Ze luisterde. Ja.. Hij had gelijk. Wat hier was gebeurt, kon gewoon onmogelijk aan het licht komen. Ze voelde zich nog slechter over haar daden en sloot even haar ogen.
"Het beste is iemand die kan opereren en aan de spullen kan komen, maar dat het niet geregistreerd word. Dus ik ben van plan om er wat aan te doen"
"Weet je... Weet je heel zeker dat je.. iemand kan vinden?" vroeg Roya vervolgens onzeker.
Toen hij haar vroeg of ze een telefoon had knikte ze. Ze stond opnieuw even stil, dit keer om haar telefoon uit haar rugzak te pakken. Het was een vrij eenvoudig modelletje en zwijgend gaf ze het aan Uruha.
Ze begon weer te lopen; het kon niet ver meer zijn naar de weg.
"Wat ga jij met je wonden laten doen?"
Ze haalde haar schouders op.
"Ik weet het niet," mompelde ze zachtjes. "Ik heb niets bijzonders geloof ik.. dus waarschijnlijk ga ik gewoon naar huis ofzo.."
Ze was van plan gewoon wat pleisters en een paar verbandjes aan te brengen zodra alles goed schoon was en het rustig te laten genezen; het waren met name schaafwonden en kneuzingen, dus niets levensbedreigends.
Ze stapte over een tak op het pad heen. Tussen de bomen door kon ze de weg al zien. Godzijdank. Ze vroeg zich af wie Uruha zou bellen. Wilde ze het eigenlijk wel weten? Ze was aan het twijfelen geraakt; ze was zich aan hem gaan hechten, maar zijn wereld stond zo haaks op de hare dat ze ergens wist er niet teveel bij betrokken te moeten raken.
En toen was daar eindelijk de weg. Roya ademde scherp in en stapte de berm in; ze kon Horse Home gewoon al zien liggen. Opgelucht ademde ze uit. Eindelijk. Eindelijk weer terug.
"We zijn er bijna.." zei ze tegen Uruha. "We hebben het gehaald." Ze wist een glimlach tevoorschijn te toveren. Ze keek naar het pad achter hen, dat slingerend tussen de dichte bebossing door de bergen in leidde. Ze bedacht zich dat haar fiets nog stond waar ze was begonnen met wandelen. Die haalde ze ooit nog wel eens op.
Kutpost, sorry ;_____;
"Het beste is iemand die kan opereren en aan de spullen kan komen, maar dat het niet geregistreerd word. Dus ik ben van plan om er wat aan te doen"
"Weet je... Weet je heel zeker dat je.. iemand kan vinden?" vroeg Roya vervolgens onzeker.
Toen hij haar vroeg of ze een telefoon had knikte ze. Ze stond opnieuw even stil, dit keer om haar telefoon uit haar rugzak te pakken. Het was een vrij eenvoudig modelletje en zwijgend gaf ze het aan Uruha.
Ze begon weer te lopen; het kon niet ver meer zijn naar de weg.
"Wat ga jij met je wonden laten doen?"
Ze haalde haar schouders op.
"Ik weet het niet," mompelde ze zachtjes. "Ik heb niets bijzonders geloof ik.. dus waarschijnlijk ga ik gewoon naar huis ofzo.."
Ze was van plan gewoon wat pleisters en een paar verbandjes aan te brengen zodra alles goed schoon was en het rustig te laten genezen; het waren met name schaafwonden en kneuzingen, dus niets levensbedreigends.
Ze stapte over een tak op het pad heen. Tussen de bomen door kon ze de weg al zien. Godzijdank. Ze vroeg zich af wie Uruha zou bellen. Wilde ze het eigenlijk wel weten? Ze was aan het twijfelen geraakt; ze was zich aan hem gaan hechten, maar zijn wereld stond zo haaks op de hare dat ze ergens wist er niet teveel bij betrokken te moeten raken.
En toen was daar eindelijk de weg. Roya ademde scherp in en stapte de berm in; ze kon Horse Home gewoon al zien liggen. Opgelucht ademde ze uit. Eindelijk. Eindelijk weer terug.
"We zijn er bijna.." zei ze tegen Uruha. "We hebben het gehaald." Ze wist een glimlach tevoorschijn te toveren. Ze keek naar het pad achter hen, dat slingerend tussen de dichte bebossing door de bergen in leidde. Ze bedacht zich dat haar fiets nog stond waar ze was begonnen met wandelen. Die haalde ze ooit nog wel eens op.
Kutpost, sorry ;_____;