[en weer een ow zo geweldig verzonnen titel. Sorriee ]
Met zijn knieën op de grond zat Ray voor de koelkast. Hij greep naar een bakje voedsel dat, aan de kleur te zien, er al een hele lange tijd stond. Weer een van de vele vergeten maaltijden die in een ver verleden een plek in de koelkast hadden gekregen. Op de een of andere manier werd er wel iets ín de koelkast gezet, maar er vervolgens nooit meer uitgehaald. Voorzichtig draaide hij het bakje om. 'Lasagne' stond er op de achterkant. Nou, dat was niet te zien. Met een vies gezicht legde hij het op een stapel naast zich. Zelfs Flo haalde haar neus er voor op. "Pffiew, gelukkig. Dat was het laatste."zei hij tegen niemand in het bijzonder. Dit was een van de zeldzame momenten dat zijn vader het huis uit was. Er was een fokker in de stad waar de man een afspraak mee had. Hoe zijn vader ooit in contact kwam met andere was Ray een raadsel; de telefoon en internet waren al tijden geleden afgesloten. Niet-betaalde rekeningen.
Ray krabbelde overeind en gooide de stapel bedorven voedsel in een vuilniszak. Jemig, wat meurde die troep. Eigenlijk was dit zijn vaders taak maar het enigste wat die vent deed was zuipen en bankhangen dus tja, Ray moest er maar weer eens aan geloven.
Hij bond de zak dicht met een elastiek en tilde het over zijn schouder. Met grote stappen beende hij naar buiten en gooide het in de kliko. Godzijdank werd die nog wel af en toe geleegd maar het zou Ray niks verbazen als ook zij binnenkort hun huisje voorbij reden. Wie betaalde die vuilniswagen eigenlijk? Hij had er nog nooit een rekening gezien.
Ray greep de handvat van de kliko en zette hem aan de weg. Zo, dat was ook weer gedaan. Flo drentelde vrolijk achter hem aan. Met een glimlach op zijn gezicht liet hij zijn vingers door haar haren gaan. Wat moest hij toch zonder haar? Thuis was hij zo goed als alleen. Die man die zowat lag te rotten op de bank was nauwelijks gezelschap te noemen. Net zoals de rotbeesten van hem. Rays vader noemde zichzelf een hondenfokker. In de praktijk betekende dat er een paar honden in een kennel werden gedouwd en ze vervolgens zo gek mogelijk gemaakt.
Ray liep altijd met een grote boog om de honden heen. Gelukkig stond de kennel aan de achterkant van de tuin, daar hoefde hij niet vaak te komen. ” We zijn bijna klaar, daarna gaan we naar de stad. Oké?” De border collie kwispelde en liet een kort, enthousiast blafje horen.
In de keuken liet Ray een emmer vol lopen met warm water. Snel sopte hij de koelkast en schrobbe de meest grote schimmelbroeiplekken weg. Als laatste spoot hij nog wat deo in het rond, kon nooit kwaad. Al met al zag het er een stuk acceptabeler uit. Je zou ging in ieder geval nu niet meteen over je nek als je de koelkastdeur open deed. Hooguit pas na een minuut of vijf.
”Zo, das wel goed zo. Kom je Flo?” Ray trok zijn jas van de kapstok, schoof zijn voeten in zijn kapot gelopen sneakers en toverde een touw uit een zijn zak tevoorschijn. Flo kwam er onmiddellijk aanstormen. Die wist donders goed wat ze gingen doen. Normaal liep ze los, ze ging toch nergens heen maar in het centrum had Ray haar liever vast. Hier in de ‘bushbush’ of ‘middle of nowhere’ kwam je nauwelijks auto’s tegen, in het winkelcentrum is dat een ander verhaal.
Nog één keer opende Ray zijn portemonnee en telde het geld. Eén briefje van vijf en nog wat kleinere munten. In totaal zeven euro en tweeënzeventig cent. Dat moest genoeg zijn. Hij borg zijn portefeuille voorzichtig op in zijn binnenzak en controleerde maar liefst drie keer of de rits van zijn zak dicht zat.
Hij deed de voordeur op slot, verstopte de sleutel onder een bloempot en begon te lopen.
Buiten waren was het steeds bewolkter geworden en Ray betrapte hier en daar een druppel. Hij deed zijn caphuchon over zijn hoofd en liep stevig door.
Na een dik half uur lopen verschenen de eerste winkels. Hier en daar doken steeds meer mensen op. Iedereen liep snel verder, het was inmiddels flink aan het regenen. Zeiknat liep Ray de McDonalds binnen. Het was opvallend rustig in de Mac. Er waren twee tafeltjes bezet en er stond maar één meisje achter de balie.Flo stak nieuwsgierig haar neus in de lucht bij de geur van frituurvet. Ze likte om haar lippen. Snel gaf Ray nog één aai over haar kop toen liep hij naar de balie.
”Euh, meneer? Uw hond. Honden zijn niet toegestaan. Zou u hem bij de ingang willen vastbinden?” stamelde het meisje. Ze was jong, jonger dan Ray. Hij glimlachte vriendelijk en antwoordde: ”Ook verboden voor blindengeleidhonden?” Het meisje keek hem wantrouwend aan. ”Nee…? Maar…”
”Mooi zo. Flo hier is namelijk een geweldige blindengeleidehond.”
Het meisje was duidelijk verward. Haar ogen flitste van Flo naar Ray en weer terug.
”Ow… Nouja. Oké, voor deze keer dan. Wat mag het zijn?” vroeg ze twijfelend. Waarschijnlijk zal ze flink op haar kop krijgen van haar baas. Honden waren geen graag geziende gasten bij de Mac. Ze hadden wel heel symbolisch een waterbakje bij de ingang staan maar zodra honden verder liepen was het meteen heisa. Ray snapte het wel, honden bij voedsel was vaak een slechte combinatie maar Flo was netjes afgericht. Wat moest hij anders, haar in de regen achterlaten? No way.
”Dank je.” Hij gaf haar een knipoog. ”Eén Big Mac menu met cola en een hamburger alsjeblieft.”
Snel gingen haar vingers over de kassa. Binnen no-time verscheen er een bedrag in het schermpje. Uit angst dat de klanten geen letters konden lezen zei het meisje het bedrag ook nog eens hardop: ”Dat wordt dan zes vijfennegentig.” Ray betaalde het bedrag en nam plaats op een van de tafeltjes. Flo ging onder de tafel op Rays voeten zitten en legde haar kop op zijn schoot. Vervolgens ging ze met een paar bedelogen naar hem kijken. Ray lachte en pakte de hamburger uit. Hij viste de drie gram groente eraf en af het op. De rest van het broodje ‘vlees’ verdween in Flo’s hongerige bek. Als een paard schrokte Ray zijn Big Mac naar binnen. Daarna gleden de frietjes, met dezelfde snelheid, naar binnen. Af en toe kreeg Flo ook een reepje aardappel toegeworpen.
Het eten was veel te snel op. De maaltijd vulde enigszins zijn maag maar het zal niet lang duren of het orgaan gaat weer in de stijgbeugels staan. Zo’n Mac maaltijd is veel te weinig voor een jongen als Ray. Ray wierp een snelle blik op de balie, de kust was veilig, en klopte op het bankje. Flo sprong meteen op het bankje en maakte het zichzelf gemakkelijk. Ray was niet de enigste met honger; ook Flo’s buik begon protesterend te borrelen. ”Sorry, meis. Ik weet het, maar het geld is op. Het spijt me, of je wil die troep in de kliko gaan eten.”
Ray glimlachte om zijn eigen grap. Wie moest dat anders doen? Flo was een geweldige vriendin, maar haar mondhoeken konden niet krullen. Ray zuchtte, buiten was het alleen maar nóg harder gaan regenen. Geen van beide had veel zin om weer door de regen naar huis te lopen.
Met zijn knieën op de grond zat Ray voor de koelkast. Hij greep naar een bakje voedsel dat, aan de kleur te zien, er al een hele lange tijd stond. Weer een van de vele vergeten maaltijden die in een ver verleden een plek in de koelkast hadden gekregen. Op de een of andere manier werd er wel iets ín de koelkast gezet, maar er vervolgens nooit meer uitgehaald. Voorzichtig draaide hij het bakje om. 'Lasagne' stond er op de achterkant. Nou, dat was niet te zien. Met een vies gezicht legde hij het op een stapel naast zich. Zelfs Flo haalde haar neus er voor op. "Pffiew, gelukkig. Dat was het laatste."zei hij tegen niemand in het bijzonder. Dit was een van de zeldzame momenten dat zijn vader het huis uit was. Er was een fokker in de stad waar de man een afspraak mee had. Hoe zijn vader ooit in contact kwam met andere was Ray een raadsel; de telefoon en internet waren al tijden geleden afgesloten. Niet-betaalde rekeningen.
Ray krabbelde overeind en gooide de stapel bedorven voedsel in een vuilniszak. Jemig, wat meurde die troep. Eigenlijk was dit zijn vaders taak maar het enigste wat die vent deed was zuipen en bankhangen dus tja, Ray moest er maar weer eens aan geloven.
Hij bond de zak dicht met een elastiek en tilde het over zijn schouder. Met grote stappen beende hij naar buiten en gooide het in de kliko. Godzijdank werd die nog wel af en toe geleegd maar het zou Ray niks verbazen als ook zij binnenkort hun huisje voorbij reden. Wie betaalde die vuilniswagen eigenlijk? Hij had er nog nooit een rekening gezien.
Ray greep de handvat van de kliko en zette hem aan de weg. Zo, dat was ook weer gedaan. Flo drentelde vrolijk achter hem aan. Met een glimlach op zijn gezicht liet hij zijn vingers door haar haren gaan. Wat moest hij toch zonder haar? Thuis was hij zo goed als alleen. Die man die zowat lag te rotten op de bank was nauwelijks gezelschap te noemen. Net zoals de rotbeesten van hem. Rays vader noemde zichzelf een hondenfokker. In de praktijk betekende dat er een paar honden in een kennel werden gedouwd en ze vervolgens zo gek mogelijk gemaakt.
Ray liep altijd met een grote boog om de honden heen. Gelukkig stond de kennel aan de achterkant van de tuin, daar hoefde hij niet vaak te komen. ” We zijn bijna klaar, daarna gaan we naar de stad. Oké?” De border collie kwispelde en liet een kort, enthousiast blafje horen.
In de keuken liet Ray een emmer vol lopen met warm water. Snel sopte hij de koelkast en schrobbe de meest grote schimmelbroeiplekken weg. Als laatste spoot hij nog wat deo in het rond, kon nooit kwaad. Al met al zag het er een stuk acceptabeler uit. Je zou ging in ieder geval nu niet meteen over je nek als je de koelkastdeur open deed. Hooguit pas na een minuut of vijf.
”Zo, das wel goed zo. Kom je Flo?” Ray trok zijn jas van de kapstok, schoof zijn voeten in zijn kapot gelopen sneakers en toverde een touw uit een zijn zak tevoorschijn. Flo kwam er onmiddellijk aanstormen. Die wist donders goed wat ze gingen doen. Normaal liep ze los, ze ging toch nergens heen maar in het centrum had Ray haar liever vast. Hier in de ‘bushbush’ of ‘middle of nowhere’ kwam je nauwelijks auto’s tegen, in het winkelcentrum is dat een ander verhaal.
Nog één keer opende Ray zijn portemonnee en telde het geld. Eén briefje van vijf en nog wat kleinere munten. In totaal zeven euro en tweeënzeventig cent. Dat moest genoeg zijn. Hij borg zijn portefeuille voorzichtig op in zijn binnenzak en controleerde maar liefst drie keer of de rits van zijn zak dicht zat.
Hij deed de voordeur op slot, verstopte de sleutel onder een bloempot en begon te lopen.
Buiten waren was het steeds bewolkter geworden en Ray betrapte hier en daar een druppel. Hij deed zijn caphuchon over zijn hoofd en liep stevig door.
Na een dik half uur lopen verschenen de eerste winkels. Hier en daar doken steeds meer mensen op. Iedereen liep snel verder, het was inmiddels flink aan het regenen. Zeiknat liep Ray de McDonalds binnen. Het was opvallend rustig in de Mac. Er waren twee tafeltjes bezet en er stond maar één meisje achter de balie.Flo stak nieuwsgierig haar neus in de lucht bij de geur van frituurvet. Ze likte om haar lippen. Snel gaf Ray nog één aai over haar kop toen liep hij naar de balie.
”Euh, meneer? Uw hond. Honden zijn niet toegestaan. Zou u hem bij de ingang willen vastbinden?” stamelde het meisje. Ze was jong, jonger dan Ray. Hij glimlachte vriendelijk en antwoordde: ”Ook verboden voor blindengeleidhonden?” Het meisje keek hem wantrouwend aan. ”Nee…? Maar…”
”Mooi zo. Flo hier is namelijk een geweldige blindengeleidehond.”
Het meisje was duidelijk verward. Haar ogen flitste van Flo naar Ray en weer terug.
”Ow… Nouja. Oké, voor deze keer dan. Wat mag het zijn?” vroeg ze twijfelend. Waarschijnlijk zal ze flink op haar kop krijgen van haar baas. Honden waren geen graag geziende gasten bij de Mac. Ze hadden wel heel symbolisch een waterbakje bij de ingang staan maar zodra honden verder liepen was het meteen heisa. Ray snapte het wel, honden bij voedsel was vaak een slechte combinatie maar Flo was netjes afgericht. Wat moest hij anders, haar in de regen achterlaten? No way.
”Dank je.” Hij gaf haar een knipoog. ”Eén Big Mac menu met cola en een hamburger alsjeblieft.”
Snel gingen haar vingers over de kassa. Binnen no-time verscheen er een bedrag in het schermpje. Uit angst dat de klanten geen letters konden lezen zei het meisje het bedrag ook nog eens hardop: ”Dat wordt dan zes vijfennegentig.” Ray betaalde het bedrag en nam plaats op een van de tafeltjes. Flo ging onder de tafel op Rays voeten zitten en legde haar kop op zijn schoot. Vervolgens ging ze met een paar bedelogen naar hem kijken. Ray lachte en pakte de hamburger uit. Hij viste de drie gram groente eraf en af het op. De rest van het broodje ‘vlees’ verdween in Flo’s hongerige bek. Als een paard schrokte Ray zijn Big Mac naar binnen. Daarna gleden de frietjes, met dezelfde snelheid, naar binnen. Af en toe kreeg Flo ook een reepje aardappel toegeworpen.
Het eten was veel te snel op. De maaltijd vulde enigszins zijn maag maar het zal niet lang duren of het orgaan gaat weer in de stijgbeugels staan. Zo’n Mac maaltijd is veel te weinig voor een jongen als Ray. Ray wierp een snelle blik op de balie, de kust was veilig, en klopte op het bankje. Flo sprong meteen op het bankje en maakte het zichzelf gemakkelijk. Ray was niet de enigste met honger; ook Flo’s buik begon protesterend te borrelen. ”Sorry, meis. Ik weet het, maar het geld is op. Het spijt me, of je wil die troep in de kliko gaan eten.”
Ray glimlachte om zijn eigen grap. Wie moest dat anders doen? Flo was een geweldige vriendin, maar haar mondhoeken konden niet krullen. Ray zuchtte, buiten was het alleen maar nóg harder gaan regenen. Geen van beide had veel zin om weer door de regen naar huis te lopen.
-x- Open -x-