Luka keek in de spiegel. Zijn zwarte shirt had hij in zijn handen. Luka’s lip was gescheurd die niet heel ernstig bloedde, een schaamwond op de zijkant van zijn hoofd en er begonnen blauwe plekken te ontstaan op zijn boven lichaam. De achttienjarige jongen zuchtte diep. Het gebeurde elke dag, elke dag had hij wel een blauwe plek of een wond. Luka trok met moeite zijn shirt aan. Hij wist wel zeker dat hij een paar ribben gekneusd had, maar op dit moment kon hij er weinig aan doen. Luka liep rustig naar zijn kledingkast en haalde er een donker grijze hoodie uit. Deze trok hij ook met moeite aan en sloop uit zijn slaapkamer. De lichten waren allemaal uit, dus bedacht Luka dat zijn ouders wel uit eten waren of zo. Luka pakte uit de koelkast een flesje water en een diep rode appel. Hij pakte zijn schoenen, sleutels, het eten en drinken en rende vervolgens weer naar uiten om uit zijn raam te klimmen. Luka keek zuchtend omzich heen. Waar zou hij naar toe gaan. Luka wist het nog niet maar hij zag in de verte de rode auto van zijn ouders en zette het op rennen. Als ze hem zagen was hij zeker nog niet jarig. Luka bleef rennen en rennen totdat van pijn en uitputting bijna omviel. Hijgend keek de donkerbruin harige jongen omzich heen. Waar in hemelsnaam was hij? Luka ging rechtop staan en dronk zijn waterflesje leeg. De jongen gooide het flesje weg en begon zijn appel te eten. Luka ging rechtop lopen. Zijn ribben deden wel heel veel pijn met zijn hand op zijn ribben liep de achttienjarige jongen werden. Lopen kon je het niet echt noemen, meer strompelen. Luka was blij dat het donker was zodat niemand raar naar hem keek. Doordat de jongen moe was lette hij niet heel goed op en struikelde over een uitstekend stoeptegeltje. Luke vloekte toen hij doorhad dat hij aan het vallen was. De jongen sloot zijn ogen, maar opende ze weer na een seconde of 10 toen hij de stenen vloer niet voelde. “Hè wat.” Zei Luka vermoeid. Was hij nou gek aan het worden.
[Flynn]
hoop dat je er iets mee kan.
[Flynn]
hoop dat je er iets mee kan.