"Wegwezen!" Beet ze de hengst toe. Hij snoof en keek haar kil aan. "Ga!" Hij ging er van door. Eindelijk! Dacht Storm en ging er van door. Ze genoot van de stilte en de golven die zich in het water luidde. Je kon het niet echt golven noemde, ze gingen gewoon op en neer. Ze keek naar het water en zuchtte diep. Ze zag Jumper in het water, maar hij was er niet in het echt. Ze sloot haar ogen en hoopte dat als ze ze nu terug open zou doen dat hij er dan wel zou zijn, maar haar droom kwam niet uit. Ze zuchtte diep en liet haar hoofd hangen. Ze hoorde het water plonzen en nieuwsgierig hief ze haar hoofd op. Er stond een merrie een spier witte, te drinken van het water. "Sorry, stoor ik?" Vroeg ze aardig. Haar mond was helemaal droog, dus schudde ze haar hoofd, ze wilde niet praten, en ze was te depressief om te vechten. "Is er iets?" Storm slikte haar woede weg. "Nee!" Zei ze kil. Maar de merrie bleek de kilheid niet merken. "Echt niet?" Storm zuchtte geërgerd. "Je zou het toch niet begrijpen." Langzaam knikte de merrie, ze had dus wel respect voor haar. "Nou goed, hoor." Voor ze het wist was de merrie uit haar ogen verdwenen. Storm hief haar hoofd op. De woede werd haar te veel, ze kon zo niet verder. Als ze Jumper niet had, had ze niemand. En als ze Jumper niet had, dan was ze kwaad. Ze ging nu verder door het leven als een slecht paard, en daar kon niemand iets aan veranderen, het was nu al meer dan drie maanden geleden dat ze nog eens had geglimlacht of ontspannen was geweest, alles was weg. Ze was enkel nog een negatief, depressief beest dat rondzwerfde in HH. Ze had er al aan gedacht om zelfmoord te plegen, maar ze had geen idee hoe ze dat zou moeten doen. Ze had al eens bij de kliffen af willen springen, maar ze was nog van gedachten veranderd. Ze keek om en rende naar het toppunt van de klif. De wind was hier veel sterker en haar manen konden nu lekker vliegen in de wind, ze hoopt enkel dat haar gedachten aan Jumper ook meevlogen.
[Urise?]
[Urise?]