Het scheelde, dat ze vaak in de bossen kwam om te wandelen, bedacht Roya zich, terwijl ze Gael vastmaakte voor zijn box. Ze begon de ruin te borstelen. Tevreden liet het lang-manige, pluizige paard het toe, met een voetje op rust.
Het werkte kalmerend, ook op het meisje.
Het klikte echt goed tussen haar en Gael. Ze had inmiddels al een keer of wat op hem gereden en zelfs al een stukje buiten. Hij was vaak wat aan de drukke kant, maar goed te besturen en zelden echt tegendraads, al bleef het wel een creatief dier dat zijn eigen keuzes soms wilde maken.
Ze legde het zadel op de witte rug van het dier en deed hem daarna het hoofdstel om.
Het was laat in de ochtend en al heerlijk weer. Ideaal weer om een stuk in de bossen te rijden.
Met hem bezig zijn was goed voor haar, want het verzette haar gedachten en het gaf haar verantwoordelijkheid. En hij maakte haar bovenal gelukkig, het kleine kameraadje dat hij was. Klein, want voor een volwassen paard was hij niet echt groot. Een pony haast. Maar groot genoeg voor haar, dus ze klaagde niet.
Ze leidde Gael naar de bak waar ze opsteeg om even in te rijden, zodat hij de meeste energie kwijt was voor ze op pad gingen; ze wilde niet voor verrassingen komen te staan, want zo goed kende ze hem natuurlijk nog niet en hij kende de omgeving amper.
Uiteindelijk begaf ze zich naar het bos. Daar aangekomen stapten ze rustig over het ruiterpad, tussen slanke, hoge dennenbomen door, waar gefilterd zonlicht tussendoor kwam.
De geur van dennennaalden werkte kalmerend op Roya, maar Gael leek er vooral mateloos door gefascineerd.
De dik in de vacht zittende ruin hield er een frisse, vlotte stap op na en keek aandachtig om zich heen. Roya liet hem begaan, maar hield hem in de gaten.
Toen hij wat gewend leek aan de omgeving, zette ze een drafje met hem in. Gael koos direct voor een snelle, voorwaartse draf. Roya moest moeite doen niet gewoon even haar ogen te sluiten en te genieten van de koele wind die door haar haren ging.
In plaats daarvan keek ze rond, terwijl de paardenhoeven ritmisch over de verende grond gingen. Het bleef hier prachtig, hoe vaak je hier ook kwam.
Ze ging de bocht om en zag een stukje voor haar nog iemand rijden. Ze hield Gael in, die met frisse tegenzin gehoorzaamde.
Toen ze op gelijke hoogte was met de onbekende ruiter keek ze opzij.
"Goeiemorgen," groette ze hem.
Het werkte kalmerend, ook op het meisje.
Het klikte echt goed tussen haar en Gael. Ze had inmiddels al een keer of wat op hem gereden en zelfs al een stukje buiten. Hij was vaak wat aan de drukke kant, maar goed te besturen en zelden echt tegendraads, al bleef het wel een creatief dier dat zijn eigen keuzes soms wilde maken.
Ze legde het zadel op de witte rug van het dier en deed hem daarna het hoofdstel om.
Het was laat in de ochtend en al heerlijk weer. Ideaal weer om een stuk in de bossen te rijden.
Met hem bezig zijn was goed voor haar, want het verzette haar gedachten en het gaf haar verantwoordelijkheid. En hij maakte haar bovenal gelukkig, het kleine kameraadje dat hij was. Klein, want voor een volwassen paard was hij niet echt groot. Een pony haast. Maar groot genoeg voor haar, dus ze klaagde niet.
Ze leidde Gael naar de bak waar ze opsteeg om even in te rijden, zodat hij de meeste energie kwijt was voor ze op pad gingen; ze wilde niet voor verrassingen komen te staan, want zo goed kende ze hem natuurlijk nog niet en hij kende de omgeving amper.
Uiteindelijk begaf ze zich naar het bos. Daar aangekomen stapten ze rustig over het ruiterpad, tussen slanke, hoge dennenbomen door, waar gefilterd zonlicht tussendoor kwam.
De geur van dennennaalden werkte kalmerend op Roya, maar Gael leek er vooral mateloos door gefascineerd.
De dik in de vacht zittende ruin hield er een frisse, vlotte stap op na en keek aandachtig om zich heen. Roya liet hem begaan, maar hield hem in de gaten.
Toen hij wat gewend leek aan de omgeving, zette ze een drafje met hem in. Gael koos direct voor een snelle, voorwaartse draf. Roya moest moeite doen niet gewoon even haar ogen te sluiten en te genieten van de koele wind die door haar haren ging.
In plaats daarvan keek ze rond, terwijl de paardenhoeven ritmisch over de verende grond gingen. Het bleef hier prachtig, hoe vaak je hier ook kwam.
Ze ging de bocht om en zag een stukje voor haar nog iemand rijden. Ze hield Gael in, die met frisse tegenzin gehoorzaamde.
Toen ze op gelijke hoogte was met de onbekende ruiter keek ze opzij.
"Goeiemorgen," groette ze hem.