Het was een redelijk zonnige dag aan het worden, met een licht briesje en hier en daar een enkel wit plukje in de lucht. Een mooie dag ook om een flink eind hard te lopen. Alona's witte hardloopschoenen tikten ritmisch op het voetpad. Haar sporttop dat tot net onder haar ribbenkast kwam en haar shorts zaten redelijk strak om haar welgevormde, afgetrainde lichaam. Haar lange, geblondeerde haar danste heen en weer in een hoge paardenstaart.
Alona werkte hard voor haar uiterlijk en conditie. Ze had haar looks mee, maar niemand wilde een danseres met vetrollen zien en zijzelf hechtte ook veel waarde aan een mooi lijf, zowel bij mannen als bij vrouwen.
Zweet liep langs haar hals, rug en benen en donkere plekken hadden zich afgetekend op haar kleren. Normaal hield ze daar niet van, walgde ze ervan. Alleen bij sporten was het ok, want daar gaf het aan dat iemand hard werkte of gewerkt had. Ze vertraagde iets om te drinken uit de bidon die in een houder aan haar heup hing.
Ze versnelde weer iets en jogde door een van de wat rustigere winkelstraten, richting het park, waar ze even uit zou rusten. Niet dat ze zo weg was van de natuur, ze had er niet zoveel mee, maar de geuren van de bloemen waren lekker, en ze hield van dingen die mooi en lekker waren.
Schoonheid had een grote plaats in Alona's leven.
Ze begaf zich over een houten bruggetje, tussen twee gietijzeren hekken door en het park in, waar ze vertraagde. In een rustig tempo liep ze enkele paadjes over, tot ze bij een klein bankje kwam, waar ze netjes ging zitten. Alona betrapte je er in het openbaar niet erg snel op er als een slons bij te zitten.
"Dag jongedame," klonk een vriendelijke, beschaafde stem en Alona keek hautain op.
"Hmm?" Ze trok een zorgvuldig geëpileerde wenkbrauw op. Voor haar stond een man van midden dertig met een terugtrekkende haargrens en een licht buikje. Ze trok iets haar neus op; hij was wat zweterig en dat kon niet door lichaamsbeweging komen. En wat moest hij van haar? Over het algemeen was zíj degene die bepaalde wanneer een gesprek ok was, en niet andersom.
"Mag ik je iets vragen?"
"Als ik nee zeg val je me waarschijnlijk toch lastig, dus je doet maar," zei ze, onverschillig en niet erg vriendelijk. Ze had hier geen zin in. Ze nam een slok koud water. Heerlijk; er ging niets boven koel water na intensief hardlopen.
"Dank je. Zeg, ga jij toevallig naar de kerk?"
Een spottend lachje ontglipte de lippen van de blondine. Met spot in haar grijze ogen keek ze de man aan.
"Ik ben te oud voor sprookjes," zei ze en ze glimlachte provocatief.
"Ik heb het ook zeker niet over sprookjes, lieve kind, ik heb het over het woord van God. Ik denk dat iemand als jij veel baat bij Zijn woord kan hebben."
"Iemand als ik," herhaalde Alona, van provocatief geamuseerd naar kil in enkele seconden. Haar ogen vernauwden zich. Ging hij haar nou de les lezen? Als iets haar nijdig maakte, waren het wel mensen die kritiek over haar uitten terwijl ze haar niet eens kenden. "En wat voor iemand mag dat dan wel zijn?"
"Iemand die de weg kwijt is."
"Ik heb vandaag volgens mij meer kilometers in een bestemde richting afgelegd dan jij in een week," zei Alona, weer met een spottend lachje. Als ze wilde kon ze onmogelijk zijn. Ergens deed het haar goed, die betweter zo tegen te spreken. Zou hem leren; wie dacht hij wel niet dat hij was? Als ze geïnteresseerd was in religie pakte ze wel een bijbel erbij.
"Ik bedoel de weg van de Here Jezus," verduidelijkte de man, die zichtbaar langzaam zijn geduld met Alona begon te verliezen.
"Jezus.. dat is toch dat budje dat zich vrijwillig liet kruizgen?"
"Dat.. dat hoorde allemaal bij Gods plan! Het moest gebeuren."
"Lekkere vader is die God van je dan," lachte Alone en ze stond op. Ze keek van haar bidon naar de man en spoot zonder aarzelen wat water op zijn pak.
"Oops. Ach, het is een mooie dag, God droogt het vast snel voor je," zei ze onverschillig en heupwiegend liep ze weg, al lopende het flesje opbergend.
Ze begon weer te joggen, genietend van de aandacht die ze kreeg van de omstanders door het akkefietje van net; ze wist dat een deel het afkeurde, maar een deel keek ook tegen haar op. Beiden was leuk; het eerste omdat het soms goed voelde even te rebelleren, het andere omdat Alona graag boven anderen stond. Het gaf een gevoel een plaats te hebben in de wereld, een goede. Als er niemand voor je was moest je het zelf opknappen, en dat kon je maar beter goed doen.
Ze was bijna het park uit toen iemand haar de weg versperde. Een stevige man met een cowboy hoed op. Hij kwam over als het type dat goed in omgang was, tot je hem boos maakte.
"En nou heel snel excuses aanbieden,"zei hij bars tegen Alona. Ze keek hem recht aan.
"Of anders?" Haar blik gleed nu kort rond om te zien wie er keken, om toen weer terug te gaan naar de man. Ze speelde met vuur en dat was leuk; het gaf haar een levend gevoel. En hier kon hij haar toch niets doen. Haar aanspreken was een ding, maar als deze kleerkast nu geweld tegen een weerloos meisje zou gebruiken zou men hem dat niet in dank afnemen. En dat wisten ze allebei. Vermoedelijk was er intermediation van een derde nodig, want beiden zouden niet toegeven, dat was duidelijk.
"Anders kan ik het je nog heel moeilijk maken."
"Doe je best, wat wou je doen dan?"
"De politie bellen; je verstoord de openbare orde."
"Hij niet dan? Hij heeft waarschijnlijk niet eens een vergunning om hier zijn poginkjes te doen mensen te bekeren. Je lapt hem er net zo goed bij schat."
Alona werkte hard voor haar uiterlijk en conditie. Ze had haar looks mee, maar niemand wilde een danseres met vetrollen zien en zijzelf hechtte ook veel waarde aan een mooi lijf, zowel bij mannen als bij vrouwen.
Zweet liep langs haar hals, rug en benen en donkere plekken hadden zich afgetekend op haar kleren. Normaal hield ze daar niet van, walgde ze ervan. Alleen bij sporten was het ok, want daar gaf het aan dat iemand hard werkte of gewerkt had. Ze vertraagde iets om te drinken uit de bidon die in een houder aan haar heup hing.
Ze versnelde weer iets en jogde door een van de wat rustigere winkelstraten, richting het park, waar ze even uit zou rusten. Niet dat ze zo weg was van de natuur, ze had er niet zoveel mee, maar de geuren van de bloemen waren lekker, en ze hield van dingen die mooi en lekker waren.
Schoonheid had een grote plaats in Alona's leven.
Ze begaf zich over een houten bruggetje, tussen twee gietijzeren hekken door en het park in, waar ze vertraagde. In een rustig tempo liep ze enkele paadjes over, tot ze bij een klein bankje kwam, waar ze netjes ging zitten. Alona betrapte je er in het openbaar niet erg snel op er als een slons bij te zitten.
"Dag jongedame," klonk een vriendelijke, beschaafde stem en Alona keek hautain op.
"Hmm?" Ze trok een zorgvuldig geëpileerde wenkbrauw op. Voor haar stond een man van midden dertig met een terugtrekkende haargrens en een licht buikje. Ze trok iets haar neus op; hij was wat zweterig en dat kon niet door lichaamsbeweging komen. En wat moest hij van haar? Over het algemeen was zíj degene die bepaalde wanneer een gesprek ok was, en niet andersom.
"Mag ik je iets vragen?"
"Als ik nee zeg val je me waarschijnlijk toch lastig, dus je doet maar," zei ze, onverschillig en niet erg vriendelijk. Ze had hier geen zin in. Ze nam een slok koud water. Heerlijk; er ging niets boven koel water na intensief hardlopen.
"Dank je. Zeg, ga jij toevallig naar de kerk?"
Een spottend lachje ontglipte de lippen van de blondine. Met spot in haar grijze ogen keek ze de man aan.
"Ik ben te oud voor sprookjes," zei ze en ze glimlachte provocatief.
"Ik heb het ook zeker niet over sprookjes, lieve kind, ik heb het over het woord van God. Ik denk dat iemand als jij veel baat bij Zijn woord kan hebben."
"Iemand als ik," herhaalde Alona, van provocatief geamuseerd naar kil in enkele seconden. Haar ogen vernauwden zich. Ging hij haar nou de les lezen? Als iets haar nijdig maakte, waren het wel mensen die kritiek over haar uitten terwijl ze haar niet eens kenden. "En wat voor iemand mag dat dan wel zijn?"
"Iemand die de weg kwijt is."
"Ik heb vandaag volgens mij meer kilometers in een bestemde richting afgelegd dan jij in een week," zei Alona, weer met een spottend lachje. Als ze wilde kon ze onmogelijk zijn. Ergens deed het haar goed, die betweter zo tegen te spreken. Zou hem leren; wie dacht hij wel niet dat hij was? Als ze geïnteresseerd was in religie pakte ze wel een bijbel erbij.
"Ik bedoel de weg van de Here Jezus," verduidelijkte de man, die zichtbaar langzaam zijn geduld met Alona begon te verliezen.
"Jezus.. dat is toch dat budje dat zich vrijwillig liet kruizgen?"
"Dat.. dat hoorde allemaal bij Gods plan! Het moest gebeuren."
"Lekkere vader is die God van je dan," lachte Alone en ze stond op. Ze keek van haar bidon naar de man en spoot zonder aarzelen wat water op zijn pak.
"Oops. Ach, het is een mooie dag, God droogt het vast snel voor je," zei ze onverschillig en heupwiegend liep ze weg, al lopende het flesje opbergend.
Ze begon weer te joggen, genietend van de aandacht die ze kreeg van de omstanders door het akkefietje van net; ze wist dat een deel het afkeurde, maar een deel keek ook tegen haar op. Beiden was leuk; het eerste omdat het soms goed voelde even te rebelleren, het andere omdat Alona graag boven anderen stond. Het gaf een gevoel een plaats te hebben in de wereld, een goede. Als er niemand voor je was moest je het zelf opknappen, en dat kon je maar beter goed doen.
Ze was bijna het park uit toen iemand haar de weg versperde. Een stevige man met een cowboy hoed op. Hij kwam over als het type dat goed in omgang was, tot je hem boos maakte.
"En nou heel snel excuses aanbieden,"zei hij bars tegen Alona. Ze keek hem recht aan.
"Of anders?" Haar blik gleed nu kort rond om te zien wie er keken, om toen weer terug te gaan naar de man. Ze speelde met vuur en dat was leuk; het gaf haar een levend gevoel. En hier kon hij haar toch niets doen. Haar aanspreken was een ding, maar als deze kleerkast nu geweld tegen een weerloos meisje zou gebruiken zou men hem dat niet in dank afnemen. En dat wisten ze allebei. Vermoedelijk was er intermediation van een derde nodig, want beiden zouden niet toegeven, dat was duidelijk.
"Anders kan ik het je nog heel moeilijk maken."
"Doe je best, wat wou je doen dan?"
"De politie bellen; je verstoord de openbare orde."
"Hij niet dan? Hij heeft waarschijnlijk niet eens een vergunning om hier zijn poginkjes te doen mensen te bekeren. Je lapt hem er net zo goed bij schat."