Een jongen met rasta kapsel liep langs het verlaten spoor , het was al aan het schemeren maar nog lang niet donker. Er waaide een kouder windje langs de paar sprieten rasta haar die niet in een staart zaten gingen een beetje mee met de wind. Hij struinde langs het spoor het zag er heel erg doel loos uit. Zijn maat 43 van zijn sneakers lieten een spoor achter in het wat modderige zand naast het spoor. Dit was wel te verwachten van een Herfst. Het frisse windje was weer weg gegaan, door het schemer in zag je dat hij wel gekleed was voor wat kouder weer. De jongen had een spijkerbroek aan en een dikke jas. Bij het horen van wat ritselen deed de jongen opkijken, hij keek even in de richting van waar het geluid vandaan kwam. Hier kwamen amper mensen dus wat moest dat zijn. Hij liep weer veder toen hij zag dat het gewoon een konijntje was liep hij weer veder alsof hij niet gestoord was. Nog steeds struinde hij doel loos verder. Als je in de buurt was zou je niet gouw dichterbij komen, het was dan niet z’n angstaanjagend figuur of een gangster maar een helemaal zuiver figuur was het nou ook weer niet. Dat kon je toch wel een beetje zien aan zijn haar en aan zijn loopje.
Als je toch wat dichterbij kwam kon jemuziek horen, die uit de mobiel kwam die hij in zijn hand had. Het was een rap nummer, wat er ook weer opwees dat hij geen brave jongen was als je de tekst moest geloven. Nu kon je ook zien dat er kleine rook wolkjes boven hem uitkwamen, als je beter keek en misschien had je het al geroken dan rook je dat het rook was, uit de sigaret die in zijn mond stak.
De jongen die was nu bij een bankje aan gekomen en ging er even op zitten, achter hem ging de zon onder in een rode schim. Morgen zou het mooi weer worden. Toen hij op het bankje zat bleef hij even voor zich uitstarend. Hij zou snel onder de mensen moeten komen, maar hier waren geen mensen, toch? Morgen zou hij wel naar de stallen gaan of naar het park, aan een paard hoefde hij nu nog niet te denken want daar hadden hij en zijn ouders het geld niet meer voor. In de tijd dat hij in de bak had gezeten had hij net genoeg geld bij elkaar gespaard om een huisje hier te kopen.
Als je toch wat dichterbij kwam kon jemuziek horen, die uit de mobiel kwam die hij in zijn hand had. Het was een rap nummer, wat er ook weer opwees dat hij geen brave jongen was als je de tekst moest geloven. Nu kon je ook zien dat er kleine rook wolkjes boven hem uitkwamen, als je beter keek en misschien had je het al geroken dan rook je dat het rook was, uit de sigaret die in zijn mond stak.
De jongen die was nu bij een bankje aan gekomen en ging er even op zitten, achter hem ging de zon onder in een rode schim. Morgen zou het mooi weer worden. Toen hij op het bankje zat bleef hij even voor zich uitstarend. Hij zou snel onder de mensen moeten komen, maar hier waren geen mensen, toch? Morgen zou hij wel naar de stallen gaan of naar het park, aan een paard hoefde hij nu nog niet te denken want daar hadden hij en zijn ouders het geld niet meer voor. In de tijd dat hij in de bak had gezeten had hij net genoeg geld bij elkaar gespaard om een huisje hier te kopen.