Het kwam niet zo heel erg vaak voor dat Neil’s buurt echt expliciet in het nieuws was. Soms verscheen er een artikel over de algemene, nogal erbarmelijke staat van het gebied, maar dat was globaal en na een weekje was men de stand van zaken die hier dagelijkse kost was al lang en breed weer vergeten. Er iets aan doen was dweilen met de kraan open.
Maar recent was er iemand neergeschoten en dat soort dingen deden het toch goed in de kranten. Genoeg mensen die dat allemaal maar retespannend vonden.
Neil zelf baalde er vooral van. Het zou ongetwijfeld betekenen dat, in elk geval voorlopig, de politie erg geïnteresseerd zou zijn in het gebied.
Voor May en hem was het goed, gokte hij. Hij vermoedde dat de manager niet al teveel uit zou voeren zolang alles hier zo onder het vergrootglas lag, maar zeker weten deed hij het niet. Hijzelf zou in elk geval ook voorzichtiger moeten zijn.
Vandaag lag hij languit op de bank in alleen een joggingbroek. Zijn prothese lag op zijn tafel en hierdoor zag zijn torso er een beetje apart uit.
Zijn bovenlichaam was sowieso enigszins opvallend. Hier en daar een aantal littekens, zij het niet zo veel, en op zijn goede arm enkele slecht geheelde littekentjes van injecties van een grijs verleden waar hij niet snel naar terug zou keren.
Maar op dit moment interesseerde dat hem allemaal bar weinig. Het was zijn appartement en hij liep er hier bij zoals dat hem uitkwam.
Daar kwam verandering in toen ineens zijn bel ging. Hij mompelde een verwensing en bleef aanvankelijk liggen.
“Flikker op,” mompelde hij geïrriteerd, maar hij bedacht zich ook dat het bezoek kon zijn dat niet zo goed tegen afwijzing kon en dus, toen de bel voor de tweedemaal ging, kwam hij mopperend overeind.
Hij liep naar de deur en schopte een paar lege bierflesjes aan de kant, die rinkelend opzij rolden. Daarna opende hij de deur.
Maar recent was er iemand neergeschoten en dat soort dingen deden het toch goed in de kranten. Genoeg mensen die dat allemaal maar retespannend vonden.
Neil zelf baalde er vooral van. Het zou ongetwijfeld betekenen dat, in elk geval voorlopig, de politie erg geïnteresseerd zou zijn in het gebied.
Voor May en hem was het goed, gokte hij. Hij vermoedde dat de manager niet al teveel uit zou voeren zolang alles hier zo onder het vergrootglas lag, maar zeker weten deed hij het niet. Hijzelf zou in elk geval ook voorzichtiger moeten zijn.
Vandaag lag hij languit op de bank in alleen een joggingbroek. Zijn prothese lag op zijn tafel en hierdoor zag zijn torso er een beetje apart uit.
Zijn bovenlichaam was sowieso enigszins opvallend. Hier en daar een aantal littekens, zij het niet zo veel, en op zijn goede arm enkele slecht geheelde littekentjes van injecties van een grijs verleden waar hij niet snel naar terug zou keren.
Maar op dit moment interesseerde dat hem allemaal bar weinig. Het was zijn appartement en hij liep er hier bij zoals dat hem uitkwam.
Daar kwam verandering in toen ineens zijn bel ging. Hij mompelde een verwensing en bleef aanvankelijk liggen.
“Flikker op,” mompelde hij geïrriteerd, maar hij bedacht zich ook dat het bezoek kon zijn dat niet zo goed tegen afwijzing kon en dus, toen de bel voor de tweedemaal ging, kwam hij mopperend overeind.
Hij liep naar de deur en schopte een paar lege bierflesjes aan de kant, die rinkelend opzij rolden. Daarna opende hij de deur.