op zijn gezicht stond te lezen dat hij het wantrouwde. Dit kon geen leuk gesprek worden...
"Ja?" Hij liep de woonkamer in en ging tegenover zijn moeder staan. Ze keek hem aan met haar grijze ogen, die hij van haar geërfd had. De lange bruine haren met de dikke structuur had hij van zijn vader. Zijn moeder was blond.
"Ik wil niet dat je gaat zonder mobieltje. Ik weet dat je af en toe afgeleid wordt en dat is niet veilig." Verontwaardigd keek hij haar aan. Waar hád ze het over?
"Eh, niet jouw zaak?" sputterde hij tegen.
"Wel mijn zaak. Ik ben verdomme je moeder waar je niet naar luistert." En toen begon de preek. Brian had het kunnen weten. Alle argumenten van de afgelopen jaren had ze verzameld en gooide ze nu in de strijd. Maar toen ze eindigde met;
"Je houdt niet van me, Brian," toen brak hij. Stortte in elkaar. Nou ja... Het zou handig zijn geweest als dat inderdaad het geval was. In dit geval werd hij boos, kwam een rode waas in beeld en had hij zichzelf niet in de hand. Hij had dingen teruggezegd en was toen naar buiten gestormd, het bos in.

Een verdwaalde traan veegde hij ruw weg en trillerig glimlachte hij naar Shira.
"Laten we het doen," zei hij nogmaals. Hij was blij dat SHira nog niet gek van hem was geworden.

Shira

Shira

“Alsjeblieft, verraadt me niet.” Sam keek haar smekend aan terwijl hij op de motor stapte. Ze keek naar haar evenbeeld, haar tweelingbroer. Ze leken als twee druppels water op elkaar, alleen was hij iets groter. Omdat zijn vrienden allemaal een motor hadden gekocht, had hij zijn geld ook opgespaard en het uitgegeven aan een motor, maar had hij geen rijbewijs. Shira mocht Sam`s vrienden niet. Het waren van die jongens die met een leren jasje aan, rokend tegen de muur stonden terwijl ze elk meisje nafloten. Toen de jongens een keer bij hun thuis waren hadden ze geprobeerd indruk op Shira te maken, alleen het feit dat ze dachten dat ze net zoals die andere trutjes was maakte haar woedend. Terwijl Sam drinken aan het halen was, was de grootste jongen op haar afgelopen en was veel te dichtbij gekomen. Hij had zijn hand uitgestoken naar haar gezicht, Shira was achteruitgedeinsd. Sam was tussen hun in gesprongen en had z`n vriend een stomp in zijn gezicht gegeven. ‘Niet bij haar. Nooit.’ Waren de enigste woorden die hij zei. Daarna had hij haar een bezorgde blik toegeworpen die vroeg of het wel ging. Ze had geknikt en had een woedende blik op de grote jongen geworpen. Sinds dien hadden de jongens Sam`s liefde voor z`n tweelingzusje altijd gerespecteerd.
Ze keek Sam in zijn bruine ogen. “Nooit zal ik je verraden.” Zei ze. ‘Dankje’ zei hij in gedachten, hij sprak de woorden niet hard op uit, hij wist dat Shira ze in haar hoofd hoorde. Het laatste levende beeld van hem was dat hij met zijn motor uit de garage reed, en dat Dakota hem na hinnikte.


Daarna was het heel snel gegaan. Ze had op Dakota gereden toen Shira ineens een enorme steek door haar hart voelde. Ze wist dat er iets ergs gebeurt was, Dakota had haar gevoel bevestigt toen ze uit het niets ineens heel hard aan de teugels had getrokken. Shira wist niet dat zoiets in het echt kon gebeuren, ze dacht dat het alleen in boeken voorkwam dat tweelingen het wisten wanneer de ander iets ergs overkwam. Dakota was de weg op gegaloppeerd richting het kanaal. Daar hadden ze hem aangetroffen. Samen met politie, ambulance een de auto die hem aan had gereden. Hij lag daar in het zand, Sam, haar tweelingbroer, was op slag dood geweest. Een deel van haar was gestorven…
"Wil jij dan wel voorop of achterop? Ik kan geen paarden sturen." Ze werd meteen weer naar de werkelijkheid gehaald. ‘Eh, ja, natuurlijk.’ Zei ze nog een beetje in de war omdat ze zo diep in gedachten was geweest. ‘Achterop is handiger, m`n gitaar moet ook mee.’ zei ze, nog steeds in de war. Ze zou het zichzelf nooit vergeven wanneer de koffer werd gestolen.
“Ik doe het.” Ze pakte het hoofdstel van de koffer af. Dakota deed haar mond al open en Shira deed het hoofdstel handig om. Ze zag dat Brian een traan wegveegde, maar ze zei er niets over. Zelf haatte ze medelijden, dus viel ze er nooit iemand anders lastig mee. “Laten we het doen.” Shira knikte en sprong toen soepel met haar gitaarkoffer op Dakota. Ze stak een hand uit naar Brian. Ze slikte even moeizaam, de laatste keer dat ze met iemand samen op een paard had gereden was met Sam. Ze schudde even kort met haar hoofd om de gedachte te laten varen en trok Brian toen voor haar op het paard. Dakota keek even nieuwsgierig achterom. Shira meende verdriet in haar ogen te zien, zij was alle ritten samen met Sam en haar natuurlijk ook nog niet vergeten. Shira knikte haar bemoedigend toe, met z`n drieën stapten ze het bos in.

Gast


Gast

Het voelde fijn om tegen iemand aan te zitten, maar het was hem niet ontgaan dat ze totaal in gedachten verzonken had gestaan. Hij wou weten wat er was, maar haar uitdrukking was zo ernstig geweest dat hij niet met zekerheid kon zeggen of hij het wel écht wou weten. Hij beet op zijn lip en keek achterom.
"Dankje, Shira," fluisterde hij zachtjes. "Je hebt mijn leven gered." Hij vertrouwde haar en Dakota. Ookal was zijn moeder vroeger helemaal lyrisch geweest van paarden en was ze dat later niet meer omdat haar beste vriendin van een paard gevallen was en daardoor een miskraam had gehad, Brian had er wel iets mee. Het voelde goed, voelde vertrouwd. En nu, met Shira... Hoe ze met elkaar omgingen voelde wat hem betreft ook vertrouwd. Hij voelde zich veilig in haar buurt, wou vaker met haar omgaan, maar hij wist niet hoe hij dat moest zeggen. Toch moest hij het haar vragen, op zijn minst. Als hij vandaag weer naar huis zou gaan, of morgen, dan zou hij weer eenzaam zijn. Tenzij hij Shira liet beloven dat ze vrienden waren, dat ze elkaar vaker zouden zien.
Hij draaide zich om naar Shira, haar gezicht was wonderbaarlijk dichtbij en hij voelde een nieuwe behoefte om zijn lippen kort op de hare te drukken. Toch onderdrukte hij dit gevoel en keek hij haar enkel aan.
"Shira..." begon hij aarzelend, "ik.. Wil je niet verliezen. Ik ken je pas sinds net, maar ik heb gewoon nog nooit een band gehad met een mens, noch dier. En met jou heb ik wel het gevoel... dat we vrienden kunnen zijn, op zijn minst." Zijn blik was serieus en hij probeerde nu zijn hele lichaam mee te draaien zodat hij een hand op haar wang kon leggen, als troostend gebaar omdat ze er net echt afschuwelijk had uitgezien. "Ik.. begrijp het zelf niet," meende hij, "maar het gevoel is er." Hij wou de woorden niet uitspreken, ookal wist hij dat ze waar waren. Hij hield van het onbekende meisje. Ze had zich in zijn hart gevestigd en zou er nooit meer uit kunnen komen. Op welke manier het houden van dan ook was, dat maakte niet uit. Het ging Brian niet om de lichamelijke intimiteit met meisjes, het ging hem om de geestelijke intimiteit met mensen. Die had hij nooit gehad. Zijn moeder had nooit echt genegenheid naar hem getoond en het leek er ook niet op dat ze het ooit zou doen. Elke dag groeiden ze namelijk steeds verder uit elkaar.
Tranen sprongen ineens in zijn ogen en met een stem die brak van de tranen, smeekte hij Shira bij hem te blijven.
"Alsjeblieft," smeekte hij, "blijf bij me. Ik beloof je, ik zal je met mijn leven beschermen, zolang ik maar een vriend van je mag zijn. Zolang ik maar van je mag houden, maakt niet uit op welke manier." Hij werd rood maar bleef Shira aankijken. Hij moest het haar zeggen. Het was.. belangrijk. Toen wendde hij uiteindelijk toch zijn blik verlegen af. Dit was akward.
Per ongeluk legde hij zijn benen steviger aan op Dakota en hij voelde hoe het dier reageerde op zijn ongelukkige aanraking. "Shit!" riep hij geschrokken uit en greep toen haar manen stevig vast. Hij raakte half in paniek vanwege die plotselinge beweging.

Shira

Shira

“Dankje, Shira.” Fluisterde Brian voor haar. “Je hebt mijn leven gered.” De jongen keek haar aan. Ze keek even langs Brian heen naar Dakota. “Dakota is degene die jou gevonden heeft.” Zei ze zachtjes. Vanbinnen bedankte ze haar merrie dat ze op tijd was geweest. Deze jongen was het leven waard, hij mocht niet dood. Ze begon hem te vertrouwen, ze kende hem nog maar net. Het was heel bijzonder, ze vertrouwde nooit gauw mensen. Ze begon voor het eerst weer iemand te vertrouwen nadat haar vader haar had geslagen, en haar moeder daar niets had tegen gedaan. Elke dag was haar vader bij haar gekomen, had haar diep in de ogen gekeken en gezegd dat het haar schuld was dat Sam dood was. Vervolgens begon hij haar te slaan terwijl haar moeder toekeek en niets deed. Ze was in één klap alle mensen die ze vertrouwde kwijtgeraakt. Gelukkig was Dakota er in die tijden. "Shira..." zei Brian "ik.. Wil je niet verliezen. Ik ken je pas sinds net, maar ik heb gewoon nog nooit een band gehad met een mens, noch dier. En met jou heb ik wel het gevoel... dat we vrienden kunnen zijn, op zijn minst." Brian draaide zijn lichaam bij. Hij legde zijn hand op haar wang. Het was goed bedoeld, maar toch verstijfde ze. Ze dacht terug aan al die keren dat haar vader haar had geslagen op die plek. Met een greintje angst in haar ogen keek ze hem aan. Ze zag een onschuldige jongen die zijn best deed iets uit te legen. Haar ogen vulden zich met schuldgevoel, dit was haar vader niet. Brian deed haar niets. Ze ontspande weer en dacht aan de woorden die hij net had gezegd. Hij wilde haar niet kwijt. Zij wou hem ook niet kwijt, hij was bijzonder. . "Ik.. begrijp het zelf niet," zei hij "maar het gevoel is er." Ineens kreeg hij tranen in zijn ogen. Hij begon te huilen, ze had ontzettend veel medelijden met hem. "Alsjeblieft," smeekte hij, "blijf bij me. Ik beloof je, ik zal je met mijn leven beschermen, zolang ik maar een vriend van je mag zijn. Zolang ik maar van je mag houden, maakt niet uit op welke manier." Hij zag er zo wanhopig uit, zo gebroken. Het raakte haar dat “Ik verlaat je niet.” Fluisterde ze. Misschien nam hij niet genoegen met het antwoord maar ze kon op het moment niets anders uitbrengen. Het was zo lang geleden dat iemand voor het laatst tegen haar had gezegd dat hij van haar hield. Natuurlijk wist ze dat Dakota van haar hield, maar om het echt in woorden te horen, raakte haar. “Shit!” riep Brian, en voordat ze het wist vloog Dakota naar voren. Na een paar meter in galop gerent te hebben stopte ze abrupt en bleef paniekerig stil staan. Meteen wist Shira dat de merrie geschrokken was van de onbekende voeten die tegen haar buik hadden gedrukt. Ze had zo lang niemand anders dan haar op haar rug gedragen. Lenig sprong Shira van haar paard af en liep voorzichtig naar de voorhand van de merrie. Ze sloeg haar armen om de merrie heen die nog steeds met paniekerige ogen in het rond keek. Ze begroef haar gezicht in de manen en begon zachtjes te fluisteren in het oor van Dakota. Ze vertelde een heel verhaal, zacht genoeg zodat Brian het niet zou horen. Het was iets waar ze nog niet klaar voor was om het aan Brian te laten horen. Ze zei dat ze het begreep, dat ze het ook vreemd vond dat ze in plaats van Sam, Brian op haar rug zat. Ze voelde de spieren onder haar gezicht langzaam ontspannen. Ze haalde haar gezicht weer uit de manen en gaf Dakota een kusje op haar neus. De merrie brieste even. Shira sprong weer achter op. “Probeer je benen zo stil mogelijk te houden.” Zei ze zachtjes tegen Brian, alsof er niets gebeurt was. Ze drukte nauwelijks zichtbaar haar benen tegen Dakota’s flank. De merrie begon te stappen, rustig stapten ze langs de rivier.

Gast


Gast

Brian bood vrijwel direct zijn excuses aan aan Shira. Ja, hij wist dat hij een lomp konijn was, en hij wist dat zijn moteriek om te huilen was, maar hij deed echt zijn best om dit paard niet op hol te laten slaan.
"Misschien moet ik er maar af," stamelde hij, terwijl hij het serieus overwoog en het liefste nu direct van Dakota af ging. Hij wou Dakota niet verpesten, ze was zo belangrijk voor Shira... En alles wat belangrijk voor Shira was, behoorde gewoon heel te blijven. Toch sprong Shira na het kalmeren van Dakota weer achterop en gaf Dakota de beenhulpen om te gaan stappen. Brian spacete hem nog net niet, maar zijn gezicht was vertrokken van angst en hij was bang om iets fout te doen. Hij vond het moeilijk toegeven aan Shira dus hield hij zijn mond dicht terwijl hij zat te bibberen op het paard. Door zijn angst merkte hij nauwelijks op hoe dicht Shira tegen hem aan zat. Angst, zo groot dat het zijn keel dicht stopte. Angst zo groot dat het als een zware steen op zijn maag lag. Hij werd er beroerd van. Toch na verloop van tijd begon hij het ritme van het paard door te krijgen en voelde hij hoe het paard liep en haar spieren bewoog. Zijn lichaam deinde mee in deze bewegingen en het ging verrassend gemakkelijk. Makkelijker dan hij in eerst instantie had gedacht. Op een gegeven moment leek het vanzelfsprekend, hoe zijn lichaam reageerde op de bewegingen van het paard. Daarbij, het was rustgevend en kalmerend.
"Dus, Shira," begon Brian. "Wat is jouw verhaal?"

- sorry voor de kortheid -

Shira

Shira

Ze voelde hoe bang Brian was. Dakota voelde het ook, maar gelukkig deed ze er niets op uit. Ze liep in een rustig tempo door, langs de rivier. Na een loop van tijd ontspande Brian wat meer. Ondanks dat het een paar uur geleden nog had geonweerd was het nu heerlijk weer. Het zonnetje scheen tussen de bomen door en de vogels floten vrolijk. Ze draaide haar gezicht naar de zon, genietend van de stralen. “Dus, Shira," zei Brian. "Wat is jouw verhaal?" Ze sloot haar ogen voor een paar seconde. Ze had geweten dat deze vraag zou komen. Ze wou het ook vertellen aan Brian, maar het was altijd zo lastig. Het was zo moeilijk om alles wat ze voelde te uitten. Er waren geen woorden voor het feit hoeveel ze van haar broer had gehouden, er waren geen woorden voor hoe verscheurd ze zich had gevoeld toen hij gestorven was. Hun levens waren verstrengeld geweest, vergroeit. Toen hij was gestorven waren ze uit elkaar gescheurd, en was er één grote, ongeneeslijke wond achtergebleven. Maar die gedachten kon ze niet hardop uitspreken. Ze wist niet hoe ze de woorden moest vormen. Shira haalde even diep adem. “Ik had een tweelingbroer.” Zei ze, maar het woord ‘tweeling’ kon hun band niet uitbeelden. “We deden alles samen. We hadden allebei een gitaar waar we dezelfde liedjes op konden spelen. We deelden onze kamer. We deelden simpel weg alles. Zelfs onze gedachten.” Haar stem echode na in de stilte van het bos. “Toen we naar de tweede klas gingen, werden we beiden in een andere klas geplaatst. Sam, mijn broer, kreeg zijn eigen vrienden. Het waren van die rokende jongens, met leren jasjes en afgezakte broeken. Mijn broer trok veel met ze op, en toen we zestien werden kocht hij van zijn verjaardag geld een motor, zonder dat onze ouders het wisten. Hij had alleen nog geen rijbewijs.” Shira zweeg even, ze was nog steeds woedend op de ‘vrienden’ van Sam. Ze hadden gezegd dat de politie hem toch nooit zou pakken, en dat je ook kon rijden zonder rijbewijs. “Zijn vrienden hadden hem gevraagd te komen met zijn nieuwe motor. Hij vroeg aan mij om hem niet te verraden. Ik zei dat ik hem nooit zou verraden, hoe de situatie ook zou zijn. Hij bedankte me en reed weg op zijn motor.” Het beeld van de deur die dichtviel, het gehinnik van Dakota en het wegscheuren van de motor kon ze nog steeds niet uit haar hoofd krijgen. “Ik besloot te rijden met Dakota tot ik ineens een afschuwelijke steek voelde. Dakota voelde het ook en sprong over het hek. Ze galoppeerde richting het kanaal waar ik Sam vervolgens op de grond zag liggen.” Een beeld van haar bloedende evenbeeld die op de zandweg lag flitste voor haar netvlies langs. “Hij was geschept door een auto, en was opslag dood.” Ze zweeg een paar seconde, wat een eeuwigheid leek te duren. “Mijn ouders waren woedend en gaven mij de schuld omdat ik het hen niet verteld had. Mijn vader begon me te slaan. De eerste paar dagen dacht ik dat hij blind van verdriet was. Maar hij bleef doorgaan. Ik ging niet naar de politie want dan was er een grote kans dat ik uit huis zou worden geplaatst en ik kan niet zonder Dakota. Dus ik ben toen ik achttien werd weggelopen, met slechts een gitaar, en Dakota.” Sloot ze haar verhaal. Ze had eigenlijk nooit zo uitgebreid aan iemand verteld wat ze had meegemaakt, maar bij Brian leek het allemaal zo vanzelfsprekend. Dakota brieste even, omdat ze Shira ’s verdriet voelde.

Gast


Gast

Als versteend zat hij daar, luisterend naar haar verhaal. Hij was een beelddenker, dus hij zag alles wat ze vertelde, voor zich. Zijn gezicht vertrok toen ze de details benoemde en hij deed iets wat hij niet vaak deed. Hij pakte haar vast.
Iets wat overigens niet al te makkelijk ging, aangezien hij op een paard zat. Maar zo goed als hij het kon, probeerde hij haar te troosten, en op zijn manier te zeggen dat het allemaal wel goed ging komen. Hij wist dat ze door een hel moest zijn gegaan, en hij wist hoe afschuwelijk het was om er vervolgens weer uit te komen en dat mensen er maar van uit gingen dat alles weer oké was. Sommige dingen genazen niet. Waaronder dit.
Brian voelde zich al beroerd onder de constante ruzie's met zijn moeder, maar de dood van een familielid die je zo naast je had, de constante tijd, was erger. Vond hij. Hij kon zijn stem niet meer vinden en wist de juiste woorden niet. Het enige wat hij uit kon brengen was;
"Ik ben er voor je." Dat meende hij. Dat meende hij echt. Zo goed en zo kwaad als het ging, zou hij er voor haar zijn. Voor haar verdriet. Ze had een schouder nodig om tegenaan te kunnen leunen en hij wou best die schouder zijn. Zo was hij tenminste nog ergens goed voor.
"Mijn verhaal is minder boeiend," begon hij na een tijdje. "Ik heb dus het syndroom van Asperger, ik ben dus autistisch... Mijn vader is er na een paar jaar vandoor gegaan omdat hij er niet tegen kon, aldus mijn moeder. Het fijne weet ik er niet vanaf, het komt er gewoon op neer dat ik niets anders heb dan een foto van hem. Misschien dat ik ooit op een dag, als ik minder autistisch ben, naar hem op zoek ga om te kijken wat er van hem geworden is, maar voor nu en voor een hele tijd had en heb ik alleen mijn moeder. Onze band was voordat ik ging puberen, best wel goed. Ik luisterde naar haar en nou ja, we hielden ons staande. Maar op een gegeven moment.. Ze begreep me niet meer. Ze luisterde niet meer naar me en luisterde enkel en alleen maar naar wat ze zelf wou. En dat kon ik niet meer aan. Mijn vertrouwde moeder begon tegen me te gillen en te schreeuwen en ze vertrouwde me niet meer. Dat ze me niet vertrouwde kwam als een klap aan, aangezien ik nou niet bepaald een van de sociaalste ben en niet echt vrienden heb. Dus ... sinds de dag dat mijn moeder me niet meer aan kon, zsta ik er alleen voor. Elke dag is een helse strijd tegen de grote hoeveelheid prikkels die binnenkomen. Elke dag is een helse strijd tegen de mensen op school die me uitschelden voor... je weet wel. Het k-woord K-autist. Omdat ik niet normaal ben. Maar mijn cijfers zijn goed en ook dat kunnen ze niet hebben. Ze jatten mijn projecten, mijn huiswerk, en de keren dat ik met ze samen moet werken, moet ik alles doen en beweren ze later dat ik niets gedaan heb. Daardoor gaan mijn cijfers ten onrechte omlaag."
Brian zweeg even en dacht na over wat hij haar nog meer wou vertellen.
"Ik ben enigskind, gelukkig... En soms, heel soms, wil ik dood. Maar.. voor de rest.. Tja... Ik denk dat dat het wel was." Het was geen boeiend levensverhaal en het was niet extreem of wat dan ook, maar het was wel zijn verhaal. Het was wel wat hem dwars zat. Het was wel...
Het was hoe hij was. Een autist die sarcasme niet herkende, die niet wist of iets een grapje was ja ofte nee. Een sukkel die altijd pas extreem laat lachte om een grapje. Een mafklapper die met geen enkele sport mee kon doen omdat zijn hand-oogcoördenatie ruk was. Een weirdo die liever in een boek zat te lezen dan te praten met anderen.
Het nadeel van zijn 'ziekte' was dat je het niet aan hem kon zien, tenzij je met hem praatte. Oogcontact en lichamelijk contact vermeed hij als de pest. Ookal zag hij er nog zo goedverzorgd uit, 'normaal' contact met anderen zou hem nooit lukken.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum