De cijfers van de goedkope, digitale klok gaven drie uur 's nachts aan. Riot wreef over zijn gezicht, zwaar ademend. Hij was bezweet en voelde de stress van de nachtmerrie nog door zijn lichaam gaan. Pas nu, in het holst van de nacht terwijl zijn verleden hem opnieuw had ingehaald, merkte hij pas hoe alleen hij eigenlijk was. Hij haalde een hand door zijn lichte haar en ademde langzaam uit. Het was ook vreemd, weer in een eenpersoonsbed te liggen in zijn ouder slaapkamer. Rosie had de logeerkamer als haar eigen kamer gekregen.
Mooie vader was hij zo.
Langzaam stond Riot op. Zoals altijd sliep hij ook nu in een paar boxers en een T-shirt. Hij stommelde naar de badkamer en gooide daar wat water in zijn gezicht dat hem vanaf de spiegel ongelukkig aankeek. Hij schudde zijn hoofd. Hij moest kappen met die sentimentele bullshit. Dit was egoïstisch en het sloeg nergens om. Haar gezondheid was zoveel belangrijker dan hoe hij zich voelde. Hij mocht haar niet missen; het was voor haar eigen bestwil. Maar sinds hij haar had ontmoet had ratio toch al steeds minder grip op emotie gekregen.
Ergens wist hij dat hij blij moest zijn. Ze was nu bij mensen die haar wel konden helpen.
Hij slofte weer richting zijn slaapkamer.
"Alles goed?" klonk Iseco's stem. Riot keek om en knikte.
"Prima."
De Italiaanse man keek hem onderzoekend aan en Riot vermeed zijn blik, het gevoel hebbend dat hij een open boek was.
"Werkelijk?" vroeg Iseco zacht. Riot keek hem nu wel recht aan en fronste.
"Ja. Werkelijk," antwoordde hij bot.
Zijn pleegvader was weer naar bed gegaan, maar Riot ging niet terug naar zijn slaapkamer om weer in bed te kruipen. In plaats daarvan stopte hij bij zijn kledingkast en kleedde hij zich vluchtig aan door zich in een jeans te werken en een grijze sweater over zijn hoofd te trekken. Hij trok een paar schoenen aan en ging de trap af. In een snelle beweging had hij zijn jas aangetrokken en hij stapte in zijn schoenen.
Toen hij de achterdeur eenmaal achter zich op slot had gedaan bleef hij heel even staan en ademde hij diep de kille avondlucht in. Er hing vorst in de lucht, maar voor nu was de kou wel fijn.
Hij stak een sigaret op en begon te lopen. Sinds Solance weg was rookte hij ongeveer het driedubbele van wat hij daarvoor had gedaan en zeker na een nachtmerrie als deze had hij dik behoefte aan een beetje nicotine.
De straten waren grotendeels verlaten. In de zomer was er veel meer volk op de been, op bijna elk tijdstip van de nacht. Nu was het vrijwel iedereen te koud.
Riot's adem condenseerde in de lucht en werd kort daarop door een uitgeblazen rookwolkje gevolgd. Toen de peuk op was trapte hij hem uit en volgde er een tweede. Zijn vrije hand verdween in zijn broekzak.
Hij ging even zitten op een metalen prullenbak. Hij miste haar. Godverdomme, wat miste hij haar. De tijd dat hij nog kon ontkennen dat hij zoiets voor iemand kon voelen lag mijlenver achter hem. Ondanks hun beider problemen was ze een goede invloed op hem geweest. Bij haar voelde hij zich een beter mens.
Wanneer zou hij haar terugzien? Ècht terugzien? Buiten bezoekuren om?
Hij probeerde niet aan haar te denken, maar zo in de kou, zonder dat tengere lichaam om dicht tegen zich aan te houden, was dat moeilijk. De tweede sigaret verruilde zijn plaats met de derde van die nacht. Die magere armen hadden altijd ineens zoveel sterker geleken als ze hem troost boden op de momenten dat er niets meer van hem over was geweest. Hij sloot even zijn ogen.
Hij begon stijf en koud te worden, dus hij stond weer op en slenterde verder. Toen een aantal vlokjes traag naar beneden kwamen dwarrelen keek hij even verwonderd op. De sneeuw zette iets door en Riot trok zijn schouders iets op. De sigaret ging uit en hij gooide hem aan de kant. Als hij een afdakje vond stak hij wel een nieuwe op.
Laatst aangepast door Riot Masquerade op di nov 11, 2014 1:55 pm; in totaal 1 keer bewerkt