Open
Hoefgetrappel op de stenen was luid te horen, Fletcha was weer vrij. Vrij om te gaan en staan waar zij wilde. Haar hals was nat van het zweet terwijl ze zich helemaal niet had ingespant. Het weer was gewoon te warm voor haar, Fletcha houd veel meer van wat regen en de sneeuw. Niet té koud, en niet teveel ijs natuurlijk, want dat zou haar ook in de weg zitten. Met warm weer werd ze altijd té snel moe, met wat frisser weer zou Fletcha uren kunnen rennen. Met dit warme weer word die lente gehalveerd. Toen Fletcha eindelijk bij een stuk bos aangekomen was had ze eindelijk de kans om even te rusten in de schaduw, even uit de zon. De rustende vogels op de grond vlogen omhoog toen Fletcha een plekje zocht. Het beekje die hier wat breder werd was heerlijk fris, Fletcha dronk door totdat haar dorst gelest was. De vliegen die op Fletcha's kont gingen zitten sloeg ze weg met haar staart en de vliegen op haar hoofd joeg ze weg door met haar hoofd te schudden. Eindelijk had ze even de kans stil te staan, eindelijk lieten de mensen haar een keer met rust. Nou, eigenlijk zag Fletcha ze gewoon als de 2-benige maar noemde ze kortgezegt mensen, zo noemde ze zichzelf namelijk. Het was dood stil, alleen het stromende water en Fletcha ademhaling was te horen. Fletcha was best alleen, maar gelukkig was ze dat gewend, het boeide haar dus eigenlijk niet zoveel. Ze heeft haar hele leven alleen gereist, nou eigenlijk sinds ze ongeveer 1 jaar was. De kudde waar ze toen nog een deel van was werd uit elkaar gedreven door een stelletje 2-benige. Haar moeder en een andere merrie werden gepakt. Fletcha wilde erachteraan, maar haar moeder zei dat ze moest rennen, heel ver weg. Fletcha heeft dagen gerend en is uiteindelijk dus ook terrecht gekomen in HH.
Toen Fletcha's buik gevuld was was het tijd om weer verder te gaan. Ze had geen doel voor ogen, en ze had ook helemaal haast. Ze wilde gewoon verder trekken, ze bleef ook nooit lang op dezelfde plek. Fletcha kende nu ook inmiddels veel plekken, maar natuurlijk niet allemaal. De blaadjes kraakte bij elke stap die Fletcha erin zette. Natuurlijk lagen er maar weinig bladeren, het was tenslotte zomer en geen hersft. Fletcha brieste en bij nog een stuk met schaduw sprong ze aan in een galopje. Niet zo lang, maar heel even. Ze wilde zichzelf namelijk niet uitputten met dit weer. Toen de warme zon Fletcha's pikzwarte vacht weer verwarmde ging ze weer stappen en liep zo verder. Haar oren schoven naar voren toen ze bladeren in de bosjes hoorde kraken. Er was daar iets.
Hoefgetrappel op de stenen was luid te horen, Fletcha was weer vrij. Vrij om te gaan en staan waar zij wilde. Haar hals was nat van het zweet terwijl ze zich helemaal niet had ingespant. Het weer was gewoon te warm voor haar, Fletcha houd veel meer van wat regen en de sneeuw. Niet té koud, en niet teveel ijs natuurlijk, want dat zou haar ook in de weg zitten. Met warm weer werd ze altijd té snel moe, met wat frisser weer zou Fletcha uren kunnen rennen. Met dit warme weer word die lente gehalveerd. Toen Fletcha eindelijk bij een stuk bos aangekomen was had ze eindelijk de kans om even te rusten in de schaduw, even uit de zon. De rustende vogels op de grond vlogen omhoog toen Fletcha een plekje zocht. Het beekje die hier wat breder werd was heerlijk fris, Fletcha dronk door totdat haar dorst gelest was. De vliegen die op Fletcha's kont gingen zitten sloeg ze weg met haar staart en de vliegen op haar hoofd joeg ze weg door met haar hoofd te schudden. Eindelijk had ze even de kans stil te staan, eindelijk lieten de mensen haar een keer met rust. Nou, eigenlijk zag Fletcha ze gewoon als de 2-benige maar noemde ze kortgezegt mensen, zo noemde ze zichzelf namelijk. Het was dood stil, alleen het stromende water en Fletcha ademhaling was te horen. Fletcha was best alleen, maar gelukkig was ze dat gewend, het boeide haar dus eigenlijk niet zoveel. Ze heeft haar hele leven alleen gereist, nou eigenlijk sinds ze ongeveer 1 jaar was. De kudde waar ze toen nog een deel van was werd uit elkaar gedreven door een stelletje 2-benige. Haar moeder en een andere merrie werden gepakt. Fletcha wilde erachteraan, maar haar moeder zei dat ze moest rennen, heel ver weg. Fletcha heeft dagen gerend en is uiteindelijk dus ook terrecht gekomen in HH.
Toen Fletcha's buik gevuld was was het tijd om weer verder te gaan. Ze had geen doel voor ogen, en ze had ook helemaal haast. Ze wilde gewoon verder trekken, ze bleef ook nooit lang op dezelfde plek. Fletcha kende nu ook inmiddels veel plekken, maar natuurlijk niet allemaal. De blaadjes kraakte bij elke stap die Fletcha erin zette. Natuurlijk lagen er maar weinig bladeren, het was tenslotte zomer en geen hersft. Fletcha brieste en bij nog een stuk met schaduw sprong ze aan in een galopje. Niet zo lang, maar heel even. Ze wilde zichzelf namelijk niet uitputten met dit weer. Toen de warme zon Fletcha's pikzwarte vacht weer verwarmde ging ze weer stappen en liep zo verder. Haar oren schoven naar voren toen ze bladeren in de bosjes hoorde kraken. Er was daar iets.