Al lopend door haar gloednieuwe appartement probeerde Cleo haar spulletjes een beetje op zijn plaats te leggen, ondertussen haar telefoon tussen haar oor en schouder geklemd. 'Hi, Ben. Is alles goed thuis?'
Aan de andere kant van de lijn begon haar jongere broertje onmiddellijk met een enthousiast verhaal; over school, het feit dat hij met Adam Green naar een voetbalwedstrijd zou gaan, het bezoek aan hun grootouders. Cleo glimlachte onwillekeurig, legde een stapel boeken op een plank en pakte toen de telefoom onder haar oor vandaan zodat ze normaal kon lopen. 'Jullie redden het thuis wel zonder mij, hoop ik?'
Sinds haar ouders uit elkaar waren gegaan, en dat was nu bijna tien jaar geleden - Cleo was rond die tijd tien geweest - was haar vader nogal verstrooid geweest. Hij was schilder, iets wat tegenwoordig alleen goed betaalde als je bekend was.
En dat was hij niet.
Terwijl haar vader bezig was geweest met ervoor zorgen dat ze eten op tafel kregen had Cleo het grootste deel van de tijd op haar vijf jaar jongere broertje gepast, en zij en Benjamin hadden altijd al wel een goede band gehad.
'Hij heeft gisteren bijna de spaghetti laten aanbranden maar voor de rest is hij een stuk minder onhandig. Hij heeft gerealiseerd dat hij nu niet meer op jouw kookskills kan rekenen.'
Cleo grijnsde onwillekeurig en trok de gordijnen iets verder open. Het appartement dat ze huurde was niet ideaal, maar het was iets. En half haar uitzicht was een stuk van het park, dus dat was iets. 'Zeg maar dat als hij je voedselvergiftiging geeft, ik onmiddellijk weer terug verhuis.'
Ze hoorde dat Benjamin de telefoon melodramatisch liet vallen, gecombineerd met een geschrokken krijs, en schoot in de lach. 'Ben!'
Enkele tellen later kwam hij weer terug aan de lijn.
'Zo ga je niet met de huistelefoon om,' zei ze op een strenge toon, en ze kon hem al zijn ogen zien rollen. 'Maar ik kom echt niet terug, maak je geen zorgen.' Ze plofte op de vensterbank neer. 'Jullie kunnen wel een keer langs komen als jullie dat leuk vinden.'
'Dat zullen we doen. Dan kun jij weer voor ons koken.'
'Leuk geprobeerd. Maar ik moet gaan, gezien ik nog al m'n spullen uit moet pakken. Ik spreek je later wel weer, en doe de groetjes aan papa.'
Toen haar broertje had opgehangen legde ze de telefoon in de vensterbank en kwam ze met een zucht overeind. Ze voelde er eigenlijk weinig voor om meteen al haar bezittingen een plaats te geven, ondanks dat het zo niet bepaald gezellig stond, die dozen op elkaar gestapeld.
Er waren nog een stuk of vijf andere kamers op deze verdieping. Cleo zat twee hoog in een appartementencomplex en wist dat er redelijk veel studenten en mensen rond haar leeftijd eveneens een ruimte huurden.
Misschien moest ze eens kennis gaan maken met haar buren.
Ze stapte de gallerij op en liet de deur van haar appartement op een kiertje staan. Ze was de laatste kamer in de hal dus het was niet heel lastig om een appartement te kiezen.
Bij de eerstvolgende deur bleef ze staan, en na enkele seconden toch even geaarzeld te hebben klopte ze aan.
Aan de andere kant van de lijn begon haar jongere broertje onmiddellijk met een enthousiast verhaal; over school, het feit dat hij met Adam Green naar een voetbalwedstrijd zou gaan, het bezoek aan hun grootouders. Cleo glimlachte onwillekeurig, legde een stapel boeken op een plank en pakte toen de telefoom onder haar oor vandaan zodat ze normaal kon lopen. 'Jullie redden het thuis wel zonder mij, hoop ik?'
Sinds haar ouders uit elkaar waren gegaan, en dat was nu bijna tien jaar geleden - Cleo was rond die tijd tien geweest - was haar vader nogal verstrooid geweest. Hij was schilder, iets wat tegenwoordig alleen goed betaalde als je bekend was.
En dat was hij niet.
Terwijl haar vader bezig was geweest met ervoor zorgen dat ze eten op tafel kregen had Cleo het grootste deel van de tijd op haar vijf jaar jongere broertje gepast, en zij en Benjamin hadden altijd al wel een goede band gehad.
'Hij heeft gisteren bijna de spaghetti laten aanbranden maar voor de rest is hij een stuk minder onhandig. Hij heeft gerealiseerd dat hij nu niet meer op jouw kookskills kan rekenen.'
Cleo grijnsde onwillekeurig en trok de gordijnen iets verder open. Het appartement dat ze huurde was niet ideaal, maar het was iets. En half haar uitzicht was een stuk van het park, dus dat was iets. 'Zeg maar dat als hij je voedselvergiftiging geeft, ik onmiddellijk weer terug verhuis.'
Ze hoorde dat Benjamin de telefoon melodramatisch liet vallen, gecombineerd met een geschrokken krijs, en schoot in de lach. 'Ben!'
Enkele tellen later kwam hij weer terug aan de lijn.
'Zo ga je niet met de huistelefoon om,' zei ze op een strenge toon, en ze kon hem al zijn ogen zien rollen. 'Maar ik kom echt niet terug, maak je geen zorgen.' Ze plofte op de vensterbank neer. 'Jullie kunnen wel een keer langs komen als jullie dat leuk vinden.'
'Dat zullen we doen. Dan kun jij weer voor ons koken.'
'Leuk geprobeerd. Maar ik moet gaan, gezien ik nog al m'n spullen uit moet pakken. Ik spreek je later wel weer, en doe de groetjes aan papa.'
Toen haar broertje had opgehangen legde ze de telefoon in de vensterbank en kwam ze met een zucht overeind. Ze voelde er eigenlijk weinig voor om meteen al haar bezittingen een plaats te geven, ondanks dat het zo niet bepaald gezellig stond, die dozen op elkaar gestapeld.
Er waren nog een stuk of vijf andere kamers op deze verdieping. Cleo zat twee hoog in een appartementencomplex en wist dat er redelijk veel studenten en mensen rond haar leeftijd eveneens een ruimte huurden.
Misschien moest ze eens kennis gaan maken met haar buren.
Ze stapte de gallerij op en liet de deur van haar appartement op een kiertje staan. Ze was de laatste kamer in de hal dus het was niet heel lastig om een appartement te kiezen.
Bij de eerstvolgende deur bleef ze staan, en na enkele seconden toch even geaarzeld te hebben klopte ze aan.