Paradigm Shift
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Paradigm Shift

Een RPG die zich centreert rond het leven in een stad waar alles kan gebeuren.


Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Always felt that it was wrong to lay my world in foreign hands [Open]

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Carolus Dewitt

Carolus Dewitt

Carolus was geen fan van het openbaar vervoer, maar er werd aan zijn auto gewerkt en daarom had hij veel keuze. Hij had een lange dag gehad op werk en het begon al een beetje te schemeren, maar in theorie zou hij de weg naar huis in het midden van de nacht zelfs nog af kunnen leggen.
Het was een frisse avond en hij ritste zijn jas dicht om zijn lichaamswarmte te kunnen bewaren. Met een hand moest hij zijn tas met boeken dragen en die voelde al snel koud aan, maar vanaf de bushalte waar hij afgestapt was was het niet zo ver lopen voordat hij thuis was. Flink doorlopen was helemaal geen slecht idee om zijn voeten ook een beetje warm te houden.
In de eerste instantie had hij het nauwelijks door dat de politiewagen de straat in reed. Hij had in gedachten verzonken over de stoep gelopen, zijn ogen een paar meter voor hem op de tegels gericht. Pas toen hij zich langzaam bewust werd van het voertuig dat langzaam naast hem was komen rijden tilde hij zijn hoofd op en keek opzij.
De agent had zijn raam omlaag gedaan en leunde iets naar voren om hem beter te kunnen zien. 'Waar gaan we heen, beste man?'
Carolus wist een glimlach te forceren. De ander was een blanke man in zijn veertig, kort, donker haar en borstelige wenkbrauwen. Zijn partner in de passagiersstoel was nauwelijks te zien in de schaduwen. 'Naar huis, officier.' Hij wist niet zo goed of hij moest blijven lopen of moest stoppen om deze conversatie wat minder ongemakkelijk te maken.
'Ah.' Een korte pauze. 'Je ziet er niet bepaald uit alsof je hier in de buurt woont.'
Carolus' ingewanden werden koud, en hij begon langzamer te lopen. De wagen stond nu bijna stil. 'Ik woon een paar straten verderop, officier.'
De agent reageerde niet en keek achterdochtig naar de boekentas in Carolus' hand. 'Wat zit daar in?'
'Schoolboeken.' Hij kwam nu tot een volledige halt en probeerde kalm te blijven. Als hij zich rustig hield en gewoon mee werkte kon hij zo weer door lopen.
Daar vergiste hij zich jammer genoeg deerlijk in. De agent stapte uit, gevolgd door zijn partner. Hij was korter dan Carolus had verwacht maar hij zette toch automatisch een pasje terug. 'Werkelijk, heren, ik heb niets te verbergen -'
'Hier die tas. En geen rare trucjes.'
Nu begon Carolus te aarzelen. Was dat niet illegaal? 'Heeft u daar geen papieren voor nodig?' vroeg hij voorzichtig. Zijn geheugen werkte nu op topsnelheid in een poging om te zich iets te herinneren over wat hij zich over dit soort situaties had gelezen. Hij kon zichzelf ondertussen wel slaan - natuurlijk had hij een evengrote kans gehad om in een situatie zoals deze terecht te komen. Dat hij geen crimineel was maar een geschiedenisdocent op een middelbare school deed er niets meer toe als hij tegenover een racistische politieman stond die zichzelf ervan had overtuigd had dat er drugs in zijn tas zaten in plaats van lesboeken.
'Geef me de tas.'
De agent stapte nu met grote passen over de strook gras die de weg van de stoep scheidde, maar ondanks de lichte paniek in zijn onderbuik was Carolus' zelfrespect net iets groter. Hij had niets te vrezen maar dit waren zijn persoonlijke bezittingen. Wie dacht deze man wel niet dat hij was dat hij het recht hier toe had?
'Ik verberg niets. Ik weet niet waarom u zou denken -'
'Als je niets te verbergen hebt zal je er ook geen problemen mee hebben me te laten zien wat er dan wel in zit.'
Dat was de druppel. Kwaad stapte hij naar voren en reikte tegelijkertijd in zijn tas - hij zou deze twee volslagen idioten laten zien dat hij onschuldig was. 'Hier! Zie?! Het zijn enkel -'
Hij bevroor. Hij had zijn hoofd opgeheven en keek recht in de loop van een pistool.
De jongere agent die tot nu toe nog geen woord had gezegd had zijn wapen gegrepen. Waarschijnlijk was hij zelf in paniek geraakt toen Carolus in zijn tas had gegrepen en had gedacht dat hij zelf een pistool of mes had willen pakken.

Xiumin Moon

Xiumin Moon

Xiumin kletste nog wat met zijn dansmaten, terwijl hij zich omkleedde. Het gesprek ging eigenlijk om niks, althans niet echt iets waar Xiumin zich in interesseerde, vrouwen en meisjes. Xiumin had interesse voor mannen en jongens. Zijn vrienden accepteerde hem en zijn familie. “Tot morgen dan.” Vertelde hij zijn vrienden nadat hij zijn tas dicht ritste. De rest mompelde iets terug, maar Xiumin stond al buiten de kleedkamer. De jongen lachte en schudde zijn hoofd terwijl hij naar de uitgang liep. Hij zei zijn dansleraar gedag voordat hij naar buiten stapte.
Xiumin had een glimlach op zijn gezicht, maar de viel er half vanaf toen hij de koud voelde. Nou zo koud was het niet, maar hij douchte niet bij zijn dansstudio en het zweed dat op zijn arme en voorhoofd zat maakte het kouder. “Wat stom om geen vest aan te trekken.” Mompelde Xiumin tegen hemzelf. Hij opende zijn tas om te kijken of hij toevallige een vest of jas mee had. Geluk bleek aan zijde te staan, want er zat een donkergrijs vest in. Snel trok hij het vest aan en hij liep verder.
Hij had een omweg genomen om nog even buiten te zijn toen hij een politieauto voorbij zag rijden . Echt veel aandacht besteedde Xiumin er niet aan. Ze reden hier wel wat vaker rond, maar problemen brachten ze niet. Xiumin schudde zijn hoofd en keek naar de stoeptegels. Hij keek weer op en zag dat de politieauto was gestopt bij een man. Xiumin, die niet snel bang was, liep nieuwsgierig naar de auto en de man toe, nog steeds wel een afstand houden. Hij fronste toe hij naar het gesprek luisterde.
Xiumin liep steeds een stukje meer naar voren en besloot pas tussen te komen toe de andere agent zijn pistool trok. “Hey, teach.” Fakete Xiumin, de afkorting van het Engelse woord ‘Teacher’. Hopende dat de man zijn hint begreep en meespeelde. “Oh, sorry. Stoor ik jullie?” Vroeg hij onschuldig. Xiumin was blij dat hij geen zwart had aangetrokken, maar een licht blauwe spijkerbroek, wit shirt en een grijs vest.

Carolus Dewitt

Carolus Dewitt

Heel langzaam, terwijl zijn hart als een razende tekeer ging en wild tegen zijn ribben sloeg alsof het uit zijn borst zou springen, liet Carolus zijn tas los. Nog langzamer stak hij zijn handen de lucht in tot ze boven zijn hoofd reikten, zonder zijn ogen van het pistool af te halen.
Als hij zelf geen doodsangsten had uitgestaan had hij misschien kunnen zien dat de agent achter het wapen flink beefde, maar toch liet hij zijn pistool niet zakken. Hij had een keuze gemaakt en hij ging zich daar aan vast houden. Zijn collega was naar achteren gestapt, terug naar de auto.
Net op het moment dat de man zijn mond opende om iets te zeggen, waarschijnlijk Carolus een bevel te geven, viel er een schaduw tussen hen in. Carolus realiseerde zich dat hij het geluid van voetstappen gemist had en dat er iemand naast hem op de stoep stond, maar hij durfde zich nauwelijks te bewegen.
De stem klonk niet bekend, maar de jongeman sprak hem wel aan met 'leraar' - kende hij hem?
'Blijf staan waar je staat,' snauwde de agent, niet naar hem maar naar de jongen, en Carolus durfde eindelijk zijn hoofd iets te draaien. Een Chinese jongeman stond naast hem op de stoep, gekleed in simpele kleren die niet echt gepast waren wat betreft de temperaturen buiten. Zo op het eerste gezicht herkende hij hem niet - maar er zaten veel studenten op St. Dunstan, het was onmogelijk ze allemaal te kennen.
'Ken je deze man?' Deze vraag van de agent was naar de jongen gericht, en Carolus werd weer teruggetrokken in de situatie. Hij had nog steeds zijn handen opgeheven sinds het pistool nog steeds op zijn borst was gericht.

Xiumin Moon

Xiumin Moon

“Blijf staan waar je staat.” Snauwde de agent naar hem toe. Xiumin die niet zo snel bang was deed toch wat hem gevraagd werd. Het viel hem op dat de agent, die het wapen op de donkere man had gericht, eigenlijk niet zo dapper was. “Ken je deze man?” Werd er aan Xiumin gevraagd.
Hij knikte. “Ja, meneer. Hij is mijn leraar.” Loog Xiumin zo goed mogelijk. “Hij zou mij bijles gaan geven, aangezien ik het niet heel goed doe op school.” Voegde Xiumin eraan toe om het geloofwaardiger te maken. Hij keek even opzij en gaf de donkerkleurige man een kleine glimlach. Xiumin keek weer terug naar de agenten. Hij opende zijn mond om iets te zeggen, maar sloot hem weer. Xiumin draaide zijn hoofd naar de agent met het geweer en bleef hem aankijken, een klein beetje uitdagend, maar niet zo erg dat hij er oncomfortabel van zou kunnen worden.

Carolus Dewitt

Carolus Dewitt

Als de jongeman Carolus niet kende was dit wel een ontzettend groot toeval. Hoe had hij anders kunnen weten dat hij een docent was? Of was het gewoon bluf? Hoe dan ook, hij ging er maar in mee. Hij kon niet anders.
De agent keek terug naar hem, bleek als een lijk, en zei toen stug: 'Neem je tas af. En geen gekke bewegingen!'
Hij was niet helemaal achterlijk - hij wist nu echt wel beter dan een risico te nemen. De agent zou elke gelegenheid aanpakken om een kogel door zijn nek te jagen. Met zijn andere hand nog in de lucht trok hij langzaam de band van zijn schouder, over zijn arm, en keek de agent strak aan.
'Zet het neer en stap terug!'
Hij deed dit, zijn mooie leren tas in de goot plaatsend, en stapte weer naar achteren, bijna wankelend toen zijn hiel het muurtje achter hem raakte. De oudere man liep naar voren, knielde neer en sloeg de tas open.
Zijn boeken werden één voor één op de stoep gegooid en zijn gezicht vertrok, maar hij zei nog steeds niets. Er zat een brok in zijn keel en hij haalde eens trillerig adem toen de agent weer overeind kwam.
'Niets,' zei hij slechts, en zijn collega keek Carolus nog een paar tellen doordringend aan voor hij zijn wapen liet zakken.
'U kan gaan.' Hij keerde Carolus de rug toe terwijl zijn collega terug de auto in stapte zonder nog een woord te zeggen. Carolus' tas bleef in de goot liggen en de man bleef als bevroren staan terwijl de politiewagen weg reed, trillend over zijn hele lichaam.

Xiumin Moon

Xiumin Moon

Xiumin bleef doodstil staan terwijl de politieagent de tas door zocht. Een frons rustte op zijn gezicht en hij opende zijn mond om iets te zeggen, maar hij sloot zijn mond weer. Was dit wat mensen met een bruine huidkleur dagelijks of wekelijks meemaakte.
Xiumin keek woedend naar de scence die zich afspeelde voor zijn ogen. Het was toch te gek voor woorden. Hij vond het puur discriminatie. De politie was toch om mensen veilig te houden, het goede voorbeeld te geven. Niet was alles dan het goede voorbeeld en plus was het niet een overtreding van de grondwet.
De jongen zuchtte boos terwijl de auto weg reed. Hij draaide zich om naar de man en zag hem trillen. “Mijn lieve hemel. Het spijt me.” Mompelde hij tegen de man. Xiumin schudde zijn hoofd. Hij keek naar de boeken die verspreid over de stoep lagen. Hij knielde en begon de boeken één voor één te verzamelen. Xiumin stopte de boeken in zijn leren tas voor hem terug te geven. “Ik ben Xiumin of Casper zoals de meeste mij noemen.” Zei hij met een kleine glimlach.

Carolus Dewitt

Carolus Dewitt

De wagen was al om de hoek voordat Carolus eindelijk in beweging durfde te komen. De jongeman was al neer geknield om de boeken op te pakken - sommigen waren nog te redden maar er waren een paar die vuil en nat waren geworden en die hij zou moeten vervangen. Ook zijn tas werd uit de goot gevist. Wat de jongen tegen hem had gemompeld had hij niet opgevangen en hij wist pas zijn naam te verwerken toen hij van de shock was bekomen.
'Carolus,' antwoordde hij, zijn stem schor. Zijn handen trilden nog steeds toen hij de Grote Atlas van de Wereldgeschiedenis oppakte en wat aarde van de rug veegde. Xiumin overhandigde hem net zijn tas en die pakte hij met een minuscuul knikje aan.
Na een paar keer diep adem gehaald te hebben kwam hij weer overeind, klopte zijn knieën af en keek toen naar de jongeman. 'Ben je... ben je echt een van mijn studenten? Ik - sorry, ik ben nog een beetje in shock, maar ik herken je niet direct...'

Xiumin Moon

Xiumin Moon

Xiumin hoorde dat de stem van de man, Carolus, schor was. Ook zag hij dat zijn handen nog trilde, iets wat hij hem niet verweet. Het kwam niet vaak voor dat er een pistool op je gericht wordt.
Xiumin glimlachte terug toen de man hem een knikje gaf.
“Ben je... ben je echt een van mijn studenten? Ik - sorry, ik ben nog een beetje in shock, maar ik herken je niet direct...”
De Chinese schudde voorzichtig zijn hoofd. “Eh, nee.” Zei hij zachtjes.
Xiumin nam een grote hap adem die hij daarna via zijn neus uitblies. Hij draaide zijn hoofd naar boven om naar de lucht te kijken.
“Ik blufte. Ik hoopte dat ze aardiger zouden zijn in het bijzin van een leerling.” Gaf hij verlegen toe. “Ik weet niet waarom ik dat dacht.” Murmelde Xiumin.
De jongen wende zijn blik terug naar Carolus met een kleine glimlach op zijn gezicht. “Maar, gaat het?” Vroeg hij bezorgd aan hem.

Carolus Dewitt

Carolus Dewitt

De jongeman zat niet bij hem in de klas - dan moest hij wel bij hem op school zitten, dat kon niet anders. Terwijl Xiumin praatte controleerde hij de boeken die hij in zijn tas had gedaan. Alles zat er weer in, al was een derde zo beschadigd dat het niet meer te herstellen zou zijn. Carolus zorgde er zuchtend voor dat deze boeken de anderen niet zouden raken en vuil of nat zouden maken en deed de leren tas toen weer dicht.
'Nou, dank je wel. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik ben bang dat de situatie een heel stuk benauwder zou zijn geworden als je niet langs was gekomen.' Hij veegde een laatste beetje aarde van zijn broek af en keek toen naar Xiumin op. Hij kon zich nog niet zetten tot een glimlach maar hij knikte wel.
'Het gaat, ja. Even bijkomen.'
Hij pauzeerde even. 'Zit je wel op het St. Dunstan? Anders was je gok dat ik een docent was wel een heel gelukkig toeval.'

Xiumin Moon

Xiumin Moon

'Het gaat, ja. Even bijkomen.'
Xiumin keek naar zijn eigen broek die niet meer heel erg schoon was, maar dat maakte hem niet erg veel uit. Zijn moeder en vader zouden echt niet boos worden al zat hij van top tot teen onder de modder.
'Zit je wel op het St. Dunstan? Anders was je gok dat ik een docent was wel een heel gelukkig toeval.'
Xiumin schudde lachend zijn hoofd. “Nee, nee. Ik heb wel erop gezeten, nou de laatste twee jaren dan. Ik ben nu twee jaar, denk ik, afgestudeerd.”
Xiumin veegde zijn handen af aan zijn borst, niet dat zijn handen zo vies waren.
“Ik heb u ooit zien rond lopen en aangenomen dat u een docent was. Nou hoeft dat natuurlijk niet meteen, maar het was wel het meest logische.” Vertelde hij.
Een kleine glimlach stond op zijn gezicht. “Kan ik u nog ergens mee helpen, ofzo?” Vroeg Xiumin. Zijn stem was zacht en hij probeerde het op de meest vriendelijke manier te vragen.

Carolus Dewitt

Carolus Dewitt

Hij was al twee jaar klaar met de middelbare school maar had wel bij St. Dunstan op school gezeten. Carolus werkte al meer dan vijf jaar op de school dus dat Xiumin hem had zien lopen zelfs al had hij geen geschiedenis, was niet zo verbazingwekkend. Hij glimlachte eens meegevend en bleef zichzelf dwingen om diep adem te blijven halen - hij kon nu niet in zijn eigen hoofd gaan zitten en zichzelf door laten draaien.
Er was niets gebeurd, en daar moest hij blij mee zijn. Het was gewoon een ongeluk, dit gebeurde nou eenmaal. Hij zou het waarschijnlijk niet eens aangeven, dat leverde toch nooit wat op.
Opnieuw had hij nauwelijks door dat de jongeman tegen hem had gesproken en veel te laat realiseerde hij zich dat het een vraag was geweest. Hij had nogal glazig gekeken en schrok op uit zijn gedachten. 'Wat - oh, uhm -' Hij was duidelijk nog van slag maar hij schudde zijn hoofd en forceerde haastig een glimlach. 'Nee, dat zal niet nodig zijn. Jij moet ook gewoon naar huis.'

Xiumin Moon

Xiumin Moon

Xiumin wilde zichzelf wel slaan. Hij had niet zo veel vragen moeten stellen en zeker niet zo snel achter elkaar.
De jongen keek bezorgd naar de man toen hij zag dat hij een glimlach forceerde.
“Nee, dat zal niet nodig zijn. Jij moet ook gewoon naar huis.” Werd er hem dan ook verteld.
Xiumin knikte, nog steeds niet overtuigd. Hij was duidelijk nog van slag en Xiumin wilde niet dat hem iets overkwam, ook al had hij hem pas net ontmoet.
“Maar, maar u bent nog van slag.” Protesteerde Xiumin. “Het minste wat ik kan doen is u helpen. Ik bedoel…”
Al had hij nog wel wat te leren en lezen, kon Xiumin dat wel aan de kant schuiven. Hij was slim en al was zijn studie niet de makkelijkste. Een avond niet leren, ging hij niet van zakken. Althans dat dacht hij.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum