Jumper liep door de velden, zo over de heuvels en zo naar een koel plekje. De mensen noemde het het Schaduwplekje. Jumper had er gewoon genoeg van, hij wou niet meer naar de mensen. Nu echt niet meer, nooit meer. Hij had veel afgezien in die 7 jaar, af en toe was het eens leuk. Vooral toen zijn baasje, Mido was. Maar nee, hij had geen tijd meer voor Jumper en verkocht hem, voor de 2de keer. Dat kwam ervan als je mens een dochter had. En nu… had die Mido van hem een Manege, of hoe je het ook noemde. Was Jumper gewoon niet goed genoeg ofzo? Jumper liep al mokkend door. Hij werd verkocht aan een ruiter die aan kampioenschappen deed, en ja hoor, Jumper won veel bekers. Maar zij gaven hem meer slaag dan eten. Dat was geen leven, had hij eigenlijk ooit wel een leven? Zijn leven bestond alleen maar uit springen. Maar nu ging het veranderen, geen springen meer, geen slaag meer, geen gesnauw meer, …Alleen maar genieten. Jumper ging liggen in de schaduw, en ondertussen graasde hij. Maar het liefst zou hij een kudde tegenkomen, veroveren en een kudde leiden. Maar de kuddes waren hier verdreven, en liefst wou hij nog even in HH blijven. Hij stond weer op en sprinte hard weg. Hoog bokte hij en hinnikte fier. Zijn staart hing in de lucht als een echte Arabier. Maar toch was dit niet wat hij wou. Jumper stond stil toen hij mensen geuren rook. Weglopen wou hij niet, maar blijven staan vond hij ook niet zo prettig. Hij blies hard door zijn neusgaten, die wijd open stonden. Wat moest hij doen? Wie was het? Zou hij niet beter weglopen? Nieuwsgierig en angstig bleef hij staan. Zijn hoofd in de lucht gestoken, zijn oortjes bewogen al de kanten op en zijn staart stond hoog in de lucht. Even steigerde hij, waarna hij zich weer hard op de grond liet neerkomen. Hij ging een paar passen achteruit en begon te schrapen.
-Liefst mensen.-
-Liefst mensen.-