Ze knipperde met haar ogen, wakker geworden door iets wat kriebelde op haar neus. Het eerste wat Shira zag was de grote bruine ogen van haar merrie Dakota. Even wist ze niet waar ze was, maar dat werd al gauw duidelijk. Ze herinnerde zich dat ze die avond daarvoor opzoek was gegaan naar een nieuwe slaapplek. Al gauw had ze een oud huisje met twee lege stallen gevonden. Ze had daar aangebeld en gevraagd of ze een nachtje in één van de stallen mocht slapen samen met haar paard. Het was een oude man die open had gedaan. Hij had vriendelijk gereageerd en Shira mocht zo lang blijven als ze wou, de stallen stonden immers toch leeg, zei hij. Ze mocht bij hem thuis eten, en Dakota kon grazen in de weiden er achter waar ook een beekje was waar ze uit kon drinken. Shira keek op haar horloge, het was zes uur in de ochtend. Ze besloot even naar het huis te lopen om te kijken of de man al wakker was. Shira stond op en klopte het stro van haar kleren. Ze opende haar gitaarkoffer om een vest te pakken, het was immers best fris. Shira gleed even met haar handen over de snaren van de gitaar en bedacht dat ze er al een paar dagen niet op had gespeeld. Ze klapte haar gitaarkoffer dicht. Ze draaide zich, om Dakota te omhelzen en liep het paadje af richting het huis. Aangekomen bij het huis belde ze aan. De man deed open en verwelkomde haar hartelijk. ‘Ga zitten en smeer jezelf wat brood.’ zei hij. Shira ging aan de tafel zitten en pakte de zak brood. De man zelf was waarschijnlijk ook net wakker want hij was ook nog aan het ontbijten. ‘Vertel nou eens wie je bent. Ik heet Bruce.’ Zei hij. Ik strooide wat hagelslag op mijn boterham. ‘Ik ben Shira.’ Zei ik terwijl ik naar hem opkeek. ‘Hoe oud ben je? En, als ik het vragen mag, waarom zoek je een slaapplek?’ Zei Bruce, Shira zag dat hij totaal niet begreep in welke situatie hij terecht was gekomen. ‘Ik ben negentien.’ Zei ze. Ze keek de man even onderzoekend aan. Hij zag er wel aardig uit, besloot ze, in ieder geval aardig genoeg om haar verleden aan toe te vertrouwen, toch haatte ze het om het verhaal te vertellen. ‘Ik ben de dag nadat ik achttien werd weggelopen uit huis. Ik ben samen met mijn merrie, Dakota, mijn gitaar en wat kleren vertrokken en slaap sindsdien overal en nergens.’ Ze keek in de ogen van de man om zijn reactie te pijlen, ze meende iets van onbegrip te zien. ‘Waarom ben je weggelopen?’ vroeg hij. Nou kwam het moeilijkste deel van het verhaal. Altijd als mensen dit vroegen bleef ze neutraal kijken, maar van binnen ging ze kapot. ‘Toen ik klein was, was alles perfect.’ Begon Shira. ‘Ik had een tweeling broer en hij was tegelijk mijn beste vriend. Onze ouders hielden van ons, en van elkaar. Drie jaar geleden, toen ik zestien was, verongelukte mijn broer bij een auto-ongeluk. ‘ Ze slikte even. ‘ Mijn broer had een motor gekocht, maar had geen rijbewijs. Hij smeekte me het niet te vertellen aan onze ouders. Ik begreep hem en beloofde hem stil te zijn. Na het ongeluk bleven mijn ouders schreeuwen dat het mijn schuld was, omdat ik niets tegen ze had gezegd over de motor. Mijn vader begon me te slaan, en mijn moeder deed er niets tegen. Ik durfde niet naar de politie omdat mijn moeder zei dat ik dan uit huis zou werden geplaatst, en ik was doodsbang dat Dakota dan niet meekon. Ik besloot te wachten totdat ik achttien was en dan het huis te verlaten. De dag nadat ik achttien was ben ik vertrokken op mijn merrie Dakota. Het enige wat ik meenam was een stel kleren, mijn gitaar en een verkreukelt pasfotootje van mijn broer.’ Ik zuchtte, dat zat er weer op. Bruce bleef heel lang stil. Uiteindelijk zei hij: ‘Je hebt veel te veel meegemaakt voor jou leeftijd, je kan hier zo lang blijven als je wil.’ Shira knikte. ‘Bedankt, dat betekend veel voor me.’ Stil aten ze hun ontbijt op en Bruce vertelde je hier een hele mooie omgeving had waar ze straks best een ritje kon gaan maken. Shira besloot dat te doen en bedankte Bruce nogmaals voordat ze terugliep richting de stal. Ze trok haar vest uit, stopte het bij haar gitaar in de gitaarkoffer die ze oppakte. Ze klom op Dakota`s rug, ze had immers alleen een hoofdstel en geen zadel, en pakte de teugels vast. Ze stapten richting de richting uit die Bruce had aangewezen. Het was inderdaad een mooie omgeving. Bij een weitje stapte ze af en deed het hoofdstel van Dakota af zodat ze kon grazen. Ze was niet bang dat Dakota wegliep, altijd als Shira floot kwam Dakota meteen naar haar toe. Ze pakte haar gitaar uit haar koffer en begon ‘Butterfly’ van Lenny Kravitz te spelen. Zachtjes song ze met de tekst mee. Het was een liedje wat haar broer altijd speelde op zijn gitaar. In haar ooghoek zag ze dat Dakota naar een weitje verderop liep. Shira speelde nog wat andere liedjes en keek op om te kijken waar de zwarte merrie was. Ze was vast om de bocht naar een andere wei gelopen. Ze floot twee keer en Dakota kwam naar haar toe galopperen. ‘Ga hier maar even grazen meid.’ Zei Shira, ze kende de omgeving niet en wist niet of er mensen of wilde paarden waren die haar Dakota wat aan wilden doen.
- For everyone (: -
- For everyone (: -