Zodra er gerammel klonk aan de trailer spande de grote merrie direct haar spieren aan en legde haar oren zo plat als het maar kon. Als ze nog genoeg energie over gehad zou hebben, kwam er ook nog wel een trap achteraan, maar haar paniekerige gedrag en het gebeuk tegen de trailer wat zo ongeveer de hele rit had geduurd, was uitputtend geweest voor haar. Het was dan ook een lange rit geweest, langer dan de rit naar haar vorige huis. Ze was blij dat ze daar weg was en onder al die haat kwam er een heel klein sprankeltje hoop op. Misschien zou dit mens haar gewoon in de wei zetten en haar verder met rust laten. Ze wilde niet langer bereden worden, nou ja, hoe je het 'rijden' op haar ook moest noemen. Er was niks meer met haar te beginnen volgens alle mensen die op de paardenmarkt langs waren gekomen. Ze was te vals, te schrikkerig, ze kon beter afgemaakt worden. Ze was kwaad geworden om die woorden. Konden die vervloekte mensen niet accepteren dat ze gewoon vrij wilde zijn? Als ze haar gewoon in een enorme wei zouden zetten, zou ze niks meer doen. Zolang ze haar met rust lieten, zou ze gewoon rustig zijn. Het was niet háár schuld, ook al had haar ex-eigenaar dat zo vaak tegen haar geschreeuwd. Het was de schuld van die sukkels die daar buiten heel blij stonden te wachten op dat prachtige paard dat zich vast en zeker wel in een stal liet zetten. No way! Niet zolang ze nog in leven was!
Ze was niet haar hele leven zo geweest. Vroeger was ze vriendelijk en kon iedereen op haar rijden. Maar de laatste jaren waren een hel geweest. Ook was ze niet vals, ze was gewoon doodsbang, bang dat het weer opnieuw zou gebeuren. En dát maakte haar vals.
Ze bokte laag toen de klep op de grond viel en maakte een hapbeweging. Veel bereikte ze er niet mee, behalve wat angstig gemompel buiten. Haar halster zat stevig vastgesnoerd, ze had er niks tegen kunnen doen. Dus kon ze nu niks anders doen dan haar hoofd een paar graden draaien, happen en dan weer voor zich kijken omdat het zo'n ongemakkelijke houding was, als je de hele tijd opzij keek. Maar haar oren deden het nog prima en ze hapte nog een keer opzij toen er iemand naar binnen liep.
& Mandi. ;D
Ze was niet haar hele leven zo geweest. Vroeger was ze vriendelijk en kon iedereen op haar rijden. Maar de laatste jaren waren een hel geweest. Ook was ze niet vals, ze was gewoon doodsbang, bang dat het weer opnieuw zou gebeuren. En dát maakte haar vals.
Ze bokte laag toen de klep op de grond viel en maakte een hapbeweging. Veel bereikte ze er niet mee, behalve wat angstig gemompel buiten. Haar halster zat stevig vastgesnoerd, ze had er niks tegen kunnen doen. Dus kon ze nu niks anders doen dan haar hoofd een paar graden draaien, happen en dan weer voor zich kijken omdat het zo'n ongemakkelijke houding was, als je de hele tijd opzij keek. Maar haar oren deden het nog prima en ze hapte nog een keer opzij toen er iemand naar binnen liep.
& Mandi. ;D