Amico stond hier nu al vanaf 's morgens vroeg. Geiriteerd zwiepte hij met zijn staart de vliegen van zijn vacht. Amico brieste en schudde zijn hoofd. Ze wilde hem vast weer verkopen, de meeste mensen reden een keer op hem en verkochten hem de volgende dag weer. Elke dag een nieuw huis was best moeilijk voor Amico, hij heeft liever gewoon een vast huis en een eigen stalletje. Op zijn stal stond: 'te koop.' Amico draaide met zijn kont naar de deur en stak zijn hoofd naar buiten. Zijn ogen vielen half dicht. Maar na even stil staan werd hij gek van al die vliegen. Met zijn oren in zijn nek trapte hij met zijn been naar zijn buik. Hij bleef zwiepen met zijn zwaart. Toen er mensen naar hem kwamen kijken draaide hij zich om. Nieuwsgierig keek hij de mensen aan en brieste. Het was een lange man met een klein meisje ernaast. De man vroeg wat aan Amico's oude eigenaar maar schudde zijn hoofd op een gegeef moment. Waarom wil niemand mij? Dacht Amico. Hij plukte wat hooi sprietjes van de grond en at die op. Er kwam een ongeveer volwassen jongen bij Amico's staldeur staan. Amico stapte naar de deur en duwde met zijn neus tegen hem aan. De jongen aaide over Amico's hoofd en zei iets. Zijn stem klonk warm in de oren van Amico. Hij brieste en de jongen liep weer weg. 'Niet weg gaan, neem me mee!' Dacht Amico toen hij laag hinnikte. Hij wou zich net omdraaien maar op dat moment kwam er een meisje met bruin haar aangelopen. Ze zag er aardig uit. Met zijn oren naar voren keek Amico naar het meisje dat op hem af kwam lopen.
~flutje, maar voor Rachel
~flutje, maar voor Rachel