Sometimes you just have to let go and see what happens
Wat er met Mowgli vandaag aan de hand was, wist ze eerst niet. Maar hij was één brok energie en het leek er maar niet uit te gaan.
Al snel werd dan toch het nieuwe voer dat ze eergisteren kocht als boosdoener bestempeld: Mowgli leek op een paard met te veel haver binnen. Maar wat hij al binnen had, kon er nu eenmaal niet even uit gehaald worden.
Voor de vierde keer vandaag pakte Sophia daarom zijn leiband van het haakje aan de voordeur van haar appartement. Mowgli zat al kwispelend aan haar voet, zijn bek enthousiast open met een lange tong die hij maar niet binnen leek te kunnen houden vandaag. Je zou door de hitte denken dat hij juist de luierik zou uithangen, maar niets was minder waar.
De zon was al onder toen ze buiten stapte – het was immers al een uur of elf – en de deur achter zich dicht trok.
“Hé, Mowgli, kalm aan”, sprak ze streng en wat vermoeid tegen de bruine Labradoodle, die gretig aan de leiband trok om snel door te kunnen lopen. Normaal gezien liep hij netjes mee, maar vandaag leek het wandelen één grote struggle te zijn tussen haar en de krullende brok energie. “Voet”, was normaal het commando waarop de hond netjes naar haar toe kwam, maar daar had hij geen oren naar.
Sophia besloot een om naar het park te gaan – tijdens de zomeravonden bleef het gelukkig nog open tot twaalf uur – en daar Mowgli wat te laten ontdoen van zijn energie.
Gemiddeld wandelde ze ongeveer tien minuutjes om tot bij het park te komen, vandaag waren het er een gehaaste vijf.
Toen ze de poort doorliep, bleef haar voet op de koop toe even hangen toe achter een losliggende kassei. Het meisje struikelde en kon zich nog net op tijd rechthouden, maar ze loste de grip die ze had op de leiband en Mowgli greep meteen zijn kans.
In een rakettempo ging de bruine hond ervandoor.
“Mowgli, kom hier!”, riep het meisje hem toe, maar de hond verdween al snel in de duisternis. Het leek alsof ze even niet goed wist wat ze moest doen en tegelijkertijd hoopte dat de anders toch iets minder zenuwachtige hond plots tot rede zou komen en zou omkeren.
En het volgende moment, begon ze te rennen terwijl ze ondertussen meermaals zijn naam riep. Een stukje verder zag ze nog een glimp van de hond, dus ze ging de goede kant uit. Maar aan dit tempo kon ze de achtervolging niet lang meer volhouden.
Wat er met Mowgli vandaag aan de hand was, wist ze eerst niet. Maar hij was één brok energie en het leek er maar niet uit te gaan.
Al snel werd dan toch het nieuwe voer dat ze eergisteren kocht als boosdoener bestempeld: Mowgli leek op een paard met te veel haver binnen. Maar wat hij al binnen had, kon er nu eenmaal niet even uit gehaald worden.
Voor de vierde keer vandaag pakte Sophia daarom zijn leiband van het haakje aan de voordeur van haar appartement. Mowgli zat al kwispelend aan haar voet, zijn bek enthousiast open met een lange tong die hij maar niet binnen leek te kunnen houden vandaag. Je zou door de hitte denken dat hij juist de luierik zou uithangen, maar niets was minder waar.
De zon was al onder toen ze buiten stapte – het was immers al een uur of elf – en de deur achter zich dicht trok.
“Hé, Mowgli, kalm aan”, sprak ze streng en wat vermoeid tegen de bruine Labradoodle, die gretig aan de leiband trok om snel door te kunnen lopen. Normaal gezien liep hij netjes mee, maar vandaag leek het wandelen één grote struggle te zijn tussen haar en de krullende brok energie. “Voet”, was normaal het commando waarop de hond netjes naar haar toe kwam, maar daar had hij geen oren naar.
Sophia besloot een om naar het park te gaan – tijdens de zomeravonden bleef het gelukkig nog open tot twaalf uur – en daar Mowgli wat te laten ontdoen van zijn energie.
Gemiddeld wandelde ze ongeveer tien minuutjes om tot bij het park te komen, vandaag waren het er een gehaaste vijf.
Toen ze de poort doorliep, bleef haar voet op de koop toe even hangen toe achter een losliggende kassei. Het meisje struikelde en kon zich nog net op tijd rechthouden, maar ze loste de grip die ze had op de leiband en Mowgli greep meteen zijn kans.
In een rakettempo ging de bruine hond ervandoor.
“Mowgli, kom hier!”, riep het meisje hem toe, maar de hond verdween al snel in de duisternis. Het leek alsof ze even niet goed wist wat ze moest doen en tegelijkertijd hoopte dat de anders toch iets minder zenuwachtige hond plots tot rede zou komen en zou omkeren.
En het volgende moment, begon ze te rennen terwijl ze ondertussen meermaals zijn naam riep. Een stukje verder zag ze nog een glimp van de hond, dus ze ging de goede kant uit. Maar aan dit tempo kon ze de achtervolging niet lang meer volhouden.