Een fijn gebouwde merrie mankte over het weiland. Hekken sloten haar op waardoor angst door haar lichaam stroomde. De merrie was nog jong. Ze was altijd al een wild paard geweest net als beide ouders. Urise en Queen. Haar moeder had ze niet meer gezien, maar haar vader wel. Ze had dingen geleerd en vaak kwam hij haar als veulen uit de nood halen. De jonge merrie zuchtte. Ze was aangevallen geweest door een poema. Ja, die zaten hier in de bossen. Ze had hun nog nooit gezien, tot ze aangevallen was. Ze had enorm veel wonden door de klauwen van het beest. Een deel bloedde nog hard. Ook was ze door haar voorbeen gezakt en die hief ze op tijdens het lopen. Ze wist niet waar ze was. Haar ogen draaiden onrustig heen en weer terwijl haar bruine ogen de omgeving bekeken. Waar was ze? Zou haar vader haar ook komen helpen net als vroeger? Escada snoof zacht en zakte even door haar been. Het deed veel pijn. Ze leunde over een houten hek met haar hoofd en liet haar hangen. Heerlijk, geen gewicht op haar pijnlijke lichaam. Ze haalde diep adem en zuchtte nogmaals waarna ze haar ogen sloot. Ze had haar oren rustig hangen, maar plots schoten ze overeind. De merrie keek op en zag verderop iets. Wie was daar?
Valerie & Reggi
Valerie & Reggi