Verveeld altijd nog woedend stound Bounty in zijn paddock. Zijn paddock. Geen paard, geen mens mocht er in de buurt komen. Waarom hadden ze hem mee genomen. Waarom. Hij heeft er toch niet om gevraagd. Boos hapte hij naar de pijnlijke wond op zijn buik. Jammer genoeg kon hij er niet bij. Een stom mens probeerde hem te vangen, toen hij zich verzette ging een scherpe tak lang zijn ribbekas wat aan voelde als een scherp mes. Een snee, niet een hele diepe, bleef achter. Hij moest wel met het mens mee, anders zou het gaan ontsteken en ging hij langzaam dood. Dat was wel het laatste wat hij wou. En nu stond hij hier. Al dag en nacht, een paar weken lang. Langzaam kwam de zon op, alweer voor de duizendste keer. Boos stampte hij met zijn hoef op de grond, maar stopte toen hij gegrom hoorde. Even keek hij verschrikt om zich heen. Maar het was niks, het was zijn maag wat verschrikkelijk honger had. Paarden hadden hem verteld dat hij op een handelsstal stond, dat paarden daar maar voor een tijdje waren en dan weer weg gingen. En dat je daar maar weinig eten kreeg. Maar een van die dingen was waar, hij was hier nou al een tijd, maar hij kreeg weinig eten. Het hooi hier was oud en muffig, maar hij moest het wel eten. Het drinken hier was ook ranzig het leek wel groen, maar om te zorgen dat hij niet dood ging, moest hij wel. De arrogante man met het vage petje kwam al aan gelopen met een kruiwagen. Hij stopte voor de paddock waar hij de kruiwagen leegde. Meteen stormde Bounty op hem af, hij wou hier weg. Zijn wond was al zo goed als genezen er zat alleen een korst op wat zo jeukte, maar dat kwam omdat het genaz. De man greep naar zijn pet en maakte dat hij weg kwam. Bounty bleef maar achter, en keek hem na. Vies nam hij een hap van zijn hooi. Bah. Wanneer mocht hij hier nou eens eindelijk weg. Hij was zo mager als wat, en zijn ribben waren te tellen. Dit was echt niet normaal.
~Isaura
~Isaura