Terwijl Esmee samen met Santos over het wandelpad reed spookten er een aantal gedachtes door haar hoofd. Er was dan ook zoveel gebeurd de laatste tijd. Mido was bij haar weg, Ze woont weer bij haar ouders aangezien Mido in het huis bleef wonen, ze heeft haar paardenaantal teruggebracht tot 1 aangezien har ouders ook maar 1 stal over hadden en zo kon ze nog wel even doorgaan. Maar heel erg vond ze het niet dat ze nu nog maar 1 paard over had. Saricha was al eerder bij haar weggelopen, ze was wild dus ze was vrij om te gaan en te staan waar ze wilde en Flame had ze wel gemist op het begin, maar die was bij Mido gebleven. En ze was hartstikke blij met Santos een Andalusische hengst. Ze zuchtte en lette net niet op toen Santos opeens wegsprong in galop. Ze ging diep zitten en praatte geruststellen tegen het paard onder haar. Het werkte, algauw had ze hem weer bij zich en was hij weer rustig. Waarvan hij was geschrokken wist ze ook niet, waarschijnlijk van een vogeltje of een hertje dat weg sprong. Het kon wat kleins zijn aangezien Santos zogenaamd alles eng vond en overal een rede achter zocht om te klieren. Maar dat vond ze niet erg want ze hield wel van paarden dat klieren leuker vonden dan luisteren. Ze klopte Santos op zijn hals als teken dat het goed was en draafde aan. Ze gingen de bocht om en opeens stond Santos stil en bewoog niet meer. Bang was hij niet anders was hij wel gaan rennen maar hij wilde geen stap voor of achteruit zetten, zelfs niet opzij. Ze zuchtte en stapte af om te kijken of hij aan de hand wel mee wilde lopen. Dit was ook niet het geval, hij bleef nog steeds stokstijf staan. Ze besloot om hem dan maar om te draaien, meestal hielp dit wel en nu dus ook. Soms snapte ze haar paard echt niet. Ze keek naar hoe hij liep en zag dat hij wat onregelmatig liep. Ze liet hem stil staan om naar het been dat het veroorzaakte te kijken maar er was niets aan te zien, het was niet dik en het voelde ook niet warm aan. Ze tilde zijn voet op om te zien of er misschien een steentje in zat maar dat was het niet, maar wat ze wel zag was dat hij een ijzer was kwijt geraakt. “Shit” zei ze tegen zichzelf. Ze kon op zich wel naar huis rijden want het was een zandpad en dan had hij er niet zo veel last van maar aangezien meneer het vertikte om een stap voor of achteruit te zetten had dat geen zin. Ze zou terug moeten lopen naar huis. Het was niet zo heel ver weg dus ze zou het wel overleven maar echt leuk vond ze het niet. Ze draaide Santos weer om want ze wist een piepklein veldje waar de zon altijd op stond als hij tenminste scheen en waar een boomstam was waar je heerlijk kon zitten. Dan zou ze daarna nog een poging wagen met Santos. Soms werd het wel eens vervelend als hij deze kuren had, vooral als ze al een pestbui had. Maar soms kon het haar ook wel weer opvrolijken. Ze liep naar het veldje toe en liet zich op de boomstam zakken en leunde tegen een andere boom aan terwijl ze haar ogen dicht deed en Santos liet grazen.
-Leroy-
-Leroy-