Hoe lang had het geduurd om hier te komen? Uren, dagen, weken, maanden. Het tijdsbesef was ze in ieder geval kwijtgeraakt, net zoals het gevoel van pijn. Haar hele lichaam trilde en was compleet uitgeput van haar reis hierheen. Haar gespierde lichaam blies zich op om de grootst mogelijke happen lucht in zich op te nemen om verder te lopen. Met moeite liet de merrie haar benen weer voortbewegen, zich mentaal dwingend zich niet zo aan te stellen.
Stap, stap, stap..
Haar manen wiegden zachtjes mee op iedere beweging die ze maakte en streelden haar bezweette nek liefkozend. Haar trieste ogen staarden even naar de grond toen ze weer was gestopt. Vlak voor haar hoeven kroop een klein, zwart, torretje langs die in het struikgewas zo’n vijftig centimeter verderop verdween. De witte merrie liep weer verder, blij dat ze haar benen even rust kon gunnen. Haar oren schoten alle kanten uit en ze slikte soms eens. Dit gebied was álles behalve normaal. Maar misschien was dat juist het mooie eraan, dat het zo apart was. Voorzichtig tilde ze haar hoofd eindelijk omhoog zodat ze de hele omgeving kon bestuderen en even schrok, er was een… blauwe waas? Sinds wanneer kon er ergens een blauwe waas heersen? Haar ogen keken verrukt rond door het gebied terwijl ze stopte en twijfelachtig enkele passen achteruit zette. Haar witte vacht had nu, dankzij de gloed, een ijsblauwe kleur gekregen en deed haar enigszins apart uitzien. Een zacht gegrinnik kon Secret niet onderdrukken. Maf gebied. Haar staart zwiepte vrolijk heen en weer terwijl ze rustig door slenterde, zich niet van enige dreiging bewust. toen ze uitkwam bij een open plek grijnsde ze even. Ze was dan wel vermoeid, maar nog jong en nog een en al energie. Ze maakte een enorme bok en schudde lachend haar hoofd even waardoor haar manen heen en weer zwierden door de lucht om dan een voor een tegen haar hals aan te tikken. Slierten van haar staart kronkelden zich om haar achterbenen heen en ze liet zich even zakken om te rollen. Hier kon ze nou van genieten: even niks aan je hoofd.
Al snel stond de merrie weer stevig op vier benen en keek ze in het rond. Het zag er nogal… leeg uit hier. Was er überhaupt wel iemand? Haar ogen, donker en groot, speurden de omgeving af en ze hinnikte even. Maar beide mogelijkheden leverden geen resultaat op; niks of niemand verscheen of antwoordde. Even teleurgesteld bleef de merrie staan maar algauw besloot ze eens te kijken of er iets te beleven viel en struinde dus vol goede hoop weer verder door het gebied
[iedereen welkom]
Stap, stap, stap..
Haar manen wiegden zachtjes mee op iedere beweging die ze maakte en streelden haar bezweette nek liefkozend. Haar trieste ogen staarden even naar de grond toen ze weer was gestopt. Vlak voor haar hoeven kroop een klein, zwart, torretje langs die in het struikgewas zo’n vijftig centimeter verderop verdween. De witte merrie liep weer verder, blij dat ze haar benen even rust kon gunnen. Haar oren schoten alle kanten uit en ze slikte soms eens. Dit gebied was álles behalve normaal. Maar misschien was dat juist het mooie eraan, dat het zo apart was. Voorzichtig tilde ze haar hoofd eindelijk omhoog zodat ze de hele omgeving kon bestuderen en even schrok, er was een… blauwe waas? Sinds wanneer kon er ergens een blauwe waas heersen? Haar ogen keken verrukt rond door het gebied terwijl ze stopte en twijfelachtig enkele passen achteruit zette. Haar witte vacht had nu, dankzij de gloed, een ijsblauwe kleur gekregen en deed haar enigszins apart uitzien. Een zacht gegrinnik kon Secret niet onderdrukken. Maf gebied. Haar staart zwiepte vrolijk heen en weer terwijl ze rustig door slenterde, zich niet van enige dreiging bewust. toen ze uitkwam bij een open plek grijnsde ze even. Ze was dan wel vermoeid, maar nog jong en nog een en al energie. Ze maakte een enorme bok en schudde lachend haar hoofd even waardoor haar manen heen en weer zwierden door de lucht om dan een voor een tegen haar hals aan te tikken. Slierten van haar staart kronkelden zich om haar achterbenen heen en ze liet zich even zakken om te rollen. Hier kon ze nou van genieten: even niks aan je hoofd.
Al snel stond de merrie weer stevig op vier benen en keek ze in het rond. Het zag er nogal… leeg uit hier. Was er überhaupt wel iemand? Haar ogen, donker en groot, speurden de omgeving af en ze hinnikte even. Maar beide mogelijkheden leverden geen resultaat op; niks of niemand verscheen of antwoordde. Even teleurgesteld bleef de merrie staan maar algauw besloot ze eens te kijken of er iets te beleven viel en struinde dus vol goede hoop weer verder door het gebied
[iedereen welkom]