-Damian-
Indigo liep en liep en liep. Ze had weer eens een van die dagen dat ze geen doel voor ogen had, gewoon wat ronddwaalde en eigenlijk niks deed. Maar daar kon zij ook niet veel aan doen, er waren gewoon vrij weinig paarden in HH waardoor ze niet heel erg veel kon praten. Het enige andere wilde paard dat ze echt kende was Urise, maar om nou 24/7 steeds bij dezelfde te zijn, nee. Ze wilde zelf ook graag wat momenten voor zichzelf, en ze wist van Urise dat hij ook liever soms alleen was dan dat Indigo hem de hele tijd verveelde. Ach, het was eigenlijk niet eens een ramp, alleen ze vond het wel jammer dat er zo weinig wilde paarden waren. Vroeger za je steeds overal wel een aantal paarden lopen, nu nog maar zelden. Meestal waren dat paarden die door HH trokken om ergens anders heen te gaan, dus het contact zoeken had ze eigenlijk ook al opgegeven. Als ze hier zouden blijven moesten ze maar naar Indigo toe gaan. Ze had geen zin om vrienden te maken als ze de volgende dag toch weer weg zouden gaan. Ze was zo in gedachten verzonken dat ze niet eens door had dat ze zo ongeveer recht in een modderplas liep. Ze kon gelukkig nog net op tijd op de rem trappen. “He getsiebah” Zei ze terwijl ze met een vies gezicht omlaag keek. Ze was nu nog wit. Mar ze had geen zin om de hele weg terug te lopen, dan had ze voor niks zo zitten ronddwalen. Nu deed ze dat sowieso toch voor niks. Maar ze had wel het idee dat ze straks bruin was in plaats van wit. Voorzichtig zette ze een voet in het water en probeerde niet aan hetgene te denken waar ze nu in stond. Ze vond het gewoon vies. Het was wel een voordeel dat er in modder geen vissen zwommen. Haar actie van een paar dagen geleden bij de watervallen zou ze niet zo snel vergeten. Ze ging toen het water in en schrok van de vissen die langs haar benen zwommen, en het erge was dat Urise dat dus had gezien. Ach, het boeide haar ook niet zoveel. Ze hoorde geritsel uit de bosjes komen waardoor haar hoofd naar de goede richting schoot. Door die felle beweging gleed ze bijna uit. Gelukkig kon ze zich nog net staande houden, anders zou ze er straks uitzien als het verschrikkelijke moddermonster. Er kwam een gedaante uit de bosjes, en je wilt het niet geloven, maar toen stond ze oog in oog met een paard, dat ze niet kende en hier ook nog nooit had gezien. En menig paard dat op een soort doorreis was kwam niet langs een afgelegen plek als dit.
Indigo liep en liep en liep. Ze had weer eens een van die dagen dat ze geen doel voor ogen had, gewoon wat ronddwaalde en eigenlijk niks deed. Maar daar kon zij ook niet veel aan doen, er waren gewoon vrij weinig paarden in HH waardoor ze niet heel erg veel kon praten. Het enige andere wilde paard dat ze echt kende was Urise, maar om nou 24/7 steeds bij dezelfde te zijn, nee. Ze wilde zelf ook graag wat momenten voor zichzelf, en ze wist van Urise dat hij ook liever soms alleen was dan dat Indigo hem de hele tijd verveelde. Ach, het was eigenlijk niet eens een ramp, alleen ze vond het wel jammer dat er zo weinig wilde paarden waren. Vroeger za je steeds overal wel een aantal paarden lopen, nu nog maar zelden. Meestal waren dat paarden die door HH trokken om ergens anders heen te gaan, dus het contact zoeken had ze eigenlijk ook al opgegeven. Als ze hier zouden blijven moesten ze maar naar Indigo toe gaan. Ze had geen zin om vrienden te maken als ze de volgende dag toch weer weg zouden gaan. Ze was zo in gedachten verzonken dat ze niet eens door had dat ze zo ongeveer recht in een modderplas liep. Ze kon gelukkig nog net op tijd op de rem trappen. “He getsiebah” Zei ze terwijl ze met een vies gezicht omlaag keek. Ze was nu nog wit. Mar ze had geen zin om de hele weg terug te lopen, dan had ze voor niks zo zitten ronddwalen. Nu deed ze dat sowieso toch voor niks. Maar ze had wel het idee dat ze straks bruin was in plaats van wit. Voorzichtig zette ze een voet in het water en probeerde niet aan hetgene te denken waar ze nu in stond. Ze vond het gewoon vies. Het was wel een voordeel dat er in modder geen vissen zwommen. Haar actie van een paar dagen geleden bij de watervallen zou ze niet zo snel vergeten. Ze ging toen het water in en schrok van de vissen die langs haar benen zwommen, en het erge was dat Urise dat dus had gezien. Ach, het boeide haar ook niet zoveel. Ze hoorde geritsel uit de bosjes komen waardoor haar hoofd naar de goede richting schoot. Door die felle beweging gleed ze bijna uit. Gelukkig kon ze zich nog net staande houden, anders zou ze er straks uitzien als het verschrikkelijke moddermonster. Er kwam een gedaante uit de bosjes, en je wilt het niet geloven, maar toen stond ze oog in oog met een paard, dat ze niet kende en hier ook nog nooit had gezien. En menig paard dat op een soort doorreis was kwam niet langs een afgelegen plek als dit.