Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Life is a struggle ever since I was a young girl.

3 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Tanith

Tanith
ʘ‿ʘ

Ze hijgde, af en toe ontweek ze een grote tak en met wat pech schraapte enkele kleine takjes aan haar wangen. Ze had spijt dat ze haar blauwe fluwelen pak aan had gedaan, spijt dat ze haar bruine leren wingtips aan had gedaan. Dan ook nog haar witte blouse... Zacht vloekte ze terwijl haar voeten snel over het mos en de stronken werden getild. Ze had een keer gedacht dat het slim was om achter zich te schieten zoals ze in films deden. Dat was het niet, ze was daardoor bijna gevallen en vervolgens ook nog haast tegen een boom aan geknald. Films waren de grootste leugenaars als het ging over achtervolgingen.
Het leek alsof er een mes haar arm opensneed, zoveel pijn deed het. Een kreun kwam dan ook over haar lippen, het deed zoveel pijn dat schreeuwen haar niet lukte. Ze klemde haar kaken op elkaar, maar het kreunen kon ze niet stoppen. Met een hand pakte ze haar bovenarm vast, hoe durfde ze haar pak kapot te maken? Ze duwde zichzelf tegen een boom en kreunend keek ze naar de wond, het was een lelijke schotwond. Maar er was een in en uitgang en dat was in ieder geval positief. Ze pakte haar geweer, schoot enkele keren om ze op afstand te houden, ze hoorde iemand schreeuwen en dat was haar signaal om verder te rennen. Een huis, het was misschien niet slim, maar er zullen meer plekken zijn om zichzelf achter te verschuilen. Haar blouse zoog het bloed gulzig in zich op en dat was in dit geval positief, het zorgde voor minimale bloeddruppels en omdat het iets schemerde, waren deze niet te zien op de stenen toen ze naar binnen sprintte. Tanith sloop richting een deur om daar op de grond te zitten. Het bloedde wilde niet stoppen, moest ze deze serieus gaan hechten? Natuurlijk had ze standaard een setje bij om andere of zichzelf te hechten, echter had ze dit nog niet gedaan. Voor nu bleef ze echter muisstil zitten, ze hoorde stemmen, vage woorden die doorkwamen. Ze vroeg zich af hoe het kwam dat zij altijd in de problemen kwam. Een van hen moest geld teruggeven, maar blijkbaar had hij daar genoeg van. Een schampere glimlach, hadden ze het in eerste instantie niet moeten lenen. Echter veranderde haar blik, werd serieuzer. Nu kwamen ze er sowieso niet mee weg. Ze ging hen een voor een neerknallen wanneer ze dachten veilig te zijn. Misschien moest ze maar beginnen met zijn vriendin of zijn moeder...
Toen het even stil was en ze langs het huis af waren gegaan, trok ze haar colbert en blouse uit. Nu zat ze enkel in een hemd, de kou likte aan haar lichaam. Een rilling liep over haar rug terwijl ze de wond op haar arm bekeek. Ze had al aan haar colbert gezien dat de kogel er doorheen was gegaan, nu was het enkel beter te zien. Er kwam nog steeds veel bloed uit. Natuurlijk moest daar iets aan gedaan worden. Ze graaide in haar binnenzak; Condooms, een mini pistooltje, verband en toen had ze het pakketje eindelijk. Het klittenband zorgde ervoor dat ze het makkelijk open kon krijgen en ze werd begroet door een naald, waar de draad al doorheen zat en de alcohol. Uit haar andere zak haalde ze een zakfles met wodka en zette deze op haar lippen. Ze moest kalm blijven, want dit ging het deel worden wat het meeste pijn ging doen, een pijn waar ze nooit aan kon wennen. Het kleine fles pakte ze tussen haar vingers.
Hoewel er waarschijnlijk al het vuil uit was, kon het nooit verkeerd om het alsnog hiermee schoon te maken. Ze hield het flesje boven de wond en liet enkele druppels achter elkaar op de wond druppen. Een gedempte gil kwam tussen haar lippen, ze liet het flesje vallen en sloeg vervolgens tegen de muur aan. Tranen kwamen in haar ogen door de pijnlijke prikkels van het spul. Ze pakte haar blouse om de mouw tussen haar tanden te houden. Met een zucht pakte ze de naald, ze telde in haar hoofd af, terwijl ze de naald tegen haar huid aan hield. Ze hield haar adem in terwijl ze met geklemde kaken de naald erdoor duwde. Pijnkreten werden gedempt terwijl ze de draad erdoorheen haalde. Een rilling, ze kon niet aan dat gevoel wennen, de draad die langs haar huid 'kriebelde' als het niet zoveel pijn had gedaan, was het vast grappig geweest. Ze was blij dat het maar een 'kleine' wond was. Al waren het er helaas twee. Nog drie keer vervolgde ze deze procedure en was de huid tegen elkaar getrokken. Ze veegde ruw de tranen weg die waren ontstaan door het hechten. Ze huilde niet omdat ze verdrietig was of omdat ze het niet aan kon, dat kwam door haar lichaam die niet naar haar wilde luisteren.
De tweede wond, hier kon ze zelf veel lastiger bij, toch moest ze het proberen. Een geluid deed haar opkijken. Haastig deed ze haar blouse en colbert aan. Terwijl ze wat onhandig haar blouse dichtknoopte en alles los in haar jaszak gooide. Ze opende de deur, een hand had ze op haar pistool liggen.
"Wie is daar?" Vroeg ze met duidelijke stem. Alsof ze niet een klein beetje angstig was voor wie er binnen was. Wat als de gasten toch naar haar kwamen zoeken in dit huis? Maar ze hield haar hoofd geheven en haar houding recht terwijl ze de duisternis in staarde.

Tanith

Tanith
ʘ‿ʘ

Een tweede figuur scheen met een zaklamp haar richting in, dit zorgde ervoor dat ze haar hand strakker om haar pistool klemde. Door het licht was het lastig te zien wie of wat het was die de zaklamp vast had. Ze kneep haar ogen samen tegen het licht en toen kwam er een vrouwelijke 'hi' uit de ander. Daarna kreeg ze te horen dat de dame 'gewoon' door Rowley aan het lopen was, 'niets spectaculairs'. Tanith fronste, volgens haar had ze niet om een verklaring gevraagd? Waarom had zij het idee dat Tanith dit wilde weten? Dit huis had dus blijkbaar ook een naam. Een zucht, terwijl ze naar haar arm keek, het donkerblauwe pak was op haar arm iets verkleurd, maar het was in de schemering niet al te zichtbaar. Toen gaf ze aan gegil te hebben gehoord en een kleine glimlach kwam op haar lippen.
Tanith was blij dat ze altijd waterproof make-up op had. De eerste keer dat ze tijdens een vluchtpoging in water was gesprongen, had haar make-up overal gezeten. Daarna had ze snel alles omgewisseld voor waterproof. Aan de make-up was dan ook niet te zien dat er tranen over haar wangen waren gelopen. Dat haar ogen iets rood waren en wat wateriger dan normaal, viel niet op als je haar niet vaker had gezien.
"Ziet het eruit alsof het niet gaat?" Vroeg ze dan ook rustig en met diezelfde glimlach. Niks aan haar houding gaf blijk aan de pijn in haar arm, aan het bloed wat aan haar witte blouse likte en haar arm in een irritante vochtige staat liet verkeren. Ze was blij te weten dat het de gasten van net niet waren en haar houding was dan ook ontspannen te noemen. Ze zag geen dreiging in deze vrouw en ze haalde haar hand dan ook van het geweer af. Ze voelde niet de drang om te vertellen dat ze hier 'een simpele wandeling' aan het maken was of in haar geval; 'een schotwond aan het hechten.' Daarbij twijfelde ze eraan of de dame die tegenover haar stond het gat in haar mouw had gezien. Het was niet al te licht en het gat was ook niet zo groot dat het erg opviel. Sowieso verwachtte ze niet dat de dame meteen op zoek ging naar kogelgaten. Dus op dit moment had Tanith in haar gedachte niks te vrezen.
"Wil de wandeling lukken?" Niet dat het haar erg interesseerde, maar het was voor haar belangrijker om een saai gesprek aan te gaan, ze wilde niet dat de vrouw haar een hele lijst vragen toegooide namelijk.

Tanith

Tanith
ʘ‿ʘ

Zoals eerder, er kwam meer uit haar mond als Tanith had verwacht. Op haar eerste vraag, kreeg ze een waterval aan woorden. Over dat ze een psychisch wrak was en zij vertoonde alle kenmerken van iemand die stoer deed en van binnen kapot was? Een vragende blik kwam dan ook op het gezicht van Tanith, terwijl ze naar de vrouw keek. Deze voor haar nog steeds in schaduw gehuld was. Tanith was ontspannen geweest, had niet het gevoel over te komen als 'onuitstaanbaar'? Haar glimlach was zelfs vrij eerlijk geweest omdat ze het fijn vond dat haar make-up er waarschijnlijk nog goed op zat en het er dus uit ging zien alsof er niks aan de hand was. Waarschijnlijk. Maar blijkbaar zag deze dame dat wel op die manier. Apart, ze wist dat haar rustige houding sommige mensen op hun zenuwen kon werken, maar dat het dit met iemand deed, dat had ze nog nooit meegemaakt. Ze had het als een serieuze vraag bedoelt, zag het eruit alsof het niet ging... Misschien een vraag die wat kortaf was en niet helemaal handig gespeeld, maar zo kon ze er achter komen of de dame zag dat er iets aan de hand was en of ze misschien kogelschoten had gehoord. Maar ook of de verkleuring in haar colbert en het kogelgat opviel. Dat was haar eerste idee geweest, maar de dame reageerde er totaal gewetenloos op en leek de dame in kwestie genoeg woorden te kennen om iemand met een zwakker gestel de grond in te boren. Daar had Tanith gedacht dat deze conversatie niet al te veel moeilijkheden op ging leveren. Een foute gedachte, zo bleek achteraf. Opnieuw bracht de tweede vraag een hoop woorden met zich mee, emotionele chantage? Ze loog? Hoe kon ze met twee vragen liegen en iemand emotioneel chanteren. Ze was niet vies van emotionele chantage of liegen; maar dat was niet wat ze in deze twee vragen had gedaan. Ze had verwacht dat deze vrouw normaal zou zijn, maar ze had blijkbaar ongelijk gehad. Deze vrouw was niet voor rede vatbaar, deze had in de korte periode dat ze spraken, zoveel woorden vies gemaakt aan wat er met haar mis was, dat Tanith bijna dacht dat deze dame uit een instelling kwam waar je al deze termen naar je hoofd toegegooid kreeg. Was wat Tanith te horen kreeg, een reflectie op de dame zelf?
Tanith voelde hoe de vochtigheid langzaam haar pols had bereikt en hoe druppeltjes zich vormde om de manchet van haar blouse. Dat zorgde er dan ook voor dat ze naar haar pols keek en niet zag dat de dame dichterbij kwam en tegen haar aan stootte. Een kreun toen haar bovenarm de deurpost raakte waar ze in stond. Waar was dat goed voor? Ze was in een kamer gesprongen die, zover Tanith wist, niet naar de uitgang leidde. Maar blijkbaar had ze het mis, want de vrouw opende een andere deur om weg te gaan. De wond op haar arm voelde door de nieuwe druk die erop was gekomen, niet meer zeurend aan zoals ze dat had ervaren. Maar het leek erop dat er weer iemand met een mes in zat te steken. Uit automatisme pakte ze haar revolver uit de rand van haar broek. Ze haalde de hamer naar achteren met haar duim terwijl ze het geweer langs zich had hangen. De volgende stap was het oprichten en schieten. Ze sloot haar ogen, schieten loste niet alles op. Wel veel, maar niet alles. Ze stopte haar pistool terug, de dame had misschien de klik gehoord, al twijfelde Tanith daaraan. Haar voetstappen galmde namelijk nog steeds door het huis.
Nu voelde ze hoe een druppel bloed haar vinger verliet om op de grond te vallen en ze liep langzaam richting een plek die minder in de kijk zat van de uitgang. Ze had de plattegrond van deze plek blijkbaar anders ingeschat. Boven aan de trap nam ze plaats, zo kon ze zien of er mensen kwamen en was zij niet meteen iemand die gevonden werd. Hoopte ze. Opnieuw vervolgde ze het ritueel, ze deed haar colbert en blouse uit, om nu met wat meer onhandigheid de andere wond te dichten. Ze duwde zichzelf tegen de metalen leuning aan, zodat ze niet teveel kon bewegen terwijl ze het weer ontsmette en wilde gaan hechten met de blouse tussen haar kaken geklemd. Zodat haar pijnlijke kreten zo gedempt mogelijk waren.

Sheilo

Sheilo

Sheilo had half dagdromend door het bos gelopen. Het enige waar zij zich bewust van leek te zijn, was waar haar voeten te moeten plaatsen om niet te struikelen. In haar hoofd was Sheilo ver weg van alles en iedereen. Vooral weg van haar ouders. Reizend over de wereld, zoals Rémi en het liefst dan vrienden maken in verre oorden. Maar daar had ze het lef niet voor.
Het dagdromen werd verstoord doordat Sheilo haar ogen iets buiten het normale om registeren. Wat versuft bleef ze staan kijken naar wat ze nou eigenlijk precies zag. Tot haar schrik bleek het de huls van een kogel te zijn.
Er was hier geschoten? Was het dan gevaarlijk in deze bossen? Was het misschien van een jacht? Sheilo zakte op haar hurken en raapte de koperen huls voorzichtig op. Het was haar altijd verteld dat je zoiets beter niet kon doen, maar met de schemering was het nodig om dingen van dichtbij te gaan bekijken.
Na de huls te hebben bekeken, kwam Sheilo tot de conclusie dat het niet van een jachtgeweer kon zijn. Ze had misschien niet veel verstand van wapens, maar ze snapte nog net weer wel dat dit kaliber duidelijk te klein was om mee te kunnen jagen. Betekende dit dan dat er iets ergers aan de hand was? Was er een persoon beschoten? Dat was mogelijk. Maar wat moest ze doen?
Het liefst draaide Sheilo zich honderdtachtig graden om en rende ze hard de bossen uit. Echter hield een klein stemmetje in haar achterhoofd haar tegen. Wat als iemand nu hulp nodig had?
Twijfelend beet Sheilo op haar lip. Ze was absoluut geen held, maar het lag niet in haar aard om iemand de rug toe te keren. Tenminste, niet zonder zekerheden. Ze zou eerst verder zoeken of er iemand gewond in het bos lag. Als ze dan niemand vond, dan zou ze nog altijd weg kunnen gaan.
Onzeker van haar beslissing liep Sheilo behoedzaam verder. Ondanks haar voorzichtige hoedanigheid, of misschien wel juist daardoor, struikelde Sheilo over een boomwortel. Nog net wist ze zich aan een boom vast te klampen om te voorkomen dat ze met haar gezicht tegen de vlakte zou slaan.
Ze slaakte een zucht van opluchting, terwijl ze zichzelf iets meer rechtop duwde. Op dat moment viel haar oog op een oneffenheid in de stam van de boom. Het leek op een vreemd gaatje. Was het van een insect? Of was een specht begonnen met tikken, maar had hij het halverwege opgegeven?
Bedachtzaam tastte Sheilo om het gat. Het voelde vreemd. Alsof iets met grootte kracht de bast naar binnen had vervormd. Absoluut niet natuurlijk. Maar wat... Langzaam viel het kwartje. Dit was een kogelinslag!
Dan was Sheilo in ieder geval nog op het juiste spoor. Vooralsnog had ze echter niemand gezien en dat luchtte haar best wel op. Toch mocht ze van haarzelf niet al omdraaien en weglopen. Want nu ze weer opkeek, zag ze een eind verder op een oud gebouw staan.
Ondanks dat het al steeds donkerder werd, liep Sheilo vastbesloten -doch angstig- naar het gebouw toe. Het leek op een groot landhuis, maar er brandde geen licht. Niemand thuis dus. Al zag het er ook niet uit alsof het nog bewoond werd.
Nog altijd op haar hoede liep Sheilo naar de voordeur toe. Ze wilde net proberen deze open was, toen er vervormde geluiden klonken. Geschrokken liet ze de klink los en deinsde iets naar achteren.
Wat was dat?! Het had niet echt menselijk geklonken. Misschien moest ze toch maar niet naar binnen toe... Daar klonk het geluid weer. Twijfelend beet Sheilo op haar onderlip. Wat nu? Er hing een griezelige sfeer, maar wat als het een persoon was die hulp nodig had? Al wist ze niet wat voor persoon zo kon klinken...
Sheilo haalde een keer diep adem, al veranderde dat niks aan het gevoel dat iets naar haar keel greep, en probeerde de deur te openen. Deze zwaaide zonder problemen open en nu keek Sheilo een donkere hal in.
Voorzichtig zette ze een voet over de drempel.
'H-hallo?', vroeg ze met een beknepen stem. 'I-is daar iemand?', wist ze iets duidelijk uit te brengen.

Dominic Sinaga

Dominic Sinaga
(ง'̀-'́)ง

Schoten droegen ver. Erg ver. Dominic's eerste gedachte was dat hier vermoedelijk gejaagd werd. Hij dacht er verder niet over na en bleef lopen, handen in de zakken van zijn jeans. Als je uit een grote stad kwam was je wel het een en ander gewend.
Hij had al een aanzienlijk eind gelopen, veelal over smalle, overwoekerde bospaadjes, en was zijn gevoel van tijd en oriëntatie dan ook een beetje kwijt.
Het gaf niet. Hij was hier om te kalmeren. Zijn knokkels waren rood en rauw, maar daarbuiten was aan niets te zien dat hij zijn frustratie af had gereageerd op een muur, nadat iemand hem over de telefoon beledigd had. Goed beledigd. En Dominic kende zichzelf; het kon wel even duren voor hij die boosheid weer kwijt was, en dat was waarom hij hier de omgeving was gaan verkennen.
Maar na een tijdje doorlopen - hij was de schoten inmiddels eigenlijk alweer vergeten - zag hij een kasteel opdoemen tussen de bomen door. Hij fronste, maar zijn nieuwsgierigheid won het. Dit was niet iets wat hij hier verwachtte.
Met dat hij dichterbij kwam zag hij dat er iemand in de deuropening stond en zijn wenkbrauwen gingen omhoog. Zo ver in het woud had hij bepaald geen gezelschap verwacht. Maar hij was inmiddels wel weer aardig afgekoeld, dus het zette hem niet al teveel op scherp. En als dit kasteel enige bekendheid had hier trok het waarschijnlijk ook wel het nodige volk.
"Hey!" riep hij zonder aarzelen. "Jij daar!"
Hij liep naar het blonde meisje toe en nam haar schattend op. Nope, dit was geen jager. Hij had inmiddels ook geen schoten meer gehoord.
"Wat is dit voor plek?" vroeg hij, nu de voorgevel van het imposante gebouw observerend, waarna hij weer zijdelings naar het meisje keek. Als hij haar zo in kon schatten leek ze hem meer van het timide soort.

Sheilo

Sheilo

Sheilo verwachtte een reactie van iemand van binnen, in plaats daarvan werd er achter haar geroepen: 'Hey! Jij daar!'
Het was duidelijk dat Sheilo daarvan schrok. Ze verstijfde eerst compleet, voordat ze met een bonzend hart omkeek. Een jongeman met zwart haar kwam haar kant op gelopen. O god... wat als hij de persoon was die had geschoten?! Dan was ze zeker de pineut nu! Mensen die schoten hadden niet graag getuigen of pottenkijkers, hoewel ze nog niets had gezien.
De jongeman leek haar in zich op te nemen en Sheilo wist zich geen houding te geven. Ze bleef hem met grote ogen aankijken, terwijl ze zich schrap zette voor een uitbrander.
Een uitbrander kwam er niet. In plaats daarvan kwam de jongeman bij haar staan en vroeg wat dit voor plek was. Sheilo voelde dat haar hartslag weer iets kalmeerde door de opluchting dat de jongeman haar kennelijk geen kwaad bedoelde.
'Dat weet ik niet', antwoordde ze met een nog wat onvaste stem. 'Ik woon hier nog niet zo lang. Maar ik dacht iets te horen binnen, en wilde gaan kijken.'
Sheilo streek haar blonde haren achter haar oor en keek weer naar binnen. Zo op het oog was ze redelijk winters gekleed, terwijl het toch nog lang niet zo koud was buiten.

Dominic Sinaga

Dominic Sinaga
(ง'̀-'́)ง

Dominic fronste. Ze verdomd nog bang voor hem ook. Hij wist dat hij intimiderend kon zijn als hij kwaad was, maar dat viel nu reuze mee.
"Fucking relax, ik doe je niets," bromde hij. Hij liet haar woorden even bezinken en volgde haar blik naar binnen. Dus ze had hierbinnen dingen gehoord.
"Nou," zei hij vervolgens, over de drempel stappend, "Dan gaan we binnen kijken."
Het gebouw had sowieso zijn fascinatie gewekt. Hij stapte over de drempel. Door de intens smerige ramen was het binnen ontzettend donker. Maar dat nam niet weg dat Dominic vrijwel direct doorhad wat het meisje had bedoeld; er klonken inderdaad gedempte geluiden. Menselijke geluiden.
"Hey! Wees eens even sociaal en laat je zien," zei hij, zijn stem genoeg verheffend om hem door de donkere ruimte te laten echoën. "Of misschien is verstandig een beter woord."
Plotseling schrikken was namelijk niet iets waar Dominic goed mee om ging. Helemaal niet als iemand het met opzet deed.
Het scheelde dat er aan het donker iets gedaan kon worden.
Hij viste zijn telefoon uit zijn broekzak en zette de zaklamp functie aan. De onaangenaam felle lamp van zijn flitser maakte alles alweer een heel stuk overzichtelijker. Nou ja, deels. Want het felle licht wierp ook scherpe schaduwen, die grillig bewogen terwijl hij de telefoon bewoog om het licht door de ruimte te laten gaan. Als hij er niet te nuchter voor was had hij waarschijnlijk nog dingen in die schaduwen kunnen zien ook.

Sheilo

Sheilo

'Ik schrok gewoon toen je zo plots riep.. Ik had hiervoor een lege kogelhuls gevonden en was bang dat jij degene was die had geschoten', antwoordde Sheilo bedeesd.
Waarschijnlijk zou die persoon niet eerst hebben geroepen, maar toch. Sheilo was al niet op haar gemak geweest en om dan ineens toegeroepen te worden zou niemand in de koude kleren gaan zitten. Toch?
Ze volgde de jongeman weer over de drempel naar binnen. Hij had beduidend minder last van angst, want hij sprak een stuk duidelijker en luider dan zij had gedaan. Tevens was zijn toon anders ingesteld. Er werd praktisch geëist dat de ander zich zou laten zien.
Het was een opluchting dat de jongeman een mobieltje bij zich had om als lichtbron dienst te laten doen. Zelf had Sheilo geeneens een mobieltje. Nog meer verspilling van geld vonden haar ouders. Al leek dat enkel voor haar te gelden.
Sheilo bekeek de hal wat beter nu er meer licht was om de omgeving te zien en ergens hoopte ze dat de andere persoon zich inderdaad zou laten zien en dat er niets aan de hand zou zijn. Dan kon ze weer naar huis toe.

Tanith

Tanith
ʘ‿ʘ

Tanith had de lamp op haar mobiel aangezet en ze vervloekte hoe onhandig het was om de achterkant van je arm te hechten, een hand moest het licht stil houden, de andere moest de naald door haar huid halen. Ze voelde hoe ze steeds bozer werd omdat het niet goed wilde lukken. Ze wilde net voor een derde keer de naald door haar huid halen, totdat ze een stem hoorde. Shit, shit, shit. Ze vroeg zich tijdens het aandoen van haar blouse en colbert af of het normaal was dat zo'n oud gebouw zoveel bezoek kreeg.
Haar blouse deed ze voorzichtig aan, het draadje waarmee ze aan het hechten was, hing namelijk nog steeds aan de wond vast. Maar ze had geen zin om zo betrapt te worden. Haar huid was al iets naar elkaar toe getrokken en het bloeden was al iets verminderd. Ze knoopte snel haar witte blouse dicht, maar heel wit was hij niet meer te noemen. Haar rechter mouw was haast geheel rood en hier en daar zaten er ook vlekken op het voorpand en achterpand. Ze was blij met haar colbert, deze knoopte ze dicht en het leek erop dat alle vlekken onder de stof vielen, dus dat was positief. Een mannelijke stem was erbij gekomen en even bleef ze stilstaan, was dit een van de gasten die haar had beschoten? Die ging waarschijnlijk niet roepen. Daarbij was het verstandig? Ze fronste, wat wilde hij gaan doen. Toch besloot ze hen te begroeten, als ze het gebouw gingen doorzoeken, dan vonden ze haar toch wel. Ze streek haar colbert gladder en stapte de trap af, ze deed niet voorzichtig, ze mocht namelijk gehoord worden. Ze werd begroet door een lichtbron en opnieuw moest ze haar ogen fijnknijpen. Wat moest ze zeggen? De vorige keer dat ze iets zei, was dat geheel anders over gekomen. Blijkbaar kon ze andere mensen niet zomaar aanspreken zoals ze dat bij zaken deed.
"Hoi." Zei ze dan ook met een glimlach. "Ik had niet verwacht andere tegen te komen tijdens deze wandeling." Wilde hun weten dat ze gewoon een wandeling maakte? Waarschijnlijk niet, maar de vorige vrouw had dat als eerste zin gezegd en dat was dus blijkbaar normaal. Al vond ze het niet haar taak dat ze zichzelf meteen moest verantwoorden tegenover deze twee mensen. Uit fatsoen deed ze het maar, haar houding was rustig, het gaf in ieder geval geen blijk dat ze beschoten was. Het enige waar je het aan kon zien, waren de verkleurde vlekken op haar hand. Daar waar het bloed langs had gesijpeld.

Dominic Sinaga

Dominic Sinaga
(ง'̀-'́)ง

Even was het stil. Toen hoorde Dominic voetstappen die de trap af kwamen en hij richtte het licht van zijn telefoon op de trap. Een net geklede vrouw kwam de trap af. Ergens was Dominic blij dat er aan zijn 'verzoek' gehoor werd gegeven. Hij hield van duidelijkheid.
Door het felle licht was hij waarschijnlijk zo in het donker aanvankelijk niet te ontwaren, maar hij had zo wel de kans haar in zich op te nemen. Ze leek hem niet helemaal in orde, maar hij kon zijn vinger niet helemaal precies leggen op wat er aan haar uitstraling niet helemaal klopte.
Ze groette hen en Dominic knikte even.
"Ik had niet verwacht andere tegen te komen tijdens deze wandeling."
"Hm."
Dominic liet de telefoon wat zakken en liet vervolgens het licht weer door de ruimte gaan.
"Gezellige plek voor een wandeling," merkte hij droog op. Hij kon zich niet onttrekken aan het gevoel in de gaten gehouden te worden, maar gokte dat dat door de wat sinistere omgeving kwam.
Boven hen kraakte iets.
"Was dat het huis, of zijn hier meer mensen gezellig aan het wandelen?" vroeg hij scherp.

Sheilo

Sheilo

De trap kraakte. Sheilo keek net als de jongeman naast haar er naar op. Hij scheen met zijn mobieltje bij waardoor de persoon op de trap nu vol in het licht stond. Het bleek een jonge vrouw te zijn in een net pak.
Ze begroette hen waarna ze zei niemand te hebben verwacht tijdens de wandeling.
Een wandeling, vroeg Sheilo zich af. Wie of wat had dan die geluiden voortgebracht? Of was dit juist de schutter die zich onschuldig voordeed?
De jongeman naast Sheilo klonk ook al sceptisch in zijn reactie op de jonge vrouw haar opmerking.
'Was jij het dan niet die die geluiden maakten?', vroeg Sheilo aan de jonge vrouw. 'Het had wat weg van kermen of zoiets..' Ze had zeker niet dezelfde kracht in haar stem als de man, maar ze sprak al wel duidelijker.
Er klonk gekraak. Was dat de trap onder het gewicht van de jonge vrouw? Nee, het leek meer van boven te komen. Sheilo richtte haar blik naar het plafond.
'Was dat het huis, of zijn hier meer mensen gezellig aan het wandelen?', vroeg de jongeman. Zijn toon klonk achterdochtig.
Was de vrouw inderdaad dan de schutter? Sheilo hoopte van niet. Als dat zo was, dan haalden ze alle twee nu misschien meer op hun nek dan hun lief was.
'Ik hoop dat het 't gebouw is', zei Sheilo zacht en ze trok de kraag van haar vest iets hoger alsof ze het prompt wat kouder had gekregen.
Het was immers een oud pand, dan waren dergelijke geluiden toch te verwachten?

Tanith

Tanith
ʘ‿ʘ

Gezellige plek voor een wandeling, was het antwoord van de jongen. Maar blijkbaar was het normaal om hier te wandelen, ze had in deze korte tijd nu drie mensen gezien.
"Hetzelfde als jullie, denk ik?" Ze keek hen iets vragend aan. Want hoewel ze haar vroegen wat ze hier deed, waren deze twee hier ook. Was dit om een speciale rede? De jonge vrouw vroeg iets en ze verplaatste haar blauwe kijkers dan ook.
"Ik kwam tegen een uitstekend voorwerp met mijn arm, ik denk een spijker of een ander metaalachtig iets. Dus het kan zijn dat ik dat was." Het kon in ieder geval makkelijk in dit huis, alles leek uit te steken en niks leek meer te zijn zoals ooit moest. Maar toch wist ze niet hoeveel de dame had gehoord, maar als ze alleen de laatste geluiden had gehoord, kon het misschien nog logisch overkomen. Ze was blij uit het licht te zijn toen de jongen deze van haar afdraaide, ze kon weer iets ontspannen en hoewel ze haar arm langs zich had gehouden, kon ze deze nu even ondersteunen met haar andere hand. Hij voelde nu ondertussen behoorlijk zwaar namelijk.
Gekraak deed haar met een frons opkijken, was er hier nog iemand? De jongen trok echter opnieuw zijn mond open om te vragen of het huis geluid maakte of dat er nog iemand was.
"Ik heb niemand anders gezien." Dat was deels een leugen, maar ze doelde meer op het feit dat ze niemand in het huis had gezien op dit moment. Maar daarbij had ze ook nog niet alle kamers gehad. Tanith was door een beetje gekraak in een huis niet onder de indruk en ze geloofde sowieso niet echt in spoken.
"We kunnen kijken." Was haar voorstel.

Sheilo

Sheilo

Ze was tegen een spijker of iets aangelopen? Kermde je dan zo lang als je arm ergens tegen stootte? Het klonk Sheilo een beetje onwaarschijnlijk in de oren.
'Oh, dan mag je wel een tetanusprik halen', adviseerde ze.
Een dergelijke injectie had je niet snel nodig, maar een oud gebouw was wel heel vuil en dus zou de tetanusbacterie hier vast en zeker zitten.
De jonge vrouw beweerde dat ze verder niemand had gezien in dit gebouw. Was het dan toch de verouderde constructie die zo kraakte? Of was het een leugen? Zat er boven nog iemand die misschien hulp nodig had? Ze konden wel gaan kijken, stelde de jonge vrouw voor.
Sheilo beet bedenkelijk op de binnenkant van haar onderlip. Wilde zij wel gaan kijken? Wat als het een valstrik was om hun twee van achteren te kunnen aanvallen, omdat ze stoorden bij... zaken? Maar, zou Sheilo haar geweten het aankunnen om nu zomaar weg te lopen? Of werd ze nu gewoon te paranoïde?
Het zou kunnen dat het vinden van die huls en impactgaatje in combinatie met dit enge huis en haar toch al angstige gesteldheid nu met haar fantasie op de loop gingen.
Waarom kon Sheilo niet gewoon verdwijnen? Dat zou een hoop gedoe schelen en haarzelf ook rust geven.
'Ik denk niet dat dat echt nodig is, toch?', vroeg Sheilo wat zachter op het voorstel om te gaan kijken.
Iemand die hen echt kwaad zou willen doen, zou zeker gaan aandringen en dan zou Sheilo genoeg weten.

Dominic Sinaga

Dominic Sinaga
(ง'̀-'́)ง

Ze had niemand anders gezien. Dominic wist niet helemaal zeker of hij haar geloofde, maar dat kwam waarschijnlijk omdat ze zich alledrie in een vervallen villa in the middle of bumfuck nowhere bevonden; op een plek als deze was Dominic niet al te goed van vertrouwen en dat vond hij zelf niet meer dan redelijk.
"We kunnen kijken."
Even leek de temperatuur flink te zijn gedaald in het gebouw. Vermoedelijk tochtte het hier als de ziekte.
Voor Dominic kon antwoorden deed het andere meisje dat al.
"Ik denk niet dat dat echt nodig is, toch?"
Dominic dacht daar anders over.
"Ik denk van wel," zei hij kortweg. Hij stapte langs de vrouw in de nette kleding heen en liep zonder aarzelen de trap op. Deze kraakte vervaarlijk en als er nog iemand was zou die weten dat Dom zijn kant op kwam, maar daar was niets aan te doen. Bovenaan de trap bleef hij even staan. Het scheelde dat het nog licht was buiten, maar desondanks was het ook boven vrij donker. De ramen lieten weinig licht meer door, het dichte bos filterde ook een hoop en het was binnen zeer stoffig. Dominic luisterde aandachtig met een frons op zijn gezicht. Even hoorde hij niets bijzonders, maar toen klonk er, heel zacht, een soort krakend geluid, als touw dat onder spanning stond.
"Weet je heel zeker dat je de waarheid spreekt?" vroeg hij over zijn schouder, met een scherpe ondertoon in zijn stem.

Sheilo

Sheilo

Sheilo had gehoopt dat de andere jonge vrouw eerder zou hebben gereageerd, zodat zij daar iets uit kon opmaken. Echter was de jongeman sneller tot een besluit gekomen. Hij vond het wel nodig om te gaan kijken. Had hij dan hetzelfde idee als zij?
De jongeman liep de trap al op. Deze kraakte vrij luid, vond Sheilo. Had die eerder niet iets stiller geklonken? Of was het puur de omgeving die nog altijd inspeelde op haar verbeelding? Het voelde wel een stukje onbehaaglijker nu de lichtbron niet meer naast haar stond.
Zo mogelijk dook Sheilo nog wat dieper weg in haar vest. Was het kouder geworden?
De jongeman keek bovenaan de trap om. Met duidelijke scepticisme vroeg hij aan de jonge vrouw of ze de waarheid had gesproken.
Nog steeds niet zeker van de algehele situatie liep Sheilo naar de trap toe, maar ging deze nog niet op. Ze wilde niet achterblijven, echter wilde ze ook niet die jonge vrouw in haar rug hebben. Wie weet wat er dan zou gebeuren.
'Ga maar voor', zei Sheilo zo standvastig mogelijk tegen de jonge vrouw.

Tanith

Tanith
ʘ‿ʘ

De dame van het stel gaf aan dat het niet nodig was en daar was Tanith blij om. Ze had geen zin om rond te dwalen door dit huis met twee vreemde. Daarbij kon haar lichaam rust gebruiken en een gemeende glimlach gaf ze dan ook aan de dame. Echter vond de jongen het duidelijk wel nodig, deze stapte langs haar af en ze was blij dat hij niet tegen haar arm aanstootte. Toen het licht dan ook van haar gezicht was en ze tegen de rug van de jongen aankeek, vertrok haar gezicht. Ze wreef met haar linkerhand langs haar gezicht en een zucht zorgde ervoor dat ze haar neutrale blik weer aan nam. Haar arm was nog steeds pijnlijk te noemen en Tanith keek de trap op toen de jongen vroeg of ze het zeker wist. Was er dan toch iemand? Voetstappen van de dame kwamen langs en ook zei was duidelijk van plan om de trap op te lopen. Ga maar voor? Het liefst was ze naar buiten gelopen, maar dat ging dit duo niet in dank afnemen. Ze had voornamelijk het idee dat de jongen achter haar aan zou sprinten. Onrust maken was niet waarom ze in Horsehome was gekomen. Dus ze speelde dit spelletje mee.
Ze knikte dan ook naar de dame en vervolgde de man de trap op.
"Ik heb niet het gehele huis doorzocht, maar zoals ik al zei: Ik heb niemand anders gezien." Was er werkelijk nog iemand anders in dit gebouw? Een deur klapte dicht en de hand van Tanith schoot als reflex naar de rand van haar broek. Met een felle blik keek ze de kant op van waar het geluid vandaan was gekomen, maar het was te donker. Ze verplaatste de handeling vluchtig richting haar broekzak om daar haar mobiel uit te halen en het licht daarop aan te zetten.
Hoewel ze zelf vrij weinig kon met haar mobiel, was het knopje van de zaklamp behoorlijk duidelijk.
"Misschien is er toch iemand." Gaf ze met een frons aan, maar wie was dat dan? Zijzelf vond het geen goed idee om te roepen en ze deed enkele stappen verder naar boven om de gang door te kijken, het was lastig om te weten welke deur er nu eigenlijk dicht was gegooid.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum