Het was zonder meer koeler geworden. Flink wat koeler. Seth trok de kraag van zijn jas hoger op.
Hij voelde enkele spetters op zijn wang. Ook dat nog, regen.
Hij hoopte op tijd weg te zijn voor de hel losbarste, maar het mocht niet baten. Nog voor hij de straat uit was, was er een ware stortbui losgebroken.
Seth keek rond en zag een café. Dan daar maar heen. Hij haastte zicht erheen en ging vlug naar binnen, de deur snel achter zich sluitend, waarna hij diep ademhaalde.
Hij was bepaald geen fan van café's; drukte, veel mensen.. Nee, voor een schuw iemand als Seth werd je er niet vrolijk van.
Maar het was beter dan in de regen lopen, bedacht hij zich. Hij was nog niet eens zo heel nat geworden, dus hij mocht niet klagen.
Hij liep naar het tafeltje het verst uit de buurt van het deel waar de meeste mensen zaten; aan de bar en er vlakbij.
Hij vond een klein tafeltje, bij het raam, driepersoons. Hij trok een van de stoelen zacht naar achteren en hing er zijn natte jas overheen. Hij ging zitten en schoof aan.
Hij keek naar buiten, al was er weinig te zien door de regen die in dikke stromen over het glas naar beneden liep. Meer dan vage omtrekken zag Seth niet. Het gaf niet; hij zat binnen, het noodweer was buiten.
Er kwam een kille kou van het glas af, wat weer werd gecompenseerd door de radiator eronder.
Een serveerster kwam zijn kant op.
"Kan ik een bestelling opnemen?" vroeg ze opgewekt. Seth zou het niet kunnen, een baan als de hare.
"Een glas warme chocola graag," mompelde hij en de serveerster verdween, om al snel met zijn bestelling terug te komen.
De warme chocola was een enorme oppepper en hij dronk het tevreden leeg.
Hij keek voorzichtig rond naar alle mensen in het café. Hij voelde een soort gemis. Hij wílde zich wel bij dat soort mensen voegen, maar het lukte hem gewoon niet.
Hij staarde naar het tafelblad en hoopte dat de lucht vlug op zou klaren.
Hij voelde enkele spetters op zijn wang. Ook dat nog, regen.
Hij hoopte op tijd weg te zijn voor de hel losbarste, maar het mocht niet baten. Nog voor hij de straat uit was, was er een ware stortbui losgebroken.
Seth keek rond en zag een café. Dan daar maar heen. Hij haastte zicht erheen en ging vlug naar binnen, de deur snel achter zich sluitend, waarna hij diep ademhaalde.
Hij was bepaald geen fan van café's; drukte, veel mensen.. Nee, voor een schuw iemand als Seth werd je er niet vrolijk van.
Maar het was beter dan in de regen lopen, bedacht hij zich. Hij was nog niet eens zo heel nat geworden, dus hij mocht niet klagen.
Hij liep naar het tafeltje het verst uit de buurt van het deel waar de meeste mensen zaten; aan de bar en er vlakbij.
Hij vond een klein tafeltje, bij het raam, driepersoons. Hij trok een van de stoelen zacht naar achteren en hing er zijn natte jas overheen. Hij ging zitten en schoof aan.
Hij keek naar buiten, al was er weinig te zien door de regen die in dikke stromen over het glas naar beneden liep. Meer dan vage omtrekken zag Seth niet. Het gaf niet; hij zat binnen, het noodweer was buiten.
Er kwam een kille kou van het glas af, wat weer werd gecompenseerd door de radiator eronder.
Een serveerster kwam zijn kant op.
"Kan ik een bestelling opnemen?" vroeg ze opgewekt. Seth zou het niet kunnen, een baan als de hare.
"Een glas warme chocola graag," mompelde hij en de serveerster verdween, om al snel met zijn bestelling terug te komen.
De warme chocola was een enorme oppepper en hij dronk het tevreden leeg.
Hij keek voorzichtig rond naar alle mensen in het café. Hij voelde een soort gemis. Hij wílde zich wel bij dat soort mensen voegen, maar het lukte hem gewoon niet.
Hij staarde naar het tafelblad en hoopte dat de lucht vlug op zou klaren.