Al twee jaar leefde Marente in een kudde in een groot reservaat. Ze vond het hier geweldig. Je kon altijd rennen en ze had hier vrienden waarmee ze in alle rust kon opgroeien. Het enige wat die rust verstoorde was af en toe een truck die hooi kwam brengen als er 's winters sneeuw lag en dat er af en toe een nieuw paard bij kwam. Dat waren dagen waarin het volledige rangenstelsel weer helemaal opnieuw vastgesteld werd. Maar dat duurde altijd maar heel even. Vandaag was het anders. Het was midden in de zomer en er kwam een truck hun kant op. De eerste reactie was natuurlijk wegrennen. Met opengesperde neusgaten en haar staart in de lucht deed de voskleurige Arabische kruising daar enthousiast aan mee. Maar na tien minuten was een groot deel van de kudde het wel zat. De lol was er inmiddels een beetje af. En het was nou niet echt dat ze verschrikkelijk bang waren voor het brullende monster dat achter ze aan zat. Ze wisten namelijk niet anders dan dat zo'n truck eten bracht. Ze liepen steeds langzamer tot ze uiteindelijk stil stonden. Driekwart van de paarden begonnen meteen te grazen. Marente niet. Het was namelijk zomer en ze had het idee dat er iets aan de hand was. De mensen die uit de truck kwamen laadden namelijk geen hooi uit de trailer die er achter stond. Misschien was het een goed idee om ze toch maar een beetje in de gaten te houden. Dat vermoeden werd nog versterkt door het fijt dat ze eigenlijk ingesloten waren. Ze waren in een soort van rond weilandje terecht gekomen. Een man liep naar haar toe. Ze snoof een beetje gespannen en maakte aanstalte om weg te galopperen tot ze ontdekte dat de man een appel in zijn hand had. Besluiteloos bleef ze stil staan. Dat duurde net iets te lang want voor ze het wist had hij haar halster te pakken. Geschrokken deinsde ze achteruit. Maar de man klikte snel een touwtje aan het ringetje onder haar kin. Ze was zo afgeleid door de man en de appel dat ze niet eens merkte dat een andere man meteen naar haar toe was gekomen toen ze gevangen was met een ontzettend gevaarlijk ding. Dat kende ze. Toen ze nog maar een half jaar oud was had ze daar kennis mee gemaakt. Hij prikte het ding in haar hals. Met haar oren in haar nek hapte ze naar hem terwijl ze hard aan het touw trok. Na een tijdje werd ze helemaal slaperig. De mannen leidden haar de trailer in en ze liep maar mee. Van de weg naar de stallen merkte ze weinig. Eigenlijk werd ze wakker in de stal. Ze schrok zich dood. Wat deed ze hier? Overal om haar heen waren mensen. Eigenlijk waren het er maar drie, maar ze was het natuurlijk niet gewend. Met grote ogen trillende neusgaten en oren die alle kanten op vlogen drukte ze zich tegen de achterwand. Er was een man die ze kende. De man die haar een prik had gegeven. Ze wilde er niet nog een!
Only Edward
Only Edward