Het was al vroeg duidelijk geworden dat Troy een uit de toon vallende verschijning in de stallen was. De jonge bokser was meer dan eens verschenen met een kneuzing in zijn gezicht of anderszins een overblijfsel van een avond in de ring. Voor hem niets bijzonders, maar mensen keken er vaak weer van op.
Vandaag echter, liep hij er verrassend ongeschonden bij. Ja, een paar kleine overgebleven donkere vlekjes op zijn jukbeen, maar daar lag niemand wakker van.
Het kleine paardje waar hij zorg over had gekregen stond vastgemaakt aan een metalen ring in de muur. Troy had de paardenknoop vrij vlot onder de knie gekregen, maar de shet helaas ook, waardoor die met twee touwen moest worden vastgezet als Troy er niet continu bij was, anders maakte hij de boel los en ging hij op de loop. Nu hield Troy van hardlopen, maar er waren grenzen.
Hij had het kleine beest gepoetst en diens hoefjes uitgekrabt. Hoewel hij nog steeds niet kon zeggen dat hij een paardengek was geworden, kon hij niet ontkennen dat het minipaardje een plekje in zijn hart begon te krijgen.
Hij maakte het touw los en begaf zich naar de bak. Aan de rand daarvan lag een hoop touw. Nou ja, was het touw? Misschien niet helemaal de juiste term. Pasqual had iets over logeren gezegd en het kwam erop neer dat de shet beweging moest krijgen door rondjes om Troy heen te lopen.
Deze leidde de pony de bak in en pakte de bult.. touw. Hij keek er bedenkelijk naar. Dat hij het ding aan het halster moest klikken in plaats van dat halstertouw was nog te snappen, dus dat deed hij, maar vervolgens stond hij daar, nu met meer touw in zijn handen en een pony die nieuwsgierig naar iets heel anders dan Troy keek.
Troy schraapte zijn keel en bewoog het touw iets.
“… Vort,” mompelde hij. Er gebeurde niets. “Hup, lopen,” bromde hij toen, maar de pony keek hem alleen even aan. Troy voelde zich een idioot. Waarom moest hij dit doen? Dat Pasqual niet teveel in het beest kon investeren zolang hij niet in de lessen mee kon lopen snapte hij ook wel, maar echt? Het beest rondjes om hem heen laten lopen? Hij liep nog niet eens in een rechte lijn als hij niet aan dat halstertouw liep.
“Go.”
Niets.
“Toe.”
Nada.
“Hup.”
Zilch.
Troy zuchtte. Iemand knock-out slaan was een eitje vergeleken dit. Ineens begon de pony te wandelen, maar richting de bakdeur. Voor Troy het wist stond de pony op zijn achterbeentjes, voorbenen over de rand, oortjes strak naar voren. Troy zuchtte diep. Dit meende hij niet.
Vandaag echter, liep hij er verrassend ongeschonden bij. Ja, een paar kleine overgebleven donkere vlekjes op zijn jukbeen, maar daar lag niemand wakker van.
Het kleine paardje waar hij zorg over had gekregen stond vastgemaakt aan een metalen ring in de muur. Troy had de paardenknoop vrij vlot onder de knie gekregen, maar de shet helaas ook, waardoor die met twee touwen moest worden vastgezet als Troy er niet continu bij was, anders maakte hij de boel los en ging hij op de loop. Nu hield Troy van hardlopen, maar er waren grenzen.
Hij had het kleine beest gepoetst en diens hoefjes uitgekrabt. Hoewel hij nog steeds niet kon zeggen dat hij een paardengek was geworden, kon hij niet ontkennen dat het minipaardje een plekje in zijn hart begon te krijgen.
Hij maakte het touw los en begaf zich naar de bak. Aan de rand daarvan lag een hoop touw. Nou ja, was het touw? Misschien niet helemaal de juiste term. Pasqual had iets over logeren gezegd en het kwam erop neer dat de shet beweging moest krijgen door rondjes om Troy heen te lopen.
Deze leidde de pony de bak in en pakte de bult.. touw. Hij keek er bedenkelijk naar. Dat hij het ding aan het halster moest klikken in plaats van dat halstertouw was nog te snappen, dus dat deed hij, maar vervolgens stond hij daar, nu met meer touw in zijn handen en een pony die nieuwsgierig naar iets heel anders dan Troy keek.
Troy schraapte zijn keel en bewoog het touw iets.
“… Vort,” mompelde hij. Er gebeurde niets. “Hup, lopen,” bromde hij toen, maar de pony keek hem alleen even aan. Troy voelde zich een idioot. Waarom moest hij dit doen? Dat Pasqual niet teveel in het beest kon investeren zolang hij niet in de lessen mee kon lopen snapte hij ook wel, maar echt? Het beest rondjes om hem heen laten lopen? Hij liep nog niet eens in een rechte lijn als hij niet aan dat halstertouw liep.
“Go.”
Niets.
“Toe.”
Nada.
“Hup.”
Zilch.
Troy zuchtte. Iemand knock-out slaan was een eitje vergeleken dit. Ineens begon de pony te wandelen, maar richting de bakdeur. Voor Troy het wist stond de pony op zijn achterbeentjes, voorbenen over de rand, oortjes strak naar voren. Troy zuchtte diep. Dit meende hij niet.