Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

DON'T JUDGE ME OKAY I NEED TO WRITE SHIT AWAY [Jiao]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Admin

Admin
Admin

I JUST HAVE A LOT OF FEELINGS KAY

Een kille nachtwind trok door het steegje waar de blonde jongen in een slappe hoop op de grond lag. Zijn ademhaling ging schokkerig. Het regende enigszins en hij had het ijskoud.
Zijn lichaam was beurs en zowel zijn dijbeen als zijn schouder lagen open.
Hij hees zichzelf iets overeind, geen acht slaand op de smerigheid waarin hij had gelegen; zijn kleding was doorweekt en van top tot teen was hij bevlekt en besmeurd met de derrie die het hele steegje bedekte.
De kille modder deed hem rillen.
Moeizaam werkte Riot zich vooruit. Hij was kapot, gebroken. Hoe lang hij daar had gelegen, fysiek waardeloos, wist hij niet, maar hij voelde zich slecht. Hij kon amper overeind komen en sleurde zichzelf eigenlijk door de modder, richting de betere straten.
Een klein stukje wist hij zelfs te lopen, maar al snel zakte hij door zijn knieën, terug in de nattigheid. Hij hijgde. Hij mocht niet opgeven. Hij voelde aan zijn zere schouder. Naast vies waren zijn vingers toen hij ze bekeek ook helderrood.
Hij hoestte zwaar, maar ging door, zichzelf half over de grond slepend.
Hoe hij uiteindelijk de verlaten hoofdstraat had bereikt wist hij niet, maar hij sleurde zich naar een lantaarpaal toe, waar hij tegenaan zakte. Het licht viel gelig op zijn afgepeigerde lijf. Hij keek naar zijn dij. De stof van zijn jeans was rondom de wond donker en doordrenkt met bloed. Riot mompelde een verwensing. Zijn hoofd bonkte; hij begon ook nog eens een enorme hoofdpijn te krijgen.
Opnieuw hoestte hij. Aan de lantaarnpaal hees hij zichzelf omhoog. Hij strompelde verder de straat op, naar de volgende, waar hij zich vervolgens met zijn goede arm krampachtig aan vasthield.
De regen werd erger. Hij merkte dat hij wenste dat hij gewoon bij Solance was. In de warmte, met haar dichtbij zich.
Maar hij was niet bij haar. Hij was hier, ver van huis en niet in staat daar op eigen kracht te komen.
Hoe diep waren die wonden eigenlijk? Hij had geen idee.
Er passeerde iemand met een paraplu en een hond. Deze keek hem bewust niet aan en liep haastig door, vermoedelijk denkend dat Riot een junk of een zwerver was. Hij vloekte zacht. Zijn stem klonk verzwakt en hij vroeg zich af hoe het deze keer in godsnaam goed moest komen. Hij hoestte opnieuw en wist zich amper overeind te houden.
Hij herinnerde zich verdomd weinig van wat er was gebeurd en wist eigenlijk alleen nog dat hij pijn had, het ijskoud had en dat hij zo niet meer thuis zou komen; de rest was op het moment vaag. Hij wist niet eens wat voor soort wonden het waren, het bloed maakte het moeilijk dat te zien, en zijn coördinatie was ook niet meer wat het geweest was.
Dat zijn lijf verder beurs genoeg was om morgen onder de blauwe plekken te zitten wist hij niet eens.
Hij bedacht zich dat hij een telefoon mee had moeten nemen, dan had hij op zijn minst Solance kunnen laten weten dat hij niet thuis zou komen.
"Solance..." mompelde hij, vechtend tegen het wazige gevoel in zijn hoofd. Hij bleef aan haar denken, hij had geen idee wat hem anders in godsnaam nog op de been zou kunnen houden.

Jiao Misaki

Jiao Misaki


Jiao Misaki,
the naive Asian boy.

Een deur sloeg dicht en Jiao vloog geschrokken overeind. Zijn haar piekte alle kanten op en in zijn ogen zat slaap. Zijn bril lag op zijn bureau en afdrukken van het een of het ander stond op zijn wang getekend. Blijkbaar was hij boven zijn boeken in slaap gevallen... Alweer. Op een vrijdag... Elke willekeurige jongen die hij gesproken had, ging op dit tijdstip uit, zat te gamen of was met vrienden. Niemand zat nog vrijwillig zijn huiswerk te maken tot diep in de nacht. Die gedachte alleen al was zo absurd en lachwekkend dat ze hadden gelachen toen Jiao erover was begonnen. Sindsdien dat Jiao meer en meer begon te twijfelen aan zijn studiesessies.
Jiao rekte zich slaperig uit en keek even op de klok. Het was laat, erg laat, maar hij was uitgerust genoeg om op te staan en naar zijn ouders te gaan. En om uit te zoeken waarom er met een deur gegooid werd, want dat gebeurde haast nooit. Dus Jiao drukte zijn bril op zijn neus, stond op van het bureau en liep naar beneden toe.
"Jiao." Zijn moeder keek hem even nieuwsgierig aan. "Ben je al klaar met je huiswerk?" Jiao haalde zijn schouders op. "Geen zin in, moeder," antwoordde hij.
"Maar je moet je huiswerk wel doen." Hij knikte, dat was juist.
"Ja, klopt. Maar ik heb morgen en overmorgen nog de tijd. Nu hoeft het niet." Zijn moeder leek even een antwoord te bedenken maar vervolgens knikte ze maar naar hem.
"Juist. Prima. Wil jij Ellwood even uitlaten?" Een dikke ruftende Sint Bernard keek op toen zijn naam werd genoemd. De hond was van een kennis en was tijdelijk bij hun omdat hun kennissen een tijdje in het buitenland zaten. Een tijdje, paar maanden. Ellwood was een leuke en vriendelijke hond die altijd kwispelend op iedereen afkwam. Jiao mocht het beestje wel.
"Tuurlijk. Ellwood, ga je mee?" Jiao floot een fluitje waarvan hij wist dat Ellwood op reageerde en liep toen naar de voordeur toe, waar de riem hing van het dier. Buiten regende het, dus Jiao zou een paraplu met zich mee moeten nemen. Jiao zat er niet echt mee dat het slecht weer was. Al regende het nog zo hard, Jiao vond het eigenlijk heerlijk om buiten rond te lopen. Plus dat hij niet tegen zijn moeder in zou kunnen gaan als het ging om opdrachten die ze hem gaf. Daar was hij niet het type voor.
"Mata chikaiuchini!" Daarmee sloot hij de deur en ging de straat op. Ellwood bleef vlak naast hem lopen zodat hij geen natte poten zou krijgen en zo vlak naast elkaar liepen ze hun rondje. Jiao had geen directe reden om terug te gaan en Ellwood leek het ook wel naar zijn zin te hebben. Op die manier zwierven ze de hele buurt rond en kwamen ze langs verscheidene mensen, de meesten hadden ook een hond bij zich. Maar na een tijdje kwam Jiao iemand tegen die géén hond bij zich had. Een jongen, behoorlijk bebloed en behoorlijk zwak, liep van lantaarnpaal naar lantaarnpaal. Nou ja, lopen...
"Solance..." mompelde de jongen. Ellwood spitste zijn oren en Jiao keek de jongen bezorgd na. Natuurlijk was het niet Jiao's zorg, maar de jongen was er beroerd aan toe en zo kon Jiao hem nooit door laten lopen. Maar Ellwood zat in de weg. Ellwood zou ontzettend in de weg lopen.
"Nani o suru ka?" mompelde hij zachtjes in zichzelf. Toen wist hij wat hij ging doen. Hij zou naar de jongen toelopen, zeggen dat hij de jongen zou helpen maar dat hij eerst de hond moest wegbrengen. Dan zou de jongen weten waar hij aan toe was en dat Jiao hem in ieder geval hulp bood.
"Kom, Ellwood!" Jiao liep op de jongen af en hield Ellwood kort bij zich. "Ik breng de hond eerst even thuis en dan kom ik terug om je te helpen," zei Jiao. "Blijf alsjeblieft hier en stop met bewegen, je laat alles op deze manier nog erger bloeden dan het al doet." Jiao draaide zich om en begon naar huis te rennen, terwijl de regen in de tussentijd nog guitig naar beneden stroomde. Binnen vijf minuten was hij thuis en kon hij de voordeur met trillende handen net open krijgen. De opwinding en bezorgdheid was op zijn gezicht te lezen.
"Jiao, vanwaar de drukte?" vroeg zijn moeder. "Ik heb iemand gevonden, ma. Hij heeft hulp nodig en ik ga terug. Ik neem hem zo mee naar huis." Voor zijn moeder iets kon zeggen was hij alweer de kamer uitgerend en stond hij weer op straat. De paraplu had hij per ongeluk thuis laten liggen, bij Ellwood. Ellwood die nog steeds aan de riem zat.
De jongen was makkelijk te vinden en Jiao haalde opgelucht adem toen hij weer bij de jongen was. "Ik heb me niet voorgesteld," hijgde hij. "Ik ben Jiao. Sla je arm alsjeblieft om mijn schouder heen, dan neem ik je mee naar mijn huis en help ik je daar met je wonden. Of als je wilt help ik je naar het ziekenhuis toe, het is maar net wat je prettiger vind."

TAG:Riot | WORDS:855 | OTHER: how did it come to this?

Admin

Admin
Admin

Voetstappen. Een jongen naderde. Riot hief zijn hoofd op en probeerde tevergeefs goed scherp te stellen. Zijn focus was waardeloos.
"Ik breng de hond eerst even thuis en dan kom ik terug om je te helpen," zei de jongen. Riot wilde er tegen in gaan, zeggen dat hij geen hulp nodig had, maar het feit dat zijn stem hem niet eens gehoorzaamde zei genoeg; hij zou het in zijn eentje niet redden. Hij hoestte weer en proefde de metalige smaak van bloed in zijn mond.
"Blijf alsjeblieft hier en stop met bewegen, je laat alles op deze manier nog erger bloeden dan het al doet."
En met die woorden vertrok de jongen weer, Riot voor even achterlatend. Deze zakte kort daarop nog verder onderuit, tot hij slechts nog met zijn schouder tegen de lantaarnpaal aan hing. Zijn ogen waren krampachtig gesloten en zijn lichte haar plakte aan zijn voorhoofd. Zijn ademhaling ging moeizaam.
Een klein groepje jongeren passeerde en een paar ervan riepen iets, maar Riot verstond het zo gauw niet. Ze gingen er waarschijnlijk vanuit dat hij dronken was of zo.
Hij had geen enkel besef van tijd meer, waardoor hij ook geen flauw idee had hoe lang de jongen weg was. Hij lag er maar gewoon, overgeleverd aan zijn lot.
Toen hij voetstappen hoorde naderen keek hij op. Als hij zich niet vergiste was het de jongen van net weer. Hij probeerde iets overeind te komen.
De jongen stelde zich voor, al wist Riot dat hij de naam zo weer zou zijn vergeten; hij was er compleet niet bij met zijn hoofd. De jongen gaf aan dat Riot zijn arm om zijn schouder moest leggen. Met de nodige pijn en moeite gehoorzaamde deze, wat op zich al een wonder was. Hij kreunde, Jezus dat deed zeer. Nog steeds had hij eigenlijk geen flauw besef van wat er in godsnaam kon zijn gebeurd met hem waardoor hij er zo aan toe was. Ja, genoeg gokken die hij kon doen, maar zijn geheugen liet hem pijnlijk in de steek.
“Niet het ziekenhuis,” gromde Riot moeizaam. Hij was er niet zo een die ging zitten janken als hij naar het ziekenhuis moest, maar fijn vond hij het er allerminst, dus als hij er kon vermijden ging hij er niet heen. Hij hield er niet van, vreemden, artsen, die aan hem zaten. Dan nog liever worden behandeld bij iemand die van zijn eigen leeftijd was thuis, ergens was dat toch anders. Een factor die ook bijdroeg was dat hij eigenlijk zeer zelden zijn verwondingen goed inschatte, want vaak nam hij ze onvoldoende serieus.
Hij merkte dat hij zonder de steun van de jongen simpelweg niet overeind kon blijven. Zijn lichaam, besmeurd met bloed en modder, leek tien keer zoveel te wegen als normaal.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum