Seth beet op zijn lip. Waar was hij in vredesnaam? Hij was dik een halfuur geleden de woonwijken ingefietst, op zoek naar een klein, particulier winkeltje dat hier ergens zou zitten, maar was er al snel achter gekomen dat alles hier vreselijk op elkaar leek.
Hij had voor zijn gevoel alle straten al gehad, en nog had hij geen enkel herkenningspunt gevonden of iets wat op een winkeltje leek. Waarom was hij ook zo stom geweest geen kaart mee te nemen?
Hij wist het antwoord wel; het feit dat hij bij de mensen zou moeten aanbellen en een heel gesprek met ze zou moeten voeren had hem enigszins nerveus gemaakt, waardoor hij dingen over het hoofd was gaan zien.
Nu liep hij, met zijn fiets aan de hand, om zich wat beter te kunnen oriënteren. Hij was net ookal in deze straat geweest, dacht hij, maar hij wist dat met alle vrijwel identieke huizen hij zich daarin ook makkelijk kon vergissen. Zelfs de straatnamen leken hier op elkaar.
Hij was nooit echt goed geweest in dit soort dingen, maar zo erg verdwaald in een woonwijk als nu was hij nog nooit geweest; de architecten hier dachten vermoedelijk dat het leuk was om elk huis hetzelfde te ontwerpen.
Seth wilde net moedeloos op een bankje gaan zitten om zich te herpakken, toen hij een meisje zag lopen. Hij moest wel directies gaan vragen, wist hij, wilde hij hier ooit uitkomen. Hij slikte. Mensenschuw als hij in de loop der jaren was geworden was zoiets vrij lastig voor hem.
Aarzelend liep hij op haar af, meer naar het asfalt starend dan naar haar.
Toen hij vlakbij was moest hij haar wel aankijken. Hij glimlachte aarzelend.
"Eh, hai, mag ik.. zou ik iets mogen vragen?" vroeg hij, enigszins onhandig. Sociaal perfect gedrag vertonen was nooit iets waar hij erg goed in was geweest bij het begin van een gsprek.
Goed, als iemand vriendelijk tegen hem was was het snel genoeg over en kon hij erg gezellig zijn, maar tot die tijd vond hij het erg moeilijk om wat uit zijn schulp te kruipen.
Het kwam voornamelijk door zijn jeugd; hij had nooit goed kunnen aarden in de achterbuurt waar hij woonde en dat hadden de andere jongens gemerkt.
Echt ernstig waren de problemen daar nooit geworden; het was niet alsof ze Seth het ziekenhuis in hadden geslagen of zo. Nee, het was meer de continue dreiging die van de anderen uit was gegaan, de eeuwige onzekerheid, het feit dat hij geen enkele aansluiting bij ze had en dat soort dingen. Nee, geweld was niet vaak tegen hem gebruikt; iedereen wist toch wel dat je je niet zo erg hoefde in te spannen als je iets van Seth wilde. Hij liet zich voor een jongen toch makkelijk zat intimideren.
Hij had voor zijn gevoel alle straten al gehad, en nog had hij geen enkel herkenningspunt gevonden of iets wat op een winkeltje leek. Waarom was hij ook zo stom geweest geen kaart mee te nemen?
Hij wist het antwoord wel; het feit dat hij bij de mensen zou moeten aanbellen en een heel gesprek met ze zou moeten voeren had hem enigszins nerveus gemaakt, waardoor hij dingen over het hoofd was gaan zien.
Nu liep hij, met zijn fiets aan de hand, om zich wat beter te kunnen oriënteren. Hij was net ookal in deze straat geweest, dacht hij, maar hij wist dat met alle vrijwel identieke huizen hij zich daarin ook makkelijk kon vergissen. Zelfs de straatnamen leken hier op elkaar.
Hij was nooit echt goed geweest in dit soort dingen, maar zo erg verdwaald in een woonwijk als nu was hij nog nooit geweest; de architecten hier dachten vermoedelijk dat het leuk was om elk huis hetzelfde te ontwerpen.
Seth wilde net moedeloos op een bankje gaan zitten om zich te herpakken, toen hij een meisje zag lopen. Hij moest wel directies gaan vragen, wist hij, wilde hij hier ooit uitkomen. Hij slikte. Mensenschuw als hij in de loop der jaren was geworden was zoiets vrij lastig voor hem.
Aarzelend liep hij op haar af, meer naar het asfalt starend dan naar haar.
Toen hij vlakbij was moest hij haar wel aankijken. Hij glimlachte aarzelend.
"Eh, hai, mag ik.. zou ik iets mogen vragen?" vroeg hij, enigszins onhandig. Sociaal perfect gedrag vertonen was nooit iets waar hij erg goed in was geweest bij het begin van een gsprek.
Goed, als iemand vriendelijk tegen hem was was het snel genoeg over en kon hij erg gezellig zijn, maar tot die tijd vond hij het erg moeilijk om wat uit zijn schulp te kruipen.
Het kwam voornamelijk door zijn jeugd; hij had nooit goed kunnen aarden in de achterbuurt waar hij woonde en dat hadden de andere jongens gemerkt.
Echt ernstig waren de problemen daar nooit geworden; het was niet alsof ze Seth het ziekenhuis in hadden geslagen of zo. Nee, het was meer de continue dreiging die van de anderen uit was gegaan, de eeuwige onzekerheid, het feit dat hij geen enkele aansluiting bij ze had en dat soort dingen. Nee, geweld was niet vaak tegen hem gebruikt; iedereen wist toch wel dat je je niet zo erg hoefde in te spannen als je iets van Seth wilde. Hij liet zich voor een jongen toch makkelijk zat intimideren.