De vrijdagen waren wel vaker zware dagen. Het weekend lonkte achter de hoek en was de grootste deadline. Iedereen wilde nog alles afkrijgen voor het weekend om de maandag met een schone lei te kunnen beginnen. In het politiebureau was dat niet anders. Er hing een constante geroezemoes in de bureaus. Hier en daar hoorde je een telefoon rinkelen die beantwoord werd met dezelfde standaard zin.
Adrian werkte zijn tweede stage week af. Hij had nooit zo’n grote groei verwacht van zichzelf in een periode van slechts veertien dagen. Het was zwaar werk, fysiek uitputtend ondanks dat het zich allemaal emotioneel en psychisch situeerde wat hij deed. Wel ja, was ook logisch aangezien hij zich specialiseerde in forensische psychologie.
De jongen werkte zijn verslagen af. Hij had net een observatie achter scherm gedaan bij een ondervraging. Het was een vrouw geweest van middelbare leeftijd waarvan de man verdacht werd in het smokkelen van illegale middelen. Ze beweerde niets te maken hebben met de handel van haar man. Adrian dacht daar anders over na zijn observatie. Maar het was niet aan hem om conclusies te trekken. Wat hij moest doen was verslag geven aan zijn meerdere en eventuele interpretaties mondeling over brengen. Zijn schriftelijk verslag zou op de databank terecht komen en bleef louter objectief.
Hij kon het maar niet uit zijn hoofd krijgen. De subtiele hints die de vrouw gaf lichamelijk waren niet te overzien. Althans, dat dacht hij maar zijn collega’s overzagen het wel. Adrian had hen overhoord terwijl ze de ondervraging bespraken. Ze waren blind, dom of totaal niet opgeleid om ondervragingen te doen. De jongeman zuchtte en probeerde zijn frustraties van hem af te zetten. “Ik ben máár een stagiair”, herhaalde hij tegen zichzelf. Hij overlas zijn verslag nogmaals, checkte of zijn frustraties niet terug te vinden waren. Daarna sloot hij het document af en verwijderde zijn USB stick. De horloge van zijn pc duidde aan dat hij reeds een kwartier aan het overwerken was.
De deur van detective MacIntyre stond open. De vrouw zat voorovergebogen achter haar computer. Ze was een redelijke vrouw, had Adrian opgemerkt. Sociaal sterk al leek ze iets te verstoppen. Iets leek geprogrammeerd in haar communicatie. De jongen had al veel verschillende dingen opgemerkt, zo wist hij zeker dat meneer Shiver vreemd ging en dat het niet lang meer zou duren of detective Harrisson zou zich ziek melden vanwege burn-out.
Zachtjes klopte hij op de deur van de detective, tevens ook zijn stagementor. Adrian glimlachte verontschuldigend. “Mijn excuses mevrouw MacIntyre maar ik heb mijn verslagen af voor de databank”, hij bleef in het deurgat staan. Het was nu de derde keer dat hij bij haar kwam. Als stagiair had hij geen toegang tot de databank. Adrian zorgde ervoor dat zijn verslagen steeds af waren, maar nooit tegelijk. Zo viel hij de detective vaak lastig, zoals gepland. “Het laatste verslag is van het verhoor van mevrouw Cullen”, besloot hij en wachtte af.
Adrian werkte zijn tweede stage week af. Hij had nooit zo’n grote groei verwacht van zichzelf in een periode van slechts veertien dagen. Het was zwaar werk, fysiek uitputtend ondanks dat het zich allemaal emotioneel en psychisch situeerde wat hij deed. Wel ja, was ook logisch aangezien hij zich specialiseerde in forensische psychologie.
De jongen werkte zijn verslagen af. Hij had net een observatie achter scherm gedaan bij een ondervraging. Het was een vrouw geweest van middelbare leeftijd waarvan de man verdacht werd in het smokkelen van illegale middelen. Ze beweerde niets te maken hebben met de handel van haar man. Adrian dacht daar anders over na zijn observatie. Maar het was niet aan hem om conclusies te trekken. Wat hij moest doen was verslag geven aan zijn meerdere en eventuele interpretaties mondeling over brengen. Zijn schriftelijk verslag zou op de databank terecht komen en bleef louter objectief.
Hij kon het maar niet uit zijn hoofd krijgen. De subtiele hints die de vrouw gaf lichamelijk waren niet te overzien. Althans, dat dacht hij maar zijn collega’s overzagen het wel. Adrian had hen overhoord terwijl ze de ondervraging bespraken. Ze waren blind, dom of totaal niet opgeleid om ondervragingen te doen. De jongeman zuchtte en probeerde zijn frustraties van hem af te zetten. “Ik ben máár een stagiair”, herhaalde hij tegen zichzelf. Hij overlas zijn verslag nogmaals, checkte of zijn frustraties niet terug te vinden waren. Daarna sloot hij het document af en verwijderde zijn USB stick. De horloge van zijn pc duidde aan dat hij reeds een kwartier aan het overwerken was.
De deur van detective MacIntyre stond open. De vrouw zat voorovergebogen achter haar computer. Ze was een redelijke vrouw, had Adrian opgemerkt. Sociaal sterk al leek ze iets te verstoppen. Iets leek geprogrammeerd in haar communicatie. De jongen had al veel verschillende dingen opgemerkt, zo wist hij zeker dat meneer Shiver vreemd ging en dat het niet lang meer zou duren of detective Harrisson zou zich ziek melden vanwege burn-out.
Zachtjes klopte hij op de deur van de detective, tevens ook zijn stagementor. Adrian glimlachte verontschuldigend. “Mijn excuses mevrouw MacIntyre maar ik heb mijn verslagen af voor de databank”, hij bleef in het deurgat staan. Het was nu de derde keer dat hij bij haar kwam. Als stagiair had hij geen toegang tot de databank. Adrian zorgde ervoor dat zijn verslagen steeds af waren, maar nooit tegelijk. Zo viel hij de detective vaak lastig, zoals gepland. “Het laatste verslag is van het verhoor van mevrouw Cullen”, besloot hij en wachtte af.